Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schetsen. Deel 7 (onder ps. Samuel Falkland) (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schetsen. Deel 7 (onder ps. Samuel Falkland)
Afbeelding van Schetsen. Deel 7 (onder ps. Samuel Falkland)Toon afbeelding van titelpagina van Schetsen. Deel 7 (onder ps. Samuel Falkland)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

Scans (14.96 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schetsen. Deel 7 (onder ps. Samuel Falkland)

(1912)–Herman Heijermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 184]
[p. 184]

Oude doos.

Op 'n middag zat Lou bij z'n botjes in de voorkamer - ik bij krantjes en paperassen in de achterkamer - Lou, tháns geposeerd geneesheer - ik, de ouwe Samuel Falkland, welbekend.

Het was jàren geleden.

Laten we mekaar góéd begrijpen: ik zeg dit niet om het gebeurde te antidateeren, noch om de schánde van het geval zoetlijk te hullen in 't clair-obscur van herinnering en gestorven tijden (schande blijft schande - schande is 'n ding als 'n vallende poes) - te drommel, nee! - het wàs jaren geleden en niet wij hebben het recht het leven uit z'n verband te rukken of een broek anders te beoordeelen dan d'après son date.

Hier evenwel, bega ik de fout van oude romanciers, wier gedachten, helden en heldinnen zóodanig in de eerste hoofdstukken rammelen en cancaneeren, dat in het twee en dertigst chapiter de verwikkeling nòg eens of eerst gòed uiteengezet moet worden voor den in moorden, schakingen, graftomben, herlevingen, zwijmelenden of snikkenden lezer,

Resumeeren wij dus kort en bondig dat Lou zat en ik zat.

Hij arbeidde, ik naaide. Zonder vingerhoed.

Met 'n propje papier gaat 't wèl zoo vlug. Daaren-

[pagina 185]
[p. 185]

boven is 'n vingerhoed 'n overtollige luxe in 'n mannen-naaidoos, die 'r vrij comme-il-faut en ten zéerste toonbaar uitziet, als ze niet alleen 'n stopnaald maar ook 'n klosje wit èn 'n rolletje zwart garen bevat.

Daar zijn vrouwen die 'r afwijkend over oordeelen, knoopjes verzamelen in diverse doosjes, naalden collectioneeren van nummer zooveel tot zooveel, bandjes, haakjes, oogjes, strengetjes, klosjes met kittige sierlijkheid in kneuige loketjes etaleeren, soort bij soort, ras bij ras, clubje bij clubje. 'n Naaidoos lijkt op die wijze op 'n onbehaaglijke coterie, waarmee geen verstandig man - hoe ook zijn politieke overtuiging zij - vrede kan hebben.

'n Vrouw kan minuten-aaneen geduldig, goedmoedig, voorzichtig-puntend en gedwee-instekend met naald en draad zitten tobben. 'n Vrouw zal wee-precies 'n onnoodig dun garentje in 'n mismaakt klein oogje willen forceeren, telkens den draad afbijtend en tot een spitsje wriemelend - 'n man gebruikt voor àlle verstellingen één dik soort garen (ijzergaren no. 1) en 'n solide, sterke stopnaald.

't Spaart tijd uit. 't Sart je geduld niet. 't Naait minstens even stevig en nimmer raakt-ie zoek. Een mijner vrienden naaide dikwijls met een rijgpen.

Ik - in die lang geleden ongetrouwde dagen - gaf aan 'n stopnaald de voorkeur, 'n beproefde, dikke, stalen stopnaald die door leer, laken, wol, linnen heenpriemde, excellent was voor vuile pijpen en mede diensten bewees als de gaatjes van den gootsteenrooster of het lampegaas verstopt waren.

Lou arbeidde - ik naaide m'n broek, dewelke bij eenige gymnastische oefeningen in het tuintje op de òude plek, de plek die 'k wel tienmaal voorzien had, was losgetornd, ditmaal met een extra vinnige scheur in het goed.

[pagina 186]
[p. 186]

De stopnaald pikte er lustig op los. 'r Moet wel 'n vrouwelijke aard in me geschuild hebben, althans ik trachtte de pootige steken in regelmatige evenwijdige lijnen te groepeeren, daarna groepeerde ik er evenwijdig langs heen, keek vergenoegd naar de bijna mathematisch-juist gebouwde vierkanten, driehoeken, parallelogrammen, cirkel-segmenten, ellipsen en spinnewebben die over, in en door de scheur, gezellig - als op 'n theetje - krioelden.

Daar deze schoone garen-illustratie zich binnenwaarts (i.e. voeringzijde) bevond, lei ik verheugd mijne naald neder, keerde de pantalon, trok 'm aan, zei vergenoegdèr ‘ziezoo’ tot Lou, die wel wist dat ik het kòn, bijgevolg nauwlijks opkeek van z'n studieboek.

Ik werd dikker òf de broek werd nauwer.

Na iedere, met overleg gepleegde verstelling, scheen zij meer te wringen ter plaatse waar 'n pantalon nièt behoort te drukken.

Een gezond lichaam voelt men niet. Een sluitende broek evenmin.

Maar ik kende mijn streepje. Bedaard loopen en niet te ondoordacht bukken. Tegen reflex-bewegingen kon zij niet, behoefde zij niet te kunnen, daar 'k voor feestelijke gelegenheden, schouwburgbezoek, diners, Lou's broek aantrok. Lou en ik hadden er twee, degeen die ik aan had, degeen die hij aan had.

Het was voldoende,

Goed geteld bezaten we béíden op die wijze een huisbroek en een uitgaansbroek, mits we een van twee thuis bleven òf uitgingen - of 's avonds te zamen de wegen bewandelden, wètend dàt in den avond alle pantalons grauw doen.

Juist had 'k m'n naaigerei in de boekenkast geborgen en 'n pijp gestopt, toen 'r 'n bakje voor de deur stil hield.

[pagina 187]
[p. 187]

Er sprong een heer uit - en nog een heer - de bel werd geluid.

‘Voor ons,’ zei ik,

‘Voor ons,’ zei Lou.

Hij opende de deur - ik zette me voor m'n schrijftafel in de houding van een in den arbeid verrast hevig-werkend auteur.

‘Bonjour Falkland!’

‘Bonjour,’ zei ik bedacht opstaand.

Het was m'n uitgever, die een boek van me had gepubliceerd, twéé voorschotten verstrekt en bij wien 'k 'n verjaarsdiner van peper en spijzen - zijn lievelingskost had genoten,

‘Mag ik je voorstellen - meneer W.... - meneer Falkland.’

We zeiden beiden ‘aangenaam’ en Lou - voorgesteld - zei 't zelfde,

‘Ga zitten,’ vervolgde ik bedaard-stappend en stoelen aandragend.

‘Nee,’ zei m'n uitgever: ‘je moet mee’.,..

‘Mée?’, vroeg ik verrast.

‘'t Bakkie staat buiten te wachten. We zijn an 't toeren en toen we hier langs rejen dacht 'k dat je óók wel idee zou hebben om 'n paar uur mee te gaan’....

‘Dat is te zeggen - ik heb’ - zeide ik vaag, èrg belust om dien heerlijken Meidag als grand seigneur in 'n bakkie te rijden.

‘Niks geen maren,’ viel hij me in de rede: ‘maak je vlúg klaar’....

't Zonnetje lachte, de teer-groene boomtakken lachten, de lucht lachte, de vogels in 't licht lachten - bij òns - excuseer den òndichterlijken overgang - rook 't naar de kat èn naar versche bokking die we gebakken hadden.

‘Heel graag dan,’ zei ik opstaand: ‘in twee minuten ben 'k klaar.’

[pagina 188]
[p. 188]

Bukkend om m'n laarzen aan te trekken - waarschijnlijk te vinnig bukkend - hoorde ik tegelijk een benauwd gekraak, alsof iemand 'n vel papier scheurde. De driehoeken, parellelogrammen, segmenten, ellipsen hielden 't niet uit. Zelfs in ijzergaren no. 1 is bedrog.

Achterwaarts bewegend naar 'n stoel, zette ik mij neder in bepeinzing, de beenen stram over elkaar geslagen.

‘Heb je 't druk?’, vroeg ik, één laars vastrijgend.

‘Schikt nog al.’

‘Is 't buiten koud?’

‘Prachtweer.’

‘Zouen we geen regen krijgen?’

‘Regen! Hahaha! Hoe kom je 'r op?’

‘'k Zal toch maar 'n regenjas antrekken’....

‘Nonsens. 't Is zoo zacht als in Augustus’....

Snel verwisselde ik van been, bewerkte de andere laars.

Terwijl poogde ik het gesprek te rekken.

‘Feitelijk had 'k nog 'n bóél te schrijven.’

‘Dat doe je dan maar als je terug komt. Heb je rheumatiek?’

‘Nee,’ zei ik stram - kalveroogend naar Lou, die kalveroogend werom keek.

Hoe konden we wisselen? Je bezoekers alleen laten ging niet. Lou zou in de gang de feestbroek kunnen uittrekken en ik 'm daar àantrekken, maar hóé? Je kon toch moeilijk een van beiden in tricot blijven recipieeren. En 'n uitgever, wien je in vertrouwen vertelt dat je maar één dag-broek sàmen bezit, geef je 'n te grooten voorsprong bij latere onderhandelingen.

Stram bewegend deed 'k m'n boord aan, stram m'n colbert, stram m'n waterproof.

‘Je kùnt zoo niet in 'n open bakkie rijden,’ criti-

[pagina 189]
[p. 189]

seerde m'n uitgever: ‘de menschen zullen je uitlachen.’

‘'k Heb 't koud.’

‘Nee meneer,’ zei de andere bezoeker: ‘'t is zomerweer.’

‘En je waterproof is opzij gescheurd,’ lette m'n uitgever op.

‘Hé, da's waar,’ zei ik verwonderd - ‘nee, dan trek 'k 'm nièt an.... Is 'r wat nieuws uitgekomen?’

‘Wat draai je!.... D'r is 'n nieuw boek van.... Couperus.’

‘Zoo - is 'r 'n nieuw boek van Couperus’....

Ik wenkte Lou. Hij begreep niet. Als-ie zoo slim was geweest om maar vast in de gang te gaan, had 'k 't wel vlug klaargespeeld. Lou begreep nièt. O, de benauwdheid. In 'n bakkie rijjen met twee heeren over je en 'n desolate broek ònder je. Rekken. In godsnaam rèkken....

‘Heb je m'n tuintje al gezien?’

‘O, heb je 'n tuintje?’

‘Aardig tuintje, wat?’

‘Jawel. Werken jullie met halters?’

‘Elken dag. Wil je ze niet 'ns probeeren? Ze zijn zwáár’....

‘Ach kom - die dìngen.... Nog geen twintig pond’....

‘Nog geen twintig! Hoor je dat, Lou? Allebei vijftigponders’....

‘Laat je uitlachen!’

‘Nou probeer ze dan is’....

Hij maakte een stappend gebaar - de meneer maakte 'n stappend gebaar - en Lou, begrijpend, maakte 'n gebaar.

Maar 't blééf bij 't gebaar.

Je wordt zoo smerig door die dingen,’ zei de meneer.

‘Je kan tòch gelijk hebben,’ zei m'n uitgever: ‘Klaar?....

[pagina 190]
[p. 190]

‘Dadelijk,’ transpireerde ik lichtelijk.

Toen sprong de poes op de vensterbank.

‘Is dat jullie poes?’

‘Ja - mooi dier, hè?’

‘Heb je die al lang?’

‘O jee - jaren. Ze heeft jongen. Wil je ze is zien?’....

Ze lagen in 'n bedstee in de gang.

‘Hoeveel jongen heeft ze?’

‘Zeven.... Kom maar effen mee’....

‘Heb je nou ooit zoo'n teut gezien!’ barstte m'n uitgever los: ‘die wil àlles laten kijken, je met gewichten laten werken en àl dien tijd staat 't bakkie voor niks te wachten’....

‘'t Is al over drie,’ insinueerde de meneer.

‘Ik ben làng klaar,’ protesteerde ik: ‘als de heeren maar willen’....

‘Na jou,’ zei m'n uitgever.

‘Nee,’ antwoordde ik beleefd: ‘ik ben hier thuis’....

Verveeld, ongemakkelijk, niet op m'n dreef met zooveel vernielde parallelogrammen, segmenten, ellipsen, spinnewebben, niet wetend hóé in 't rijtuig te zitten, volgde ik tot aan de huisdeur, zag hen instappen, riep: ‘'k heb wat vergeten,’ holde terug.

Lou zàt alweer - voor 't raam.

‘Gauw!’ schreeuwde ik, de noodlotsbroek uittrappend.

Lou spurtte. Z'n bretel vloog los. De pantalon daalde - de pantoffels wipten mee.

Als razenden leegden we de zakken, smeten de zakdoeken, de zware beurzen, de sleutels en andere dingetjes opzij....

‘Waar blijf je nóu weer?’ schetterde 't in de deuropening.

M'n uitgever zàg ons beiden in tricot - niet begrijpend waarom we ons zoo naarstig hadden ontkleed.

[pagina 191]
[p. 191]

‘We.... we....’, zei ik haperend, bezeten stappend in Lou's broek.... ‘we....we’....

Hij begon te lachen.

Hij had gelijk.

Loù had 'n allerschunnigste broek aan, met 'n scheur die zichtbaar gaapte onder z'n kort jasje....

‘M'n broer is zóó slórdig,’ lachte ik.

'n Moment later reden we voort, zag ik Lou, in verbeelding, op zijn beurt bezig met de stopnaald, 't ijzergaren en 't propje papier om z'n middenvinger....


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken