Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre
poëzie

Subgenre
bloemlezing


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Horae Belgicae

(1968)–A.H. Hoffmann von Fallersleben

Vorige Volgende
[p. 310]

CCI.
¶ Vanden Landtman

1.
LAet ons den landtman louen
 
Met sanghe ende vruecht
 
Want hi gaet al te bouen
 
Om sijn loyale duecht
 
Landouwen, sloten steden,
 
Daghelijcx spijft ende voet
 
Met sijn sweetighe leden
 
Den edelen landtman goet
 
Daert al by leuen moet
2.
Hertoghen, Princen, Grauen
 
Sullen si zijn ghespijst
 
den landtman moet beslauen
 
Thes recht datmen hem prijst
 
Als heeren triumpheren
 
En schaffen huypschen moet
 
Men siet hem laboreren
 
den edelen landtman goet Daert al. illustratie
3.
Elck doet den landtman toren
 
Waer hi sayt ende plant
 
die mollen blint gheboren
 
wroeten naert hem meest meshant
 
die coeyen, schapen, en swijnen
 
die comen metter spoet
 
En doen zijn vrucht verdwijnen
 
den edelen landtman goet Daert. illustratie
4.
Vrou venus lacke dieren
 
Die doen hem groot gequel
 
Sijn vruchten niet en vieren
 
Als si ligghen in haer spel
 
Si stommelen ende si steken
 
Al waren si verhoet
 
Sijn coorne deerlijc breken
 
den edelen lantman goet Daert. illustratie.
[p. 311]
5.
Elck besicht daer zijn clauwen
 
Hoenders en voghels vry
 
Men gaeter ter oeste houwen
 
Hi en isser niet altijs by
 
Men soude qualick ghelouen
 
Hoe menich ontschamel bloet
 
Trecken en teesen wt zijn schouen
 
den edelen landtman goet Daert. illustratie
6.
Dan is hi van die papen
 
Om zijn thiende ghequelt
 
die costers staen en gapen
 
Om eyeren schoouen oft gelt
 
Susters ende baghijnen
 
Om hebben elc hen groet
 
dus laet hi vanden sijnen
 
den edelen landtman goet Daert. illustratie.
7.
Mulstooters met haer rijuen
 
Om kiekens koorne en vlas
 
Connen wonder bedrijuen
 
Die vier oordenen op dat pas
 
Willen hem gods rijcke verleenen
 
Met huer bedinghe soet
 
Mer tes hebben dat si meeuen
 
vanden landtman goet Daert. illustratie.
8.
Die iaghers en serganten
 
die zijn oock geerne verblijt
 
Want si hem voor terwanten
 
En boenen hebben beurijt
 
Den molenaer vanden mele
 
Als hi ter molen doet
 
Schept diepe god weet hoe veele
 
Vanden edelen landtman goet Daert. illustratie
9.
Vossen fissauwen fluwijnen
 
doen zijn hoenders en ganssen stoot
 
die woluen wreet om schouwen
 
bijten coeyen en schapen doot
[p. 312]
 
Wesels suypen so si pleghen
 
Sijn eyeren onghebroet
 
dus commet hem alle tseghen
 
den edelen landtman goet Daert. illustratie.
10.
Christus die tonser vrame
 
Ter eeren den landtman sijn
 
Sijn bloet ende lichame
 
Schanc onder broot ende wijn
 
En als hi was verresen
 
Quam als een landtman vroet
 
Moet in zijn hulpe wesen
 
Den edelen lantman goet
 
Daert al bi leuen moet.

Vorige Volgende