Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy (2002)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Bulhof



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy

(2002)–O.C.F. Hoffham–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

§. 62. De vaerzenmaaker schryft op Hercules pylaaren

De vaerzenmaaker schryft op Hercules pylaaren. Het is bekend dat Fenelon in zyn' FranschenTelemachus slechts een prosaïsch stuk geleverd heeft; maar Feitama herschiep zulks door zyne vaerzen in Neêrduitsche poëzy, (§. 48.) en schreef die vaerzen op Hercules pylaaren, geljk de titelprint voor dat dichtstuk, en haare verklaaring te recht aanduiden:

 
De Fransche vinding, die dit heilzaam voorwerp gaf,
 
Noopt Neêrlands poëzy, opdat ze, in kunst ervaren,
 
Het vorstlyk voorbeeldt schryve op Hercules pylaren. Ga naar voetnoot383

Dus zal, daar Fenelons Telemachus eerlang zal vergeeten zyn, Feitamaas dichtstuk in wezen

[pagina 134]
[p. 134]

blyven, zo lang van Hercules pylaaren word gesproken.

Waar men die beruchte pylaaren te zoeken hebbe, leert ons Feitama:

 
'k Verliet u daar met hem, toog door de verste baren
 
Naar 't roemryk Betisch strand, by Hercules pylaren.
 
(Telemachus, bl. 169) Ga naar voetnoot384

en:

 
De Betis, een rivier, vloeit door een' vruchtbren grond,
 
Wiens onbetrokken lucht zo zagt is als gezond:
 
Zy geeft die kust haar' naam, en stort zich in de baren
 
Des grooten oceäans, by Hercules pylaren.
 
(bl. 185) Ga naar voetnoot385
‘Tacitus maakt ook gewag van pylaaren, by Hercules gericht op den Frieschen boodem, hoewel met onwis bescheid. -- Sy dwaalen, die de pylaaren van Herkules in Frieslands middelpunt, binnen 't vlek Duivels-kutte, stellen. Neen: de woorden van Tacitus geven genoegsaem te kennen, datze elders op een Friesch eiland door d'Oceaan bespoelt zyn’ (Commelin, Beschryving van Amsterdam, bl. 13 enz.) Ga naar voetnoot386.

Vondel spreekt 'er van in het enkelvouwdige:

 
Zo braef een toght streeft Herkles strantkolom
 
Dan wyt voorby, waermee de Grieken praalden, enz
 
(Poëzy, Deel I, bl. 424) Ga naar voetnoot387

Wat 'er voorts van Hercules pylaaren zy, het schryven op dezelven zegt, voor de geheugenis, zoniet voor de eeuwigheid, iets bestaan of schryven. Zo zegt De Decker:

[pagina 135]
[p. 135]

 
Schryf, groote Draeck, schryf vry op Hercules pilaeren:
 
Noch vorder, Hercules, noch grooter ick als gy.
 
(Puntdichten, Boek I, 108) Ga naar voetnoot388

Tot het schryven op Hercules pylaaren word onsterflyke inkt verëischt, waarvan de dichters gewaagen; by voorbeeld:

 
Myn zwaneschacht, myn trekkebekske drinkt
 
Zich dronken in onsterffelyken inkt.
 
(Vondel, Poëzy, Deel I, bl. 317) Ga naar voetnoot389

voorts:

 
Zo drenk myn schachten met onsterffelyken ink.
 
(Antonides, Ystroom, bl. 67) Ga naar voetnoot390

en:

 
Gedichten, blinkend van onsterffelyken inkt.
 
(Antonides, Mengeldicht., bl. 261) Ga naar voetnoot391

Daar nu het schryven met onsterflyken inkt den poëeten toekomt, en het schryven op Hercules pylaaren zeer eigenaartig het vaerzenmaaken uitdrukt: zo is eindelyk niets natuurlyker, dan dat zo veelen onzer kooplieden, welken het lust te dichten (§. 13.), op Hercules pylaaren bestaan te schryven. De koopman, zeker, heeft daartoe het naaste recht, want immers

 
Hy breid, door zyn vertier en inkoop aller waren,
 
Zyn' handel uit, tot zelfs by Hercules pylaren.
 
(Telemachus, bl. 53) Ga naar voetnoot392

voetnoot383
Regel 12-14 van een sonnet dat J. Wandelaar, de graveur van de titelprent van Feitama's Telemachus, daarbij schreef: ‘Verklaring van de titelprent’.
voetnoot384
Feitama, Telemachus, p. 169.
voetnoot385
Feitama, Telemachus, p. 185.
voetnoot386
Commelin, Beschrijving van Amsterdam, p. 13-14, met de variant: ‘de by gebragte woorden’.
voetnoot387
‘Op 's Lants nieuw Raethuys’, r. 29-30 (WB IX, p. 398).
voetnoot388
De Decker, Puntdichten, Boek I, nr. 108.
voetnoot389
‘Inwying der doorluchtige schoole’, r. 17 (WB III, p. 373, alwaar ‘Myn' swaeneschacht, myn treckebeckske drinckt / sich droncken, in onsterfelycken inckt’).
voetnoot390
Antonides, Ystroom, de voorlaatste regel van het Tweede Boek, waarvan de slotregel (van wel zeer hoffhameske inspiratie) luidt: ‘Op dat ik u alom ... help Triton! ik verdrink!’.
voetnoot391
Antonides, Mengeldichten: ‘Op Ymont, den lusthof van Joan Six’.
voetnoot392
Telemachus, p. 53 (alwaar de variant: ‘Ja breid,’).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken