Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schetsen. Deel 4 (onder ps. Samuel Falkland) (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schetsen. Deel 4 (onder ps. Samuel Falkland)
Afbeelding van Schetsen. Deel 4 (onder ps. Samuel Falkland)Toon afbeelding van titelpagina van Schetsen. Deel 4 (onder ps. Samuel Falkland)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

Scans (13.67 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schetsen. Deel 4 (onder ps. Samuel Falkland)

(1905)–Herman Heijermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 101]
[p. 101]

Charmante dokter.

Het gesprek had over koetjes en kalfjes geloopen, kwam eindlijk neer op dokters. De een vertelde dit, de ander dàt. Onze vriend Pieter die een poos gezwegen had, scheen bijzonder in doktersaangelegenheden belang te stellen. Plots nam hij het woord en vertelde genoeglijk langs zijn neus weg....

‘'t Is ruim drie jaar geleden. Mijn vrouw en ik woonden in een negerij. Wat zeg ik? 't Wàs nòg geen negerij. Aan 'n negerij verbindt je allicht iets menschelijks, iets van een kwart of een tiende beschaving. Onze negerij, echter, was minder dan niets. 's Zomers zag je er stadsmenschen, 's winters moest je elk ons tabak, elk doosje lucifers door den vrachtrijder uit de ‘stad’ doen medebrengen. Ik was daar voor zaken, hield het oog op een in aanbouw zijnde suikerfabriek, die mogelijk thans wat vertier in 't gat brengt.

We woonden in een huis half keet, half boerenwoning. Als je een spijker in een balk sloeg, zag je de steenen bewegen; als 't stormde - en dat deed het vrij dikwijls: de negerij stond in de hei - klapperde het behang, meende je in de kajuit van een zwabberende visscherspink te zijn.

[pagina 102]
[p. 102]

Jullie begrijpt: we verveelden ons stierlijk, 't meest nog mijn vrouw. Ik was elken dag ùren afwezig. Dan was zij aan haar lot overgelaten met een boerenmeid. Op den duur hou je dat niet uit. We probeerden een praatje te maken met den bakker - specialiteit in meel en krijt - doch dezelve werd uitsluitend mensch als men hem over cadetjes, roggemik en mest (hij hield er twee koeien op na) sprak. Evenzoo trachtten wij relaties aan te knoopen met den kruidenier. De relatie duurde een dag. Hij deed te weinig petroleum in de kan, zag halve ponden voor heele aan. Kortom, werd te familiaar. Mijn vrouw beminde hem niet. Toen waren wij uitgepraat. Er was wel een kerk, maar de dominee woonde in de ‘stad’, kwam alleen 's Zondags den dienst waarnemen. De boeren beschouwden ons als indringers, liepen met vijandige gezichten voorbij onze ramen en nà donker hadden de boerenkinderen er veel pleizier in beldeurtje te spelen en minder-smakelijke dingen tegen de deur te werpen.

Jullie zult snappen dat het leventje in die negerij allerbeminnelijkst was. Marie, mijn vrouw, klaagde steen en been, ik klaagde been en steen (flauwe mop - die krijg je toe!) - maar de záken! Wij dienden het in gelatenheid te dragen.

Toen - tot onze vreugde werd mijn vrouw een weinig onwel. Tot onze vreugde. De ongesteldheid had een onbeteekenend karakter: hoofdpijn, lusteloosheid. Anders niet. In ons prachtig Amsterdam neem je van zulke bobo's geen notitie. In de negerij was je blij den ‘dokter’ uit de ‘stad’ te kùnnen laten komen. De vrachtrijder bestelde hem. Hij kwam. Gebeurtenis in ons leven!

Ik zal je een kleine beschrijving van den waardigen man geven. Hij was een heer in optima for-

[pagina 103]
[p. 103]

ma, gesoigneerd - twee hoofden grooter dan ik. Hij droeg zeer moderne bakkebaardjes en 's winters een pels. Hij bezat een eigen sjees, aangename vormen en een eigen huis. Zijn koetsier had liverei aan. Je voelde je mondain en pleizierig als het chic spannetje voor je deur stilhield. Er ging een luchtje van aisance en plattelandsche aristocratie van uit. Hij was apotheker en Medicinae Doctor tegelijk - oude wet. Wat hij voorschreef maakte hij zèlf klaar en je kreeg ambitie om in te nemen zóo net en modern waren zijn pillenfleschjes. Hij was lid of voorzitter of secretaris van een liberale kiesvereeniging, geheel op de hoogte van liberaleunie-politiek, woest tegenstander van clericalisme, tegelijk zeer vooruitstrevend en voorstander van de gevallen kieswet-Tak. Hij was op de hoogte van literatuur, had Couperus gelezen en Alexandre Dumas père. Hij praktizeerde bij freule... en werd op bruiloften van stadsnotabelen gevraagd. Hij causeerde alleraangenaamst, wist de nieuwste berichten uit Het Nieuws en interesseerde zich bijzonder voor honden. De gevaarlijkste operaties - als het wegsnijden van stukken rib en het zetten van gebroken beenen, dee hij met eene beschaafde sierlijkheid, dat je er warm van werd. Arme menschen bediende hij niet. Aan zieke boeren had hij een broertje dood - als ze niet betaalden. En terecht. Een dokter moet leven, kan met liefdadigheid zijn kosten niet dekken. Hij geleek in niets op een ‘brooddokter’. In z'n sjees - de livreiknecht naast 'm met roerloos gekruiste armen - had-ie 't voorkomen van een grand seigneur en in je huiskamer was-ie zóó charmant dat je uren (of halve uren) bleef praten over politiek, over literatuur (Couperus en het Nieuws), over negerij-gebeurtenissen, over kunst (theater-

[pagina 104]
[p. 104]

voorstellingen van reizende gezelschappen in de ‘stad’).

‘Hè, wat 'n gezellige prater,’ zei mijn vrouw: ‘'k Wou dat-ie elken dag over den vloer kwam.’

‘Liever niet, meende ik eenigszins vermoeid van zóóveel politiek, literatuur, gebeurtenissen, kunst-in-eens. Je kunt die dingen alleen met mate verdragen.

De charmante dokter had z'n eerste keurig pillenfleschje voorgeschreven. 's Avonds bracht de vrachtrijder 't mee. Staalpilletjes. Heel gewone staalpilletjes - maar in 'n fleschje om te zoenen. Na een paar dagen was m'n vrouw heelemaal beter. Deeën 't de pillen? Mogelijk. Ik denk dat ze wat meer gewandeld had. Er ging een week voorbij - en wat plezierig! - daar hád je de sjees weer. Wij gezellig aan 't redeneeren over politiek (liberale unie - Kieswet-Van Houten enz.), literatuur, gebeurtenissen, kunst (teekeningen van Braakensiek in De Groene) en opnieuw kreeg mijn vrouw een fleschje staalpillen.

Charmante kerel! Over witte port, paté-de-foiegras, sigaren, over alles en nog wat liep 't gesprek. En dan zàt je weer in je negerij, moederziel alleen. zonder politiek, zonder literatuur, zonder kunst....

Mijn vrouw geheel beter - met weer róód tandvleesch en weer róóde oog-binnenranden slikte evenwel de pillen uit zuinigheid. 't Is zonde ze weg te gooien niet waar? En na het derde bezoek hielden de geneesmiddelen en het verkeer met de stads-gezelligheid op.

Wij kniesden eenige weken tot er iets héél gelukkigs in de negerij voorviel. De dochter van den bakker werd vrij ernstig ziek. En meermalen zagen wij nu de sjees door 't gehucht draven. Doch wat het heerlijkst was, bij tijden wipte de charmante bij ons aan:

[pagina 105]
[p. 105]

‘Dag mevrouw! Dag meneer! Koud weertje niewaar? Ja de dochter van Lopteen is lang niet beter. Leelijk geval’....

‘Drink u een kop koffie mee, dokter?’ vroeg dan mijn vrouw allerinnemendst.

‘Heel graag mevrouwtje - heel graag.... Nee geen melk asjeblieft.... Ik heb thuis een koffietje - superbe!... Die krijg ik van een vriend in Amsterdam - direct geïmporteerd.... Gisteravond hadden wij een engagementsfeestje bij....’

En we hoorden weder een reeks belangrijke gebeurtenissen, babbelden over ditjes, datjes - tot-ie opstapte.

Zoo geschiedde het weken aaneen. Wij begonnen hem eenigermate als huisvriend te beschouwen, waren zeer dankbaar éens in de week ons leven wakker te houden. Uit z'n apotheek stuurde hij eigen uitgedacht tandpoeder - ik gaf hem een boek ten geschenke en wij hadden het vóórtdurend over wat er in Holland gebeurt.... politiek.... literatuur.... gebeurtenissen.... kunst....

Toen - helaas, vrienden - genas de dochter van den bakker.... Helaas!... Wij zagen den charmante niet meer, behalve nog éens op een schoone soirée van een Rederijkerskamer in de ‘stad’.

Maanden waren voorbijgegaan. Mijn werk was gereed. We vertrokken naar de stad.

Op een dag bracht de post een briefje - een nota van den charmante - en een advies dat hij disponeeren zou.

Zes en twintig gulden, vijf en vijftig cents voor visites, staalpillen, tandpoeder enz.

Ik vond vier, vijf gulden voor een visite een beetje bar, was zoo vrijpostig de postquitantie te weigeren.

Toen kreeg ik een gedetailleerde nota...

[pagina 106]
[p. 106]

pèr.... pèr... je raadt het nooit pér deurwaarder. En eerst dáárin las ik tot mijn gemoedelijke verbazing dat ik elf, zegge elf visites had ontvangen.

De charmante had elk kopje koffie dat hij bij ons gedronken had berekend, had zijn aanwippertjes (als hij van de bakkersdochter kwam) zorgvuldig genoteerd, had de politiek, de literatuur, de gebeurtenissen, de witteport-gesprekken. de sigaren-beschouwingen, de kunst in rekening gebracht.

Sedert dien, mijne vrienden, durf ik geen dokter goeien-avond of goeien-middag zeggen. En op het platteland neem ik er nóóit meer een of ik moet op sterven liggen’...

De verteller zweeg en peinsde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken