Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schetsen. Deel 6 (onder ps. Samuel Falkland) (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schetsen. Deel 6 (onder ps. Samuel Falkland)
Afbeelding van Schetsen. Deel 6 (onder ps. Samuel Falkland)Toon afbeelding van titelpagina van Schetsen. Deel 6 (onder ps. Samuel Falkland)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

Scans (13.48 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schetsen. Deel 6 (onder ps. Samuel Falkland)

(1906)–Herman Heijermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 82]
[p. 82]

Het portretje.

Het heele gezelschap kéék nu naar het portretje.

Mevrouw Brons het sterkst, met loerende nieuwsgierige oogjes; haar man glimlachte vriendlijk, zonder 'n woord te spreken.

Meneer Prins rookte nadenkend, mevrouw Prins, die opgestaan was, boog zich over den schoorsteen, herhaalde:

‘Ja hèusch, mevrouwtje, je zou zweren dat 't op u lijkt.’

‘Wel mogelijk,’ zei Anna voorzichtig.

Eindelijk dan hadden ze hun zin, spraken ze over dàt waar het heele dorpje bedekt over sprak.

‘Ik dacht werkelijk,’ zei mevrouw Brons weer en poeslievig knikte zij de gastvrouw toe: ‘dat 't een gestorven kindje was.’

‘Néé,’ zei Willen kort-aangebonden: ‘m'n vrouw en ik hebben geen kinderen.’

‘Curieus,’ merkte mevrouw Prins nog eens op: ‘net uw oogen en ook wel iets van den neus van meneer. En dan al die bloemen om 't lijstje.’

Even was 'r eene onaangename gaping in het gesprek.

Brons dampte genoeglijk, Prins keek naar de zoldering. Mina Brons roerde 'r thee met beschaafde

[pagina 83]
[p. 83]

gebaartjes en mevrouw Prins staarde lieflachend naar het kinderkopje op den schoorsteen.

Ze wouen nu eens wèten. Lang genoeg hadden ze gegist. En als huisvrienden hadden ze waarlijk recht op een beetje vertrouwlijkheid.

 

Anna en Willem hadden maanden lang teruggetrokken geleefd. Alleen de dokter van het dorpje kwam wel eens een visite afleggen. Geen der notabelen gaf teeken van leven.

Maar door toevallige omstandigheden had Willem eerst met Brons, toen met Prins, toen met anderen kennis gemaakt, hoewel aarzlend. Want de dorpsnotabelen waren een weinig schuw geweest en terecht.

Er gingen geruchten.

Eerst het gerucht dat de nieuwe bewoners niet getrouwd waren, toen wist er een iets te vertellen van het verleden van de jonge vrouw en omdat het nièt tègengesproken werd, werd het zekerheid.

Nu op de eerste gezellige visite - ze hadden een uurtje gebabbeld - was er bij de dames een lievig verlangen om te weten van wiè 't portretje was, een heel begrijplijk verlangen, omdat het portret in versche bloemen stond.

 

Inderdaad hàd het kinderkopje op den schoorsteen eene kleine historie, die Falkland even wenscht toe te lichten, al is het procédé om 'n verhaal te onderbreken, eenigszins verouderd en onaangenaam.

Jaren geleden was Anna getrouwd met 'n man waarvan ze niet hield.

Er kwam 'n jonge vriend van den man over den grond, wat meer gebeurt: zij werd op dien vriend verliefd en hij op haar, wat ook meer gebeurt en het gevolg was dat zij van den eersten man scheidde en met den àndren trouwde, wat òok meer gebeurt.

[pagina 84]
[p. 84]

Maar die fatale echtbreukgeschiedenis - 't is 'n grùwbaar woord - had ten gevolge, dat de Rechtbank het kindje aan den éérsten man toewees, daar 't niet meer dan redelijk èn billijk is, dat aan eene vrouw die de dwaasheid heeft op 'n andren man verliefd te raken, 'r kindje wordt afgenomen. Wàt zou 'r anders van Liefde en Huwelijk worden? Er valt niet over te discussieeren.

Eveneens was het zéér betamelijk, dat Anna en Willem in de stad waar ze de Misdaad volbrachten, zoozeer werden nagekeken en nagewezen, dat ze naar een dorpje vér weg verhuisden.

Hun huwelijk bleef kinderloos.

Op den schoorsteenmantel stond 't portretje van het meisje en daar dit het éénig souvenir van 't kind was, dat de moeder niet meer zien nóch ontmoeten mocht, spreekt het vanzelf - de geblinddoekte Justitia kan de ràrige gevoelens van 'n moederhart niet beletten - dat Anna bijna daaglijks, laten wij zeggen elk uur naar het kinderkopje keek.

Daar het evenwel onvoegzaam is om in voegzaam gezelschap te rakelen in eene geschiedenis van echtbreuk en men ten allen tijde beter doet 't verleden te laten rusten, bevonden Anna en Willem zich op die eerste gezellige, vriendschappelijke soirée in een minder plezierig parket.

Er kwam bij, dat Martha gister tien jaar was geworden en Willem om z'n vrouw te verrassen het lijstje om het portret met rozen, viooltjes en vergeet-me-nietjes had versierd.

Na deze uitweiding vermogen wij ons kort verhaal, dat overigens niets romantisch heeft, te vervolgen.

 

Zooals wij zeiden was er eene pénibele gaping in het gesprek.

[pagina 85]
[p. 85]

Na Willem's stroef antwoord was het duidelijk dat gastvrouw en gastheer het gesprek wenschten te coupeeren, maar het vrindlijk dorpsviertal, gestuwd door de hevige geruchten, had daar maling an.

Wanneer het wáár was, wat de notaris geloofde, dat ‘zij’ een onecht kind had meegebracht, of wel ‘hij,’ dan kon je niet langer met die menschen blijven omgaan.

Mevrouw Brons zei dan ook na gezelligjes haar kopje geslurpt te hebben:

‘Nee, wat mevrouw Prins daar zegt is heelemaal niet waar. Er is niet de minste gelijkenis. Zeker 'n gestorven meisje van 'n familielid?’

‘Ook dàt niet,’ antwoordde Willem, wellevendglimlachend.

‘Nou, om u de waarheid te zeggen,’ zei mevrouw Prins héél handig - als dàt 't niet déé, dee niks - en accentueerde lief: ‘'k zou u met zoo'n mònstertje niet hebben kunnen feliciteeren.’

Hèt droeg,

Anna werd wit.

‘Nietwaar,’ vervolgde mama Prins honingzoet, ‘als 't géén familie is, mag je je meening wel zeggen. 't Staat natuurlijk erg mal wanneer je je vergist. Dat begrijp 'k levendig. En als de moeder een vriendin van u is, dan zal u wel niet gepiqueerd zijn over m'n naïeven uitval.’

‘Ja,’ zei mevrouw Brons, terwijl de heeren nog zwegen, ‘'t is bepaald 'n fameus léélijk kindje.’

‘Och, smaken verschillen,’ zei eindlijk Anna die driftig begon te worden: ‘ik heb wel eens leelijker kindren gezien.’

‘Zeker’ zei meneer Brons, ‘en in elk geval vind ik 't onvoorzichtig van mijn vrouw om zoo iets te zeggen van 'n kinderportretje dat voor u mooglijk herinneringen heeft. Je begrijpt toch wel, Mina, dat me-

[pagina 86]
[p. 86]

neer en mevrouw 't anders niet op 'n eereplaats in versche bloemen zouen zetten.’

‘Gut,’ zei mevrouw Brons druk-vrindelijk: ‘wat kan jij raar uitvallen! Je ziet toch dat mevrouw en meneer 't niet kwalijk nemen.’

‘Volstrekt niet,’ zei Willem kalm, ‘mevrouw heeft volkomen 't recht 'n portretje leelijk te vinden en m'n vrouw en ik....’

Hij sprak niet verder, want opeens stond Anna zonderling-haastig op, met dikke tranenoogen en bevende lippen. Ze had nog tijd om de kamer uit te gaan, gejaagd den waterketel opnemend, om zich 'n houding te geven.

't Gaf een plezierige consternatie.

Mevrouw Brons vroeg verschrikt wat of mevrouw scheelde, bedacht dat 't ráák was geweest.

Mevrouw Prins wilde opstaan om te zien of ze mevrouwtje kon assisteeren, knipoogde tegen Brons die verlegen 'n lucifer afstreek.

En terwijl Willem koel verzekerde dat z'n vrouw wel eens meer in gezelschap nerveus werd, dat je 't beste dee er geen notitie van te nemen, ging door de kamer het kneuig sentiment dat 't dorp 't bij 't rechte end had, dàt 'r 'n luchtje was aan de verhouding van die twee, dat 'r 'n ongure geschiedenis moest vastzitten an 't kindje op den schoorsteen, dat met mollige bloote beentjes en armpjes, kraaiend in de verdorrende rozen, viooltjes en vergeet-me-nietjes, te glimlachen stond.

 

Na 'n poos kwam de gastvrouw weer binnen met een gevulden waterketel en een schaal bitterkoekjes, Engelsche wafeltjes en schuimpjes en de visite bleef snoepend en drinkend bijeen tot 'n uur of tien. Langer vlotte niet.

[pagina 87]
[p. 87]

Toen zaten ze een poos zwijgend.

Hij sprak het eerst.

‘We zullen beter doen, Annie, 't bóven op de slaapkamer te zetten.’

Zij zweeg.

‘Vin je niet?’

‘Kan me niet schelen,’ zei ze stroef, ‘voor mijn part verscheur je 't.’

Haar pupillen staarden nerveus groot. En plots viel ze met het hoofd op de tafel, snikkend, driftig verwijtend:

‘Had 'r geen bloemen omheen gezet! - En in plaats dat je die menschen te woord staat, zit je 'r bij te bàng om 'n woord te zeggen. Egoïst!’

‘Wat viel 'r te zeggen,’ verweerde hij zich.

‘Wat 'r te zeggen viel?.... Alles! Alles!’

Op van zenuwen, overprikkeld, zei ze 't eerste 't beste - zonder 'r bij te denken.

Nog eens probeerde hij te kalmeeren.

‘.... Je doet nou opgewonden - morgen làch je 'r misschien om....’

Driftig keek ze hem aan, het gelaat rood en behuild.

‘.... Làchen!.... Wie z'n schùld is 't dat 'k 'r ben kwijtgeraakt?’

‘De ònze,’ zei hij kalm.

‘Jij ben de oorzaak'’ verweet ze heftig: ‘jij alleen!’....

‘Ik?... Ik alleen?.... Denk toch'ns na...’

Maar ze luisterde niet, snikte heftig.

 

Het kind op den schoorsteen, in z'n zwart lijstje met de rozen, violieren, vergeet-me-nietjes, het hemdje hangend tot aan de bloote knieën, de vette armpjes kraaiend gestrekt, keek lachend naar de lamp, naar het schokkend hoofd op de tafel, naar den nor-

[pagina 88]
[p. 88]

schen zwijgenden man die op en neer liep, naar de leege kopjes van de visite, naar de schaal met de bitterkoekjes, schuimpjes, Engelsche wafeltjes.

 

Voor het eerst zoenden ze mekaar dien avond geen goeien nacht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken