Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het ijzersterke prentenboek (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het ijzersterke prentenboek
Afbeelding van Het ijzersterke prentenboekToon afbeelding van titelpagina van Het ijzersterke prentenboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.94 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Illustrator

P.W.M. Trap



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het ijzersterke prentenboek

(1869)–David François van Heyst–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 19]
[p. 19]

De vogelen.

De vogelen zijn lieve vroolijke dieren. Velden en bosschen weergalmen des zomers van hun gezang. Wat zou het daar stil en treurig zijn, als zij er niet waren!

De kippen vliegen niet tusschen de groene boomen, en in plaats van te zingen, kakelen zij zij maar wat, hetgeen volstrekt niet mooi is; maar toch bezorgen zij ons meer voordeel, dan alle andere vogels, want zij geven ons eene groote menigte eieren, die wij allen gaarne eten. Laat men de kip hare eieren behouden, dan broeit zij ze uit, en er komen kuikentjes van, die al terstond gaan rondloopen. De haan ziet er zeer trotsch en deftig uit, staat 's ochtends vroep op en maakt ieder door zijn gekraai wakker. Zwanen, eenden en ganzen behooren in het water thuis en zijn zeer bedreven in het zwemmen. Van hunne veeren worden zachte bedden en kussens gemaakt. De ooievaar is overal bekend. Hij behoort tot de trekvogels en vliegt in het najaar naar warmer landen, om in de lente terug te keeren en zijn nest weer op te zoeken. Zijn voedsel bestaat voor het grootste deel uit kikvorschen, waar hij met groote behendigheid jacht op maakt. Duiven verschaffen vooral aan kinderen veel genoegen. Kleine meisjes spelen gaarne met hen, omdat zij zoo mak zijn en het voedsel uit de hand, of uit den mond zelfs, aannemen. Sommige zijn helder wit, anderen blauw en paarsch met een fraaien weerschijn. De adelaar is een roofvogel en wordt ook wel koning van de vogels genoemd. Hij heeft een krommen snavel, sterke kauwen, en woont op de hoogste bergen. De zwaluw heeft haar nest tusschen de daken der huizen, en de uil, die hier zoo mooi in het midden van de plaat prijkt, woont in torens en oude muren en vliegt alleen 's nachts uit, omdat hij over dag slecht zien kan. Papegaaien vindt men in warme landen, maar zij worden in groot aantal naar Europa gebracht. Het zijn fraaie vogels, met de helderste keuren versierd. Men kan ze ook gemakkelijk het een of ander laten napraten, en in een groote koperen kooi gezeten vermaken zij menig huisgezin door hun kluchtig en onophoudelijk gesnap. Een mijner kennissen had een papegaai, die bijzonder veel van de keukenmeid hield en altijd riep: ‘Kaatje, zoete Kaatje, lorretje kopje krauw, dag Kaatje!’ Maar 's Zondags als zij hare beste kleeren aan had en, met een mooien hoed op, uitging, dan riep hij geen ‘Kaatje’ meer, maar altijd: ‘Dag, jufvrouw! Dag, jufvrouw!’

Allerlei.

 
Boonen geeft men aan de duiven,
 
Honden laat men beentjes kluiven,
 
Vliegen vangt de spinnekop,
 
De ooievaar eet kikkers op,
 
't Paard houdt veel van hooi en haver,
 
Koeien krijgen gras en klaver,
 
Geiten eten blad en kruid,
 
't Bijtje zuigt de bloemen uit,
 
Rupsen plundren boom en hagen,
 
't Poesje gaat op muizen jagen,
 
Spoeling maakt het zwijn tevree -
 
Wie eet gaarne met hem mee?
 
De haan kraait 's ochtends - kikeriki!
 
De mees fluit altijd maar - ziwi!
 
Fidel, ons hondje blaft - wau, wau!
 
De poes zegt nooit iets dan - miauw!
 
De papegaai roept - kopje krauw!
 
De koekoek roept - koekoe, koekoe!
 
De koe zegt deftig - boe, boe, boe!
 
De kaketoe roept - kaketoe!
 
De kikkers schreeuwen - kikkerekrak,
 
Onze eenden zingen - kwak, kwak, kwak!
 
De schapen blaten - mè, mè, mè!
 
De domme Steven lacht - hè, hè!

De terugkomst van den ooievaar.

 
Hij is weer dáár:
 
Onze ooievaar!
 
Komt, jongens, loopt en doet uw best,
 
Wat staat hij deftig op zijn nest!
 
Hij brengt de lieve lente mee,
 
Hoezee! hoezee!
 
Hij is weer dáár:
 
Onze ooievaar!
 
Wel, meisjes, is 't geen groot pleizier?
 
Uw vriend, Heer Langbeen, is weer hier!
 
Hij brengt de lieve lente mee,
 
Hoezee! hoezee!
 
Hij is weer dáár:
 
Onze ooievaar!
 
En kleppert weer zooals voorheen
 
Tot groote vreugd van iedereen.
 
Hij brengt de lieve lente mee
 
Hoezee! hoezee!
[pagina 20]
[p. 20]
 


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken