Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Horae Belgicae (1968)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (3.80 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Horae Belgicae

(1968)–A.H. Hoffmann von Fallersleben–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

CXCII.
¶ Een nyeu liedeken.

1.[regelnummer]
HOort toe den hoop met allen.
 
Wat te Lueuen is ghebuert
 
zijnt sint Jansmisse is gevallen.
 
Van een Clercxken ongetruert.
 
En van een moederlijc meysken.
 
Si hadden malcander lief.
 
Al sprack hise menich reysken.
 
Dat en bluste noch niet haer gerief
2.[regelnummer]
Hi slachte Vrou Venus knaepen.
 
Sint Jooris bisschop maecte hem nat
 
Om in haer blanck armkens te slapen.
 
Hi haer so vriendelijcke badt
 
Dwelcke si hem consenteerde.
 
Van vaer en Moer was hi bevreest
 
Mer tmeysken douders informeerde.
 
Hoe si ghequelt was van eenen gheest.
3.[regelnummer]
Screyen iancken croegen en stenen
 
sachmen aen dit meysken fier
[pagina 296]
[p. 296]
 
Och moeder waer sal ic henen
 
noit maecht en leet sulc dangier.
 
Eenen geest sal mi die leden breken
 
Ten dient niet langher gestilt
 
Of alleen moet ic tegen hem spreken
 
Op den voorsolder hi comen wilt
4.[regelnummer]
De ouders hier af seer verscriecten
 
Maecten haestich huer bedde beneen.
 
Op gheen boeuerye si en mickten
 
mer hebben huer lief dochter gebeen
 
Willet paciencelic verdragen
 
Al wat v den geest aendoet
 
Wi hopen in corten daghen
 
Sal al zijn pijne zijn geboet
5.[regelnummer]
Tsauens ontrent den neghen
 
wort dit meisken seer beureest
 
Och moerken ic moet sonder beiegen.
 
Daer bouen gaen spreken den geest.
 
Den clerc quam ter veynster inne.
 
Bi zyn liefste moedernaect
 
Die gheest quelde zyn liefste minne
 
Datter die coetse as heest gecraecht
6.[regelnummer]
De ouders niet seer vast en sliepen
 
haer iammerde tsdochters verdriet
 
Seer lude si biddende riepen
 
Liefkint lijdt al wat v geschiet
 
Geeft, goet, erue arbeit mede
 
Al wat hi v beueelt.
 
Consenteert al hem tzynder vrede
 
Op dat ghijt niet langer en bequelt
7.[regelnummer]
Tsnuchtens ginghen vrienden en magen
 
Met medecijn tot haer bedde vroech
 
Meysken sey de geest sou mi plaghen
 
dedic niet altijt zijn geuoech
 
Tgheslachte weende seere
 
Tmeisken was van verwe bleec
[pagina 297]
[p. 297]
 
Och vrienden dat weet onsen here
 
Hoe dat mi den geest te nacht bestreet
8.[regelnummer]
Ten baet seyt si hulen screyen en lollen
 
Alleen ic mot die pyn lijen
 
Siet hoe ic hier ligge geswollen
 
Door des geest pynlic bestrijen
 
Wt die vrienden sonder weder leggen.
 
Spraker eenen boerdelic onversaecht
 
Cosijn dorstic ic sout seggen
 
V dochter myn nicht en is geen maecht


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken