Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy (2002)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Bulhof



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy

(2002)–O.C.F. Hoffham–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

§. 98. Het rym en de maat zyn de beste gidzen ter taalkunde

Het rym en de maat zyn de beste gidzen ter taalkunde. Vooral van het rym, die ziel aller vaerzen (§. 25.), heeft men zich te bedienen, om zuivere taalkennis te verzamelen; ten welken einde men Vondel, dien prins der dichteren, voornamelyk heeft te leezen. Hier zyn, uit hem, enkelde staaltjes ten beste:

 
Nu rust de vader, die de Muizen,
 
de zanggodinnen --
 
(Poëzy, Deel II, bl. 32) Ga naar voetnoot645
 
Zoo kome uw gunst daer boven ons te vordel;
 
(bl. 259) Ga naar voetnoot646
 
En toont wat kunst vermagh en leerzaeme gewente;
 
(bl. 342) Ga naar voetnoot647
 
Om myner broedren wil, ter liefde van Godts vrunden;
 
(bl. 483) Ga naar voetnoot648
[pagina 211]
[p. 211]
 
In Salem, Davids stadt, beschermd voor plonderaci;
 
(bl. 527) Ga naar voetnoot649
 
Zo zwaer als hy vermagh op zynen hals te dregen;
 
(Eneas, bl. 446) Ga naar voetnoot650
 
Die plooy zet in 't verstant, door oefninge en gewennis;
 
(Bespiegel., bl. 38) Ga naar voetnoot651
 
Die schynt geluckigh, die zyn vruchtbre kud' ziet zwillen;
 
(Heerlykh. van Salom., bl. 101) Ga naar voetnoot652
 
Ontvangt dees bron der marteladeren;
 
(Maria Stuart, bl. 53) Ga naar voetnoot653
 
Ik beschudde
 
Niet ongehavent, noch niet haveloos dees kudde;
 
(Ovidius Herschepp., bl. 20) Ga naar voetnoot654
 
Hoewel het traanen en de rou verbiên te mellen;
 
(bl. 277) Ga naar voetnoot655
 
Is 't veyligh, kies ik liefst rauw' bonen en erwéten.
 
(Warande der dieren, bl. 100) Ga naar voetnoot656

Zo veel tot een proefje omtrent het rym, als gids ter taalkunde. --- Mercier, die gezworen vyand van het rym, schimpt 'er op, als nadeelig voor de taal. Dus spreekt hy: ‘Cette rime tyrannique, cette ritournelle de consonnances, ce tintement puérile, font perdre à la langue sa netteté, sa précision, sa flexibilité même’ (Tableau de Paris, Tom. VIII, pag. 167) Ga naar voetnoot657.

Wat de maat betreft, zy helpt mede ter volmaaking der taalkennis; en ook hieromtrent mogen weinige staaltjes dienen:

 
En wreede wolleven, en beeren, in woestynen;
 
(Vondel, Herschepp., bl. 321) Ga naar voetnoot658
[pagina 212]
[p. 212]
 
Van 's wollefs bloênden muil verbeeten en verslonden;
 
(bl. 347) Ga naar voetnoot659
 
Die met een wollefshuit op 't hooft gewapent was;
 
(bl. 377) Ga naar voetnoot660
 
Totdat de storremwind en 't holle water zwicht;
 
(bl. 406) Ga naar voetnoot661
 
En 't merregh in 't gebeent' begon alree te branden;
 
(bl. 442) Ga naar voetnoot662
 
Zoo wert het bussekruit moordadigh aengesteken;
 
(Maria Stuart, bl. 13) Ga naar voetnoot663
 
Hy zellef was de voorste, om elleck moedt te geven;
 
(Gysbr. van Aemstel, bl. 42) Ga naar voetnoot664
 
--- --- behalve ditte stont
 
Een marmere kapel --- ---
 
(Eneas, bl. 247) Ga naar voetnoot665
 
--- --- zoo hangen hartetochten
 
Heel vast aen heur natuur
 
(bl. 328) Ga naar voetnoot666
 
Met achteloos zomwyl haer schoonigheit t'ontdekken
 
(Antonides, Ystroom, bl. 84) Ga naar voetnoot667
 
Hun leven liever als hun vryigheit verloren.
 
(Zegezangen, bl. 42) Ga naar voetnoot668

Vondel leert derhalve te recht: ‘Men magh om het rym en de maet de tael niet vervalschen’ (Aenleidinge ter Nederd. Dichtk.) Ga naar voetnoot669. --- Men volge dan het voorlichten van deeze zuivere voorbeelden, en hoede zich dus om niet tegen de taal te zondigen, waardoor men, gelyk Oudaan zegt:

 
Zyn loutre armoedigheit in 't rymen dus bedekt,
 
En voor het heldre Duitsch een warretael verwekt. Ga naar voetnoot670

voetnoot645
‘Ter begrafenisse van Peter Schryver’, r. 5-6 (WB IX, p. 246). Rijmt op ‘verhuizen’.
voetnoot646
‘Opdraght Maegdebrieven’, r. 113 (WB IV, p. 434). Rijmt op ‘gordel’.
voetnoot647
‘Op d'afkomste van Lambertus Reinst en Alida Bikkers van Swieten’, r. 37 (WB X, p. 178). Rijmt op ‘lente’.
voetnoot648
‘Jerusalems lof’, r. 121 (WB II, p. 222, alwaar: ‘Om onzer broed'ren wil, ter liefde van de vrunden’). Rijmt op ‘gunden’.
voetnoot649
‘Inwying van den Christen Tempel t'Amsterdam’, r. 26 (WB III, p. 324). Rijmt op ‘statie’.
voetnoot650
Eneas X, r. 208 (WB VII, p. 35).
voetnoot651
Bespiegelingen van Godt en godtsdienst I, r. 1254 (WB IX, p. 454).
voetnoot652
De Heerlijckheyd van Salomon, vertaling uit 1620 van Du Bartas' La Magnificence de Salomon: (WB II, p. 247); deze jeugdverzen (r. 275-276) hebben een zekere faam verworven: ‘Die schijnt geluckigh die zijn vruchtb'r kud' ziet zwillen, / En stelen Carmelus zijn groenende achterbillen’.
voetnoot653
Maria Stuart, r. 1414 (WB V, p. 224).
voetnoot654
Ovidius' Herscheppinge I, r. 617-618 (WB VII, p. 427).
voetnoot655
Ovidius' Herscheppinge IX, r. 460 (WB VII, p. 720).
voetnoot656
Warande der dieren, 100: ‘Het veld en stad muysken’, v. 18; dit vers rijmt met ‘eten’ (WB I, p. 717).
voetnoot657
Mercier, Tableau de Paris, VIII, p. 167.
voetnoot658
Ovidius' Herscheppinge X, r. 762 (WB VII, p. 769).
voetnoot659
Ovidius' Herscheppinge XI, r. 535 (WB VII, p. 797).
voetnoot660
Ovidius' Herscheppinge XII, r. 487 (WB VII, p. 833).
voetnoot661
Ovidius' Herscheppinge XIII, r. 629 (WB VIII, p. 45).
voetnoot662
Ovidius' Herscheppinge XIV, r. 464 (WB VIII, p. 90).
voetnoot663
Maria Stuart, r. 130 (WB V, p. 174).
voetnoot664
Gysbreght van Aemstel, r. 1103 (WB III, p. 573).
voetnoot665
Eneas IV, r. 650-651 (WB VI, p. 583).
voetnoot666
Eneas VI, r. 1090-1091 (WB VI, p. 733).
voetnoot667
Antonides, Ystroom, p. 84.
voetnoot668
Antonides, Zegezangen, ‘Op den Nederlandschen zeetriomf, ter eere der dappere helden Michaël de Ruiter en Kornelis Tromp’.
voetnoot669
Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste, (WB V, p. 485, r. 49-50).
voetnoot670
Joachim Oudaen (1628-1692), geen plaats. Niet getraceerd.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken