Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 181]
[p. 181]

448 A Monsieur, Monsr Joost Baek, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam

(Baak: Muyden 27 Maij beantw 30 ditto 1631)

Loont.

 

1 Monsr et Frere,

 

2 Hoe UE min met de veltslaeghen van den H. Wijtz gedient is, hoeGa naar eind2 3 zij mij bet verplicht. Niettemin achte onmoghelijk te zijn oft U EGa naar eind3 4 en zal ujt de hanteringe van dat krijswerk eenige kundt gevoelijker 5 wijze blijven aenhangen, die haer in tijdt ende wijle, al waer 't maer 6 in 't kouten, moght te passe komen. Wie weet nu wat zinnen onzeGa naar eind6 7 nakomelingen zullen hebben, om hunne pen oft rappier in dezeGa naar eind7 8 stoffe te bezighen. 'T geen onder mij berusten zal, is niet omGa naar eind8 9 ijemandt vande uwen geweighert te worden. Wel wenschte ick 10 deeze UE moejte met veirdigh voortsvaeren in Tacitus, ten deel te 11 erkennen. Maer mijn' Stoory stoort mij dapper. Ick heb meer alsGa naar eind11 12 anderhalf hondert steenen geraept ujt Burgundius, ende maghtige 13 moejte omze inte voeghen t'eenen werke, dat ick volle vast gemetstGa naar eind13 14 ende gevlochten vind, om zonder misstal, van bobbel oft holligheit 15 ijet versgevondens in te rujmen. Evenwel ben 'er aen vast, ende 16 moet 'er mij deur redden 't gevoeghlijxt, des doenlijk valt. UE zalGa naar eind16 17 haeren dank ook hebben van 't opperen tot deze timmeraedje. DatGa naar eind17 18 zij die boven haere waerde waerdeert, schrijf ick haerder goede 19 geneghenheit toe. De konst is kleen, maer de arbejdt ongelooflijk. 20 De quitantie vanden steenkooper is mij entlijk geworden. Claes oft 21 zijn wijf preutelt, 'k en weet niet wat, van UE eerst te spreken, alsGa naar eind21 22 te tekenen. Als hij laest hier was zeide dat UE hem bij monde ijets 23 toegezeit had, boven 't geen dat het verbondt melt. Ick denk welGa naar eind23 24 neen; ende dat ick eerder reden heb te misnoeghen. Doe hemGa naar eind24 25 daerom zeggen zoo hij weigherigh blijft, dat ick niet laten kan 't 26 verbondt te Hove te zeinden. Waer op lichtlijk gemaghtighdenGa naar eind26 27 moghten komen om 't werk te bezichtighen, ende hem een' goede 28 somme korten, voor 3 oft 4 snoode treden aenden trap, ende omGa naar eind28 29 dat hij minder getal van kanteelen gemaekt, dienvolghends niet zoo 30 veel hartsteens om te dekken gelevert heeft als de tekening ujt 31 wijst: daer 't werk ook mede ontsiert is, mits de spleten tussen de 32 kanteelen te wijdt zijn. Behalven dat hem geen kleene kost ende

[pagina 182]
[p. 182]

33 moejte zijn zal, zijn' p te Hove te verzoeken. Zoo hij bij UE komt, 34 waer goedt hem 't zelve te doen bezeffen.Ga naar eind34

35 Ick leez met schrik de maeren ujt Dujtslandt. 'T zal een' quaede 36 mangeling zijn Frankfort aende Oder voor Maeghdenburgh, zoozeGa naar eind36 37 God toelaet. Deze stadt heeft eenen grooten naem van sterkte en 38 strijdbaere burgherij. Kaizar Karel stiet'er 't hooft, nae een' lange 39 belegering. Zulx dat Tillij niet alleen een' veste van verlang, maer 40 geweldighe achtbaerheit zoude verovert hebben, ende de zaeken 41 gansch een' andere plooij kon doen neemen. Aende mujren te zijn,Ga naar eind41 42 dat 's verre gebraght. Maer om mij zelven wat te vlaeijen ende nietGa naar eind42 43 te treuren voor den tijdt wil mij troosten met het geen dat de 44 belegherden meest verslaet. Dat is zijn heftigh aenbijten. Want dit 45 geeft mij hoope, dat hij voor een ondersteek vanden Sweed vreest,Ga naar eind45 46 ende daerom tijdt met volk koopt, eer zij hem te kort valt. Is 'tGa naar eind46 47 waer dat het ontzet zoo nae bij is, men moet den moed niet ver- 48 looren geeven. 'T hangt daeraen oftmen den vijandt zijn' toevoert 49 kan afsnijden, dan oft hij een' goede rug heeft, oft zich des niet hoeftGa naar eind49 50 te kreunen, overmits overvloedt van voorraedt in zijn legher ende 51 gebrek van binnen. Want al kreegh hij geen nooddruft meer, zooGa naar eind51 52 zoudemen noch broodt tegens broodt, krujt tegens krujt, lootGa naar eind52 53 tegens loot moeten opweghen, en verzoeken wie aen de langste elle 54 waer. Anders is 't mijns oordeels bujten schijn een begraeven legher,Ga naar eind54 55 onder zulk eenen Overste, gelijk UE aenwijst, op te doen breken. 56 Maer 't staet in 's Hemels handt. Dien moet men 't beveelen,Ga naar eind56 57 denkende om zeker antwoort van Koningin Elizabeth, meermaels 58 aen Henrik den Grooten in zijnen noodt gegeven, alhoewel bujten 59 waerheit: dat zij hem geen' hulpe meer, als met bidden, bieden kon. 60 Wij moghen 't in ernste zeggen: ende dit met Horatius:Ga naar eind60

 
Prudens, futuri temporis exitum,Ga naar eind61
 
Caliginosa nocte premit Deus,
 
Ridetque, si mortalis
 
Ultrá fas, trepidat.

65 'T welk ick ter vlucht aldus vertolk,Ga naar eind65

 
Voorzichtelijk bewimpelt Godt,
 
Met dikke wolk, 't genaekend Lot,
 
En lacht 'er om, wanneer het vleisch,
 
Meer siddert, als nae redes eisch.

70 Den Heere Prinsse van Oranjen komt voor Blasoen toe de Cen-Ga naar eind70

[pagina 183]
[p. 183]

71 taurus vanden doolhof, dienmen zeit dat van de Romainen in 72 hunne standers gevoert wert, om te gedenken dat d'aenslaeghen 73 *in*Ga naar voetnoot+ verborghen oft verwarde, voor den vijandt gehouden dienen. 74 Geen dink behaeght mij bet in eenen krijsman. God geve hem geluk 75 nae de wijsheit die hij hem gegeven heeft, ende U EGa naar eind75

76 Monsr mon frere, de volkomenheit haerder goede begeerten, nae 77 wensch, dienst ende eerbiedenis van

78 U E

79 Gansdienstwillighen broeder

80 P C Hóóft.

79 In haeste, vanden Hujze 80 te Mujden, op een' van 81 d'altijds drokke daeghen.

82 27 Maj. 1631.

 

Over het invoegen van plaatsen uit Burgundius in de Nederlandsche Historiën. - Moeite met Claes van Delft. - De belegering van Maagdenburg. - Lof voor de verborgenheid van Frederik Hendrik's krijgsplannen.

[tekstkritische noot]Origineel. KA CLXXI ab 66.
Hs. Watervlek.
eind2
Als Baak het kopiƫren niet interessant vindt, is zijn verdienste jegens Hooft des te groter.
eind3
oft...zal: of er zal u door het bezigzijn met dat oorlogsbedrijf merkbaar enige kennis blijven aankleven.
eind6
in 't kouten: bij de conversatie; zinnen: geneigdheid, animo.
eind7
pen oft rappier: geschiedschrijving of krijgsbedrijf.
eind8
'T geen...worden: als Baak's afschrift onder Hooft's papieren terechtkomt, zal het Baak's kinderen later ten dienste staan.
eind11
Stoory: Historie, terwille van de alliteratie met stoort en allicht een allusie op het Ital. storia (WNT leidt storie (I) af van Lat. historia 979); Hooft moet meer dan 150 plaatsen uit Burgundius' Historia Belgica (1629) overnemen in zijn tekst.
eind13
bij het interpoleren bezorgt zijn geserreerde stijl hem moeite.
eind16
't gevoeghlijxt, des doenlijk valt: zo goed mogelijk.
eind17
opperen: het werk van een opperman bij de bouw.
eind21
wijf: vrouw, nog zonder de kleinerende betekenis; preutelt: zeurt, moppert.
eind23
verbondt: contract.
eind24
misnoeghen: ontevreden te zijn.
eind26
te Hove: bij de Rekenkamer, vgl. 442, r. 5.
eind28
snoode: slechte.
eind34
't zelve: dat.
eind36
mangeling: ruil.
eind41
plooij: draai; Aende mujren: dit meldde de tijding blijkbaar, dus dan was het glacis al in Tilly's handen.
eind42
Maer enz.: Hooft wil zich troosten met het voor de belegerden benauwende feit dat Tilly zo heftig aanvalt. Dit wijst er nl. op dat hij de tijd niet meent te hebben omdat Gustaaf Adolf te dicht in de buurt is.
eind45
ondersteek: afbreuk (WNT ondersteek 1475).
eind46
tijdt met volk koopen: volk opofferen om de tijd te verkorten, zie boven.
eind49
dan oft bij een' goede rug heeft: en of hij in de rug gedekt is.
eind51
gebrek van binnen: gebrek in de vesting (er...is weggelaten).
eind52
broodt tegens broodt enz.: de grootste voorraad aan voedsel en oorlogstuig zal beslissen.
eind54
begraeven: verschanst.
eind56
beveelen: opdragen, overlaten.
eind60
Wij: op dit woord valt de nadruk; ende dit: en wel.
eind61
prudens etc.: Voorziening heeft van komenden tijd het eind met donkerduistren nacht overdekt Gods macht; Hij lacht, wanneer de stervling meer dan past zich beangst.
Horatius, odae 3, 29, 29-32.
eind65
ter vlucht: al improviserend (WNT vlucht (I) 2457-2458).
eind70
Centaurus: vergissing voor Minotaurus. Vegetius, 383-450, verklaart, waarom de Romeinen die als veldteken gebruikten: ut, quemadmodum ille in intimo et secretissimo labyrintho abditus perhibetur, ita ducis consilium semper esset occultum (vert.: opdat, zoals deze Minotaurus, naar de sage verhaalt, in het binnenste en meest verscholen gedeelte van het labyrinth verborgen huisde, zo ook het plan van den aanvoerder altijd diep geheim zou zijn.) Epitoma rei militaris 3, 6.
voetnoot+
*int*
eind75
nae: in evenredigheid met.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra