Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1 (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (12.95 MB)

XML (2.41 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

(1976)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Eerste deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 737]
[p. 737]

322 Aen Aeltjen de Lange tot Delft.

1 Eerbaere Aeltjen de Lange,

 

2 Op eergister heeft mij Adriaen Cornelisz laeten lezen uwen briefGa naar eind2 3 aen hem, op gisteren ontfing ick den uwen aen mij: antwoorde dat 4 ick UL nojt geraeden heb Peel te trouwen, maer ter contrarie hebt 5 ghij tegens mijnen raedt ende zin schrijven van hem aengenomen 6 ende hem verdaghvaert ende gesproken ten hujze van mijnen zaeli-Ga naar eind6 7 ghen vaeder, terwijl ick inde Beemster was. Ick heb UL gezeit, dat 8 mij niet aenstondt, dat hij nocht ambaght nocht neeringe deede, 9 maer ledigh gink, UL hebt daer op geantwoort dat het zoude won- 10 der zijn dat ghij op geen tiendujzent guldens de kost niet zoudt kon-Ga naar eind10 11 nen krijghen. Wel is waer dat ick ziende de groote geneghenheit die 12 ghij hadt tot dit huwlijk, gezeit heb, dat ick het niet vreemt zoude 13 vinden, als ghij u gerust oft versekert kondt houden dat hij goed-Ga naar eind13 14 aerdigh was. Meer heb daer nojt toegezeit. Aengaende van Marijt-Ga naar eind14 15 jen de Schoutin, met hem, dat dat geen wettigh huwlijk was, ende 16 zijlujden elkanderen moghten ontslaen heb ick ende mijn swaegherGa naar eind16 17 Cloek alsoo verstaen, ende verstaen 't noch zoo, te meer, om dat 18 Marjtjen mij zelf verklaert had niet bij hem geslapen te hebben. Ick 19 meen dat het vijftigh advocaten met ons verstaen zullen, ende zijnGa naar eind19 20 noch onlanx bij den hooghen raedt inden Haeghe voor bastaert 21 verklaert de kinderen van een notabel edelman die lange bij haere 22 moeder geslapen, ende entlijk haer in zijn doodbed trouwbeloften 23 gedaen had. UL weet zeer wel, indien uwe memorie niet verlooren 24 is, hoe gaerne ick UL ongehuwlijkt gehouden had, ten minsten tot 25 allerheilighen toe, maer en moght mij niet gebeuren. Voorts be- 26 kenne ik gaerne dat UL mij, mijne zaelighe hujsvrouwe ende kinde- 27 ren hartelijk ende getrouwelijk hebt gedient, maer ghij behoort ook 28 te bekennen, dat ghij daer voor genooten heb eerlijke kost endeGa naar eind28 29 loon, diemen UL schuldigh was, ende boven 't geene men UL 30 schuldigh was, meenighe vereeringe, ook 't geen UL mijn hujs-Ga naar eind30 31 vrouwe zoo aen gelde als klederen, ende mijn zoontjen Cornelis 32 besproken hadden, dat ick ook UL gelt op mijn perikel heb ujtgezet,Ga naar eind32 33 ende UL meer renten gegeven als ick van anderen ontfing, dat ick 34 ontrent tweehondert guldens heb te kost gelejt om UL een vrijeGa naar eind34 35 brujloft te doen hebben. Al 't welke zoo ghij bij den anderen opre-Ga naar eind35 36 kent meene zult bevinden dat wij zoo wel bij UL gedaen hebben, alsGa naar eind36 37 uwe eighene ouwders. Ook zijt ghij gestadelijk met groote vrunt- 38 lijkheit bejegent, uwe vrunden zijn 't mijnen hujze altijds welkoom

[pagina 738]
[p. 738]

39 geweest, ende wel getracteerd. Ick heb meer als een beschaemt aen-Ga naar eind39 40 gezicht gehaelt om uwen broeder op ter vaert te helpen. IndienGa naar eind40 41 Peel u gebonden oft mishandelt heeft, dat is geschiedt bujten raedt 42 ende daedt van mij. Heb ook, mijns wetens, ick oft mijne jegen- 43 woordighe hujsvrouwe die ghij mede beschuldight, nojt gedachtGa naar eind43 44 gehadt dat tot UL naedeel strekte. Ende niettegenstaende alle deze 45 weldaeden, lastert ghij mij achter mijnen rugge tegens uwe vrien-Ga naar eind45 46 den met woorden, tegens Adriaen Cornelisz met schrijven, ende in 47 mijn aenzicht, met uwen brief ende t'elkenmaele als ick met UL 48 spreek; ende loont alzoo goedt met quaedt. Hebt daerom nietGa naar eind48 49 vreemt te vinden, dat ick UL ongaerne bezoek, want ick en kan UL 50 niet helpen, ende moet onverdient verwijt hooren. Doch ick wil 51 daeromme het quaedt dat ghij mij doet, met geen quaedt loonen, 52 maer volharden in mijne goede geneghenheit t'uwaerts, ende God 53 den Heer daeghelijx voor u bidden, ben ook alsnoch van meeninge 54 UL gelt onder mij te houden ende te mijnen perikel ujt te zetten, 55 UL gevende vijf ten hondert tot renten, 't welk meer is dan ick van 56 anderen bedinghen kan. Indien UL hart nae Peel trekt, ick meen hijGa naar eind56 57 wel bij UL zal komen, maer zoo ghij noch eenen afkeer van hem 58 hebt, en weet ick niet wat hij bij UL zal maken. Doch heeft belooftGa naar eind58 59 zoo ras de Joffrouw t'hujs komt, die alle daeghs verwacht wort haerGa naar eind59 60 het vierendeel jaers te komen betalen. Begeert ghij hem dan te spre-Ga naar eind60 61 ken, dat kan geschieden. Begeert ghij hem eerder, mooght het laten 62 weeten. Kan ick UL eenighe andere vrundschap doen, ick en wil niet 63 laeten, alles te bevorderen wat redelijk ende UL dienstigh is. Maer 64 en spreekt van mij niet meer zoo ondankbaerlijk, ende zijt den al- 65 moghenden bevolen die UL van deze swaere bezoekinge eenmael 66 genaedelijk verlosse, ende vriendelijk gegroet van mijne hujsvrou-Ga naar eind66 67 we ende UL

 

68 Vanden HtMujden,

69 17 Julij 1629.

69 Goedtgunstighen

70 PCH.

 

Hooft's gewezen dienstbode Aeltjen de Lange is ondanks zijn waarschuwing getrouwd en wordt door haar man slecht behandeld. Op gronden die niet uit de brief blijken, is dit voor haar aanleiding om kwaad van Hooft te spreken en hem onheus te bejegenen. Hij vermaant haar, toont aan dat zij geen reden tot klagen maar eerder tot dankbaarheid heeft.

[tekstkritische noot]Minuut. UBA II C II.208
eind2
Adriaen Cornelisz: onbekend.
eind6
verdaghvaert: ontboden.
eind10
Pelgrom Jacobsz, Aeltjen's man, was oudschepen van Muiden en bracht vier stukken land ten huwelijk ter waarde van ƒ11.000, bezwaard met ƒ2.000. (Akte van huw.voorw. gevonden door mej. J. Dommisse in het Not. Arch. Amsterdam 575 fol. 503 v.).
eind13
gerust en versekert zijn synoniemen.
eind14
Aengaende (het geval) van.
eind16
moghten ontslaen: konden ontslaan, nl. van trouwbeloften; heb ick ... verstaen: menen ik en mijn zwager Cloek aldus in te moeten zien (Mr. Pieter Janz. Cloek was advocaat).
eind19
dat het ... zullen: dat vijftigh advocaten het net als wij zullen zien.
eind28
eerlijke: behoorlijke.
eind30
vereeringe: geschenk; UL (dat.).
eind32
besproken: bij testament vermaakt; UL (gen.); perikel: risico.
eind34
vrije: u niets kostende.
eind35
Al ... oprekent: Als gij dit alles bij elkaar telt.
eind36
meene ... bevinden: dan meen ik dat gij zult bevinden.
eind39
wel getracteert: goed onthaald.
eind40
op ter vaert helpen: aan een plaats op een schip helpen. Of, oneigenlijk, aan een geregelde betrekking helpen.
eind43
gedacht: een gedachte.
eind45
weldaeden: goede bejegening.
eind48
Hebt ... vinden: Gij moet er u daarom niet over verwonderen.
eind56
ick ... komen: dan denk ik dat gij het samen wel zult kunnen vinden.
eind58
en weet ... maken: dan weet ik niet wat hij bij u moet doen.
eind59
de Joffrouw: Leonora Hellemans.
eind60
het vierendeel jaers: het kwartaal huishuur?
eind66
verlosse: in 1640 was Aeltje weduwe (lidmatenboek Nederd. Hervormde gemeente te Muiden); mijne huisvrouwe: deze passage schijnt geen voldoende grond om te onderstellen dat met de ‘Joffrouw’ in r. 69 iemand anders bedoeld wordt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra