Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 16]
[p. 16]

369 A Monsieur, Monsr Joost Baek, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.

(Baek: Muyden 1630 den laesten Julj beantw. 5 Augustj)

Loont.

 

1 Monsr et frere,

2 Op gister gins ende weder t' Amsterdam zijnde, sprak t' uwentGa naar eind2 3 aen om UE te bedanken voor de moejte mij te geval indenGa naar eind3 4 Haeghe gehadt, maer mijn geluk was zoo goedt niet, ende ditGa naar eind4 5 papier tot die plicht verschikt. Niettemin gaf ick UE dienaer deGa naar eind5 6 loopmaeren van de laeste ende naestlaeste weke, die met den Haen, 7 dat is den Franchojs, kraeijen. D' Italiaensche ontfing ick gister, die 8 d'ellenden van Italien breed ujtmeten, ende aen 't Fransch gelukGa naar eind8 9 mede 't hooft ophouden, meldende van eenen schrik in Milaen, die 10 alle 't dierbaerst der haeflijke goederen op 't Slot gedreven zoudeGa naar eind10 11 hebben. Is dit waer, zoo ziet het daer zujr ujt. De pest woedt daer 12 allomme raezender wijze: ende dreight ergher alsse noch doet. IckGa naar eind12 13 vernam bij mijnen swaegher Cloek nae den brief daer d'HeerGa naar eind13 14 Auditeur af zeide, maer is aldaer, sedert dien van de bouw-Ga naar eind14 15 betering, van welx ontfang zijne Ed. verwittight is, geen gekomen.Ga naar eind15 16 'T benieuwt mij, die heel ongewoon ben dat de HaeghscheGa naar eind16 17 brieven verloore rejze doen, ende denk hem weder te schrijven, alsGa naar eind17 18 UE op nieuw derwaerts gaet: vertrouwende dan immers het af-Ga naar eind18 19 schrift vanden Heere van der Mijle verwerven zult. Mij doet wee 20 dat de boeken vande Rechtsschrift [-] sedert den jaere 1558 tot 61Ga naar eind20 21 juist verloren zijn. Een van mijne voorneemste boodschappen was 22 Griete Proosten te vraeghen, nae den tijdt van 't ombrengen vanGa naar eind22 23 Geele Fij, die zeit dat het in 't jaer 1558 geschiedt zoude zijn, endeGa naar eind23 24 zij lange gevangen zat. Waer ujt oordeele dat zij ontrent den tijdt 25 van 't schrijven des Raedsheeren de Waert, zal aengetast zijn, endeGa naar eind25 26 mits verscheidene ujtvluchten, alle dien tijdt gezeten hebben.Ga naar eind26

27 T' Amsterdam leeft een' vrouw die in schout Willem Dirxzoons 28 hujs gewoont heeft, daer ick ter geleghener tijdt ijets ujt hoop te 29 scheppen. De dingen van Jacob Reael ende hun aenkleven, gaen mijGa naar eind29 30 aen gelijk het weder, daer ick 't best in wenschen ende niet toe 31 doen kan. Echter bedwing quaelijk mijn ongedult, in 't verlangen 32 naer een' ujtkoomst, met Deventerwaegh ende Bartelt. Maer mijnGa naar eind32 33 hoop is te beter om datter UE mede bekommert is, ende hoort

[pagina 17]
[p. 17]

34 gaeren ijet goeds. Dank hebt voor d'opening vande zaken inden 35 Haeghe broeijende, zonderling den toeleg op Breda. Alhoewel mij 36 jammert dat ick 't weet, om dat ick 't alleen niet en weet. ZulkeGa naar eind36 37 raedslaeghen moghen tegens de lucht niet. Vallen ze wel ujt, zulxGa naar eind37 38 wij aen die stadt ende Lingen zijnen mantel quijtraekt, ick zal 'tGa naar eind38 39 voor een troeteltrek der Fortujne houden, die 't hart aen den PrinsGa naar eind39 40 schijnt verhangen te hebben: Lang moet het dujren, tot Heil desGa naar eind40 41 Vaderlants. In Oostlandt woelt het met zulk een' levendigheit, oftGa naar eind41 42 het geen' tijdt had om langer te leven, ende een' groote 43 moorddaedigheit op handen waer. Het schijnt oft Vrankrijk ende 44 Sweeden den Caisar hadden laten ten einde zijnen aedem loopen, 45 om hem dan op 't lijf te vallen. Ist waer dat Peru ende NieuwGa naar eind45 46 Spanjen goudt ende zilver braken bij tonnen teffens, 't zal hem welGa naar eind46 47 te passe koomen. D. Coster plaght Amsterdam een modderpraemGa naar eind47 48 te heeten, om dattet rondom in moeren lejdt. Roemer saligherGa naar eind48 49 zeid' er tegens dat de natujr voor zijn' vailigheit gezorght had,Ga naar eind49 50 had zij zijn' wellustigheit vergeten. Nu zien wij dattet beter is inGa naar eind50 51 een modderpraem goê sier te maken, als op 't harde in de ge- 52 nuchlijkh der bosschaedjen verscheurt, vertreden ende gepijnight te 53 werden, door 't zaeijen van oorlooghe ujt oorlooghe. EllendigheGa naar eind53 54 gewesten, die alle overrompeling onderworpen, ende nemmer ujt 55 de paerdevoeten zijn! Een werkelijk jaer wil 't wezen, al doen wijGa naar eind55 56 niet dan toekijken: gelijk men vande Philosophen zeidt. Met watGa naar eind56 57 verrekijker, ende van wat kijkveer, kanmen 't endt afzien. DeGa naar eind57 58 Papisten zullen den Pals ujt de klaeuwen niet slaeken, zoo lang zijGa naar eind58 59 eenen veêr vanden mondt kunnen blaezen. Wij ende ons gelijke 60 zullen geenen kans verkijken, hoe kleen hij is, om dat hok weder inGa naar eind60 61 te krijghen ende de wieken vanden arent te fnujken. De FranchoisGa naar eind61 62 kan den Mantuaen niet in de pekel laten steken, zonder te waenenGa naar eind62 63 dat de schael die dus lang in 't gewight gehangen heeft, over deGa naar eind63 64 Spaensche zijde slaet. De hoop van dat overslaen staet den Span- 65 jaert, zonder twijfel, ook zoo zoet voor, dat hij een op al zetten 66 zal, eerze inde assche raekt. De Nieuwenburgher zoude 4 tonnenGa naar eind66 67 schats mede gebraght hebben, ende die aen rijxdalers. Waer toe alGa naar eind67 68 dat geldt, ende hoe heeftmen 't behendelijk konnen voeren?Ga naar eind68 69 Vande jonge brujdt verwondert mij niet. Het trouwen is eenGa naar eind69 70 koophandel onder meest alle de grooten. Ende de geringen dingen 71 dikwils nae de eere der zelve grootmoedigheit. UE weet hoe deGa naar eind71 72 voorneemste onzer stadt plaghten bewijft te wezen. Euripides wist 73 wat anders, als hij zeid, dat de menschen zaligh waeren, die 't wel 74 troffen met huwen, anders, ongelukkigh van binnen ende van 75 bujten. Dit is niet bij geval gekalt. Van binnen, om 't oorlogh in 't

[pagina 18]
[p. 18]

76 gemoedt: van bujten, om dat de huiszaken, dan meenighmael ook 77 verwilderen, oft, zoo men schoon, goedt aenbaggert, men heefterGa naar eind77 78 luttel wils af. De beloften van Carel van Gelder smaken mij nietGa naar eind78 79 qualijk, dewijl ick daer ook wel heb af te vaeren. Niettemin enGa naar eind79 80 denke nauwlijks, dat hij ons ijet geven zal, oft alle de wereld en 81 heeft het in Bor. In 't tweede boek van Tacitus heb ick ijets be-Ga naar eind81 82 gonnen, mij vindende verknocht UE moejten in 't afschrijvenGa naar eind82 83 t' erkennen. Hier bij gaen noch twee smeekschriften aenden PrinsGa naar eind83 84 Willem, ho.ged. ende twee brieven, d'eene van Reinout, d'ander 85 van Henrik van Brederode aen den Schout. Die van Henrik wilde 86 wat zeggen, in dien tijdt. Het schijnt datmen met vertooninge van 87 't groot getal der Liefhebberen in Amsterdam op dat pas, de parthije 88 der Edelen hebbe 't hart onder den riem willen steken, ende 89 d'andere verbluffen. Ick verwacht dubbelt van alles t' uwer E eerste 90 geleghenheit, ende mij gebiedende t' haerwaerts, laete dezelve 91 met alle de haren

92 Monsr et frere, Gode bevolen, blijvende

93 U E

94 Gansdienstwe broeder

95 P C Hóóft.

96 In haeste ujt mijn Toorentjen.

97 den laesten Julij. 1630.

 

98 Wat ick aen Vanden Vondele schrijf, zal UE konnen zien, daer naeGa naar eind98 99 den brief gelieven te sluiten ende te weghe helpen.

 

Babbeling over binnen- en buitenlands nieuws.

[tekstkritische noot]Origineel. KA CLXXIab 49.
Hs. watervlek.
T. tekstverlies doordat de pen over de rechterkant gegleden is (r. 20).
eind2
gins ende weder: (op een dag) heen en weer; sprak (ick) t' uwent aen: ben ik bij u aan de deur geweest.
eind3
mij...gehadt: om mijnentwil in Den Haag gedaan.
eind4
mijn geluk...niet: ik had tegenspoed: je was uit.
eind5
verschikt: bestemd.
eind8
aen...ophouden: (de berichten over) het geluk van Frankrijk ook bevestigen (WNT ophouden 861).
eind10
alle 't dierbaerst: al het dierbaarste; haeflijke: roerende; op 't slot...hebben: haastig op het kasteel (in veiligheid) zou hebben doen brengen.
eind12
dreight ergher: dreigt met ergere dongen (WNT 3277 2); alsse noch doet: dan tot nog toe.
eind13
vernam: informeerde; daer...zeide: waar mijnheer de Auditeur over sprak.
eind14
Auditeur: Joachim van Mierop; is (...) geen gekomen: inversie na maer.
eind15
zijne Ed.: de Auditeur; bouwbetering vgl. 371 e.v.
eind16
'T benieuwt...ben: Het verbaast mij, daar ik er helemaal niet aan gewend ben.
eind17
verloore (Mem. 3) rejze doen: onderweg verloren gaan.
eind18
vertrouwende (dat U E) (Mem. 6 en 7); immers: in elk geval; het afschrift: C. van der Mijle bezat veel historische stukken maar gaf de originelen niet uit handen, vgl. 344, 350.
eind20
de boeken van de rechtsschriften: de criminele rol, d.w.z. de notulen van de vierschaar, afdeling criminele zaken.
eind22
Griete Proosten: vgl. 362.
eind23
Geele Fij: in het tweede boek van de Nederlandsche Historiën beschrijft Hooft uitvoerig het lot van deze vrouw en de door haar ten onrechte van ketterij beschuldigde schout Willem Dirckszoon Bardes (1542-1566), vgl. 364; die zeit: dit moet op Griete Proosten slaan, Baek moest deze mededeling van haar blijkbaar verifiëren.
eind25
Christiaen de Waert, procureur-generaal van de keizer, schreef 31 januari 1555 brieven om de machinaties van Geele Fij te verijdelen; aengetast: aangehouden.
eind26
mits...ujtvluchten: door verscheidene listen.
eind29
De dingen enz.: Dr. Jacob Reael, vroedschap enz., ging 19 november 1629 op grote schaal failliet; gaen mij aen: raken mij, ik ben erbij betrokken.
eind32
Deventerwaegh is misschien de door Elias (Vroedschap I 125) vermelde lakenkoper Dirck Hendricksz. van Cloppenburch gezegd Deventerwaegh, Bartelt was misschien zijn compagnon. Baak had, waarschijnlijk als curator, met de zaak te maken.
eind36
alleen niet: niet alleen, als enige.
eind37
moghen...niet: moeten geheim blijven.
zulx wij aen die stadt (raeken)...quijtraekt: zodat wij die stad (Breda) krijgen en Lingen zijn wallen verliest: als het ontmanteld was, miste de vijand dit steunpunt.
eind38
Breda en Lingen (bij Oldenzaal) werden als begeerde grensvestingen dikwijls in één adem genoemd, verg. 356; beide behoorden tot het familiebezit van de Oranjes.
eind39
een troeteltrek: een verwennerij.
eind40
't hart verhangen: het hart verpand; moet: moge.
eind41
Oostlandt: Duitsland; het: onpersoonlijke constructie die in een persoonlijke overgaat: het is er zo'n herrie alsof Duitsland overal haast mee had, omdat er aanstonds moord op grote schaal zal gepleegd worden.
eind45
Nieuw Spanjen: Mexico.
eind46
bij tonnen teffens: bij vaten tegelijk (in dit zinsverband wschl. nog niet abstract als maat of bedrag).
eind47
modderpraem: modderschuit.
eind48
moeren: moerassen.
eind49
(Mem. 7); dat: toen.
eind50
wellustigheit: schoonheid, schilderachtige ligging.
eind53
door...oorlooghe: doordat de ene oorlog de andere voortbrengt.
eind55
wil: zal; werkelijk: druk.
eind56
wat (bep. bij verre- en bij -veer).
eind57
kijkveer: uitkijkpost (veer: ver).
eind58
den Pals: Beieren had de Palts bezet, vgl. 379.
eind60
dat hok...krijghen: allusie op de uitdrukking het hok in hebben: de baas zijn (WNT hok (I) 861).
eind61
den arent: de Habsburger adelaar.
eind62
waenen: moeten vrezen.
eind63
in 't gewight: in evenwicht.
eind66
eerze: nl. de hoop; De Nieuwenburgher: Wolfgang Wilhelm hertog van Pfalz-Neuburg, 1578-1653 (vgl. 398), zwager van Maximiliaan keurvorst van Beieren, 1573-1651, die de katholieke vorsten in Duitsland, in verstandhouding met de Keizer, aanvoerde.
eind67
ende die: en nog wel.
eind68
behendelijk: vlug en handig.
eind69
FV 133.
eind71
grootmoedigheit: het WNT geeft de betekenissen edelaardigheid, dapperheid, en trots met synoniemen. Geen van alle past hier met zekerheid. Doordat onbekend is, op welke opmerking van Baak Hooft antwoordt, blijft er veel duister. Ook de toepasselijkheid op de in 364 genoemde huwelijken is onduidelijk.
eind77
zoo..aenbaggert: of men al rijker wordt (goedt volgens WNT i.v. 56 1 subst. en geen adv.).
eind78
Carel van Gelder, geb. Antwerpen, overl. Den Haag 1632, welgesteld notaris en agent van de Deense koning aan de Poten in Den Haag. Hij had blijkbaar historische documenten beloofd.
eind79
daer wel af vaeren: er voordeel van hebben.
eind81
Pieter Bor, 1559-1635, schreef de beroemde geschiedenis van de eerste helft van de Tachtigjarige oorlog: Oorspronck, begin ende vervolgh der Nederlantsche oorlogen. Hij verscheen van 1595 tot 1635 en loopt tot 1600. Veel belangrijke documenten in extenso.
eind82
verknocht: verplicht.
eind83
stukken van C. van der Mijle die Baak voor Hooft overgeschreven had. Vgl. J.C. Breen, P.C. Hooft als schrijver der Nederlandsche Historiën, Amsterdam 1894, o.a. blz. 89.
eind98
daer nae (zal U E).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra