Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Horae Belgicae (1968)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (3.80 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Horae Belgicae

(1968)–A.H. Hoffmann von Fallersleben–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

LXXXV.
¶ Een oudt liedeken.

1.[regelnummer]
JCk quam tot eenen dansse
 
Daer menich ioncfrouken was
 
Ende daer vant icse alleyne
 
die seer bedroeuet was.
 
Jck boot haer vriendelike
 
Mijn groete si loondes mi.
 
Haer soete woorden beuielen mi
2.[regelnummer]
Mijn moerken is ghestoruen
 
Die mi ten besten riet.
 
Een ander hebbe ic verworuen
 
des lijdt mijn herteken verdriet
 
Si gauen mi eenen ouden man.
 
Al om dat goeykens wille.
 
Ginc ic dat houwelic an.
3.[regelnummer]
So coemt hi voor mijn bedde.
 
Al voor mijn beddeken staen.
 
Sijn coussen ende ooc zyn schoen.
 
Heeft hi al wt ghedaen.
 
Hi heeft so veel masselen aen zijn beyn.
 
Ende dan moet ic hem gaen verwermen
 
Den leelicken ouden man
4.[regelnummer]
Dan sidt hi aen den dissche
 
Hi heeft van als genoech.
 
Van wiltbraet ende ooc van vissche.
 
Veel meer dan hijs behoeft
 
Hi sidt en babbelt al waert een gans
 
Hi en heeft in alle sinen mont
 
Och niet meer dan eenen tant
[pagina 129]
[p. 129]
5.[regelnummer]
Dit claghe ic v lieue ghespele
 
Och lieue ghespeelken goet
 
Dat ic myn ionge leuen.
 
Aldus verslieten moet.
 
Ende al met eenen ouden man
 
Dan moet icker bi te bedde gaen
 
Die genuechte noch vruecht en can
6.[regelnummer]
Die oude man is ghestoruen
 
Den ouden en die is doot
 
Eenen ionghen heb ic verworuen
 
Hi geeft mi slaghen so groot
 
Dan dencke ic op den ouden man
 
Och vonde ick weder zijns ghelijck
 
Nemmermeer en scheyde icker van


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken