Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 339]
[p. 339]

531 A Monsieur, Monsr Joost Baak, in de Nes, naest de geringde kat, tot Amsterdam.

(Baak: 6 Junij 1632)

Loont.

 

1 Monsr mon frère,

 

2 Hier heeft U E. den bak met ouwekost te rug. De geur is mijGa naar eind2 3 genoegh geweest van zoo swaer een' spijze. 'T gelt op graef Henrix 4 hooft gestelt benieuwt mij niet: hem, denk ick wel, noch min; dieGa naar eind4 5 weeten moet, datmen op zulk waeter zulken visch vangt. DiesGa naar eind5 6 achte dat hij op zijn' hoede zal zijn, tegens de geenen die hun lijfGa naar eind6 7 aen 't zijn zouden willen te kost leggen: van welke hartvochtig-Ga naar eind7 8 heidt men zeldzaeme proeven ziet. Dat hem zijn eighe benden 9 zouden overleveren, is bij mij een oudt wijf met lange ooren, zooGa naar eind9 10 men zeidt. Want het en heeft niet alleen veel snaps in, die lichtlijkGa naar eind10 11 ujtlekt, oft beluistert wort, maer zoo veele verkens zouden dunneGa naar eind11 12 spoeling van dat geldt maeken, ende 't zap der koole niet waerdt 13 wezen. Maer hoe hij min volx bij een krijght, hoe hij meer gevaers 14 loopt: ende ben wel verwondert datmen van geen' grooter 15 toevloedt hoort. Men zoude zeggen, dat hij dus een stuk niet bij der 16 handt genomen had, zonder gewissen toeverlaet. De spraek gingGa naar eind16 17 t'Amsterdam, ende UE hadt des ijets te vooren aengeroert, datmen, 18 binnen weenigh daegen wat zeldzaems zoude hooren opdonderen.Ga naar eind18 19 Daerentussen sloert het vast heenen, ende verneemt men nochtGa naar eind19 20 afval van 's vijands zijde, nocht inval van de Sweeden te zijnenGa naar eind20 21 bodem, daer bij veelen groote staet op gemaekt werdt. Men heeftGa naar eind21 22 nu laest weder in vijf, ende onlanx daer nae in vijftien tonnenGa naar eind22 23 schats bewillight, op voorgeven, dat men in 't kort gewaer zoudeGa naar eind23 24 werden, hoe oorbaerlijk de penningen besteedt wierden. MoghelijkGa naar eind24 25 is de sweer noch niet rijp, zeitmen. Maer mijns bedunkens behoordeGa naar eind25 26 alles teffens ujt te bersten. Nu kan 'er de vijandt een' pap opGa naar eind26 27 leggen, en de zucht vertrekken, de bobbel doen zitten gaen. ZijnGa naar eind27 28 'er meer Nederlandsche Heeren misnoeght, men zal hen zoekenGa naar eind28 29 te paeijen, ende zij blijdt toe zijn, dat ze op 's Graeven kosten totGa naar eind29 30 hun vermeeten geraeken, hem laetende in de pekel steken. Ick 31 hoop nochtans een beter, al ducht ick dat de groote toeleg erghens

[pagina 340]
[p. 340]

32 haepert, ende dat zij lichtelijk geen beter geluk hebben zal, als 33 gemeenlijk de groote aenslaeghen doen. Daer behooren veel'Ga naar eind33 34 plaeten tot zoo een harnas, ende hebben weldigh veel passens aen, 35 eer ze glad aen 't lijf willen staen. Dan breekt 'er noch wel een riem 36 oft gesp; ende een half ujr tijds, dat men van doen heeft, om die te 37 verstellen, verbrodt het heele spel. Zoo komt 'er vaeke maer eenGa naar eind37 38 mujs voor den dagh, daer de berghen in arbejdt gingen. 'tT gaet 39 evenwel noch voor windt met ons, al en waejt het geen topzeil;Ga naar eind39 40 ende dat ick geloove, men had geen' gissing op zoo bats een'Ga naar eind40 41 antwoort van Maestricht gemaekt. Mij verlangt onverduldelijk, 42 nae d'uitkoomst dezer beleghering, ende wat het zijn magh dat 'erGa naar eind42 43 broedt. UE nochtans en neeme moejte niet van mij, voor eerst, te 44 schrijven. Wij staen op onze reize nae Alkmaer, ende denken 45 morghen avondt binnen Amsterdam te slaepen. Dat wij aldaer 46 laestmaels wat boven onze reke toefden, samt andere bezigheit, 47 heeft mijnen voortang in Tacitus verhindert. Ook heeft UE nu, 48 voor al een' wijle, genoegh te blokken aen 't ujtschrijven. Niette- 49 min, om voor mijn vertrek UE het eindt der jaerboeken te doen 50 zien, heb ten laesten den paerden willen slaghten, die den drafGa naar eind50 51 spoeijen als de daghrejz ten avont loopt, en hun de snof der stallen 52 in de neus slaet. U E. heeft het dan hier bij, ende daer in d'aller- 53 beweeghlijkste stof tot een treurspel, die in boeken te vinden zij.Ga naar eind53 54 De fortuin van Octavia is bitter zeker; maer die van Servilia deertGa naar eind54 55 mij noch bet, om veele reden hier te lang: ende wort met ujt-Ga naar eind55 56 gezochte erbarmenis door onzen schrijver ten toon gestelt. Dies, 57 om 'er deur te geraken, heb ook gestaekt den tredt mijnerGa naar eind57 58 Historien: tredt zeg ick: want deze stijl en wil nocht loopen nochtGa naar eind58 59 vloeijen, in mijnen zin, maer met gemeete schreden gaen. Van deGa naar eind59 60 Historien van Tacitus heb ick een stuk in voorraadt, ende UE eenGa naar eind60 61 wijl werk daer aen, ten gevalle van de welke ick willigh zal 62 voorts vaeren: maer eerst, zoo 't haer gelieft, het kort begrip vanGa naar eind62 63 elk jaerboek vertolken. Indien 't UE anders verstaet, ick blijve omGa naar eind63 64 haer orde te volghen, ende

65 Monsr mon frere,

66 U E

67 Weldienstwe verplichte broeder

68 P C Hóóft.

67 Ujt mijn Toorentjen.

68 6 Junij. 1632.

[pagina 341]
[p. 341]

Belangrijk nieuws. Graaf Hendrik vanden Berg loopt naar de Nederlandse zijde over. Geruchten over afval van de Zuidelijke gewesten van Spanje. Maastricht belegerd. - Tacitus.

[tekstkritische noot]Origineel. KA CLXXIab 82.
Hs. Watervlek.
eind2
Hooft bedoelt blijkbaar nieuwsberichten, o.a. over het overlopen van Hendrik van den Berg, 1573-1638, Spaans gouverneur van Opper-Gelder 1618-1632, zusterszoon van Willem I.
eind4
er was een prijs op het hoofd van Van den Berg gesteld; benieuwt: verbaast.
eind5
‘op zulke waters vangt men zulke vis’ (spreekw.; slotregel van Bredero's Klucht van de koe): dat heeft men in zulke omstandigheden te verwachten.
eind6
hun lijf...leggen: hun leven op 't spel zouden willen zetten om hem het zijne te ontnemen.
eind7
hartvochtigheidt: hardheid, vermetelheid, koelbloedigheid (WNT hardvochtigheid 2199 1).
eind9
een oudt...ooren: een kletspraatje.
eind10
het...in: er komt veel gepraat (afspraken) bij te pas.
eind11
zoo veele...maeken: als hele benden de losprijs voor de graaf van den Berg opstreken, zou er voor iedere soldaat persoonlijk weinig overblijven.
eind16
gewisse toeverlaet: stellige steun.
eind18
opdonderen: plotseling te voorschijn komen.
eind19
sloert het vast heenen: gaan de dingen hun trage gang.
eind20
te zijnen bodem: in het gebied van de Heer van den Berg.
eind21
daer...werdt: waarvan velen grote verwachtingen hebben.
eind22
onlanx: korte tijd.
eind23
op voorgeven: tegen de belofte.
eind24
oorbaarlijk: nuttig.
eind25
de sweer: Hooft bedoelt een grote politieke en/of militaire gebeurtenis in Spanje, de Spaanse Nederlanden of Oostenrijk.
eind26
Nu: nu het zo langzaam gaat.
eind27
de zucht (doen) vertrekken: de ziekte verdrijven; de bobbel...gaen: de zwelling doen slinken.
eind28
Nederlandsche: Zuidnederlandse, zoals twee jaar later tot uitbarsting komt (vgl. 644).
eind29
paeijen: overhalen (blijkens het vervolg van de zin: met geld); 's graeven kosten: nl. van Hendrik van den Berg; tot...geraeken: hun vermetele doel bereiken.
eind33
Daer enz.: Hooft vergelijkt de uitvoering van een uitgebreide samenzwering met het vervaardigen van een harnas.
eind37
Zoo komt...gingen: Parturiunt montes, nascetur ridiculus mus: de bergen zijn in barensnood, er zal een bespottelijke muis uit voortkomen. Horatius Ad Pisones 139.
eind39
topzeil is een gebruikelijke verkorting van topzeilskoelte of -wind: een gunstige bries (WNT topzeil 1483 2).
eind40
bats: kras. Dit moet op een afwijzing bij voorbaat slaan, want het leger kwam pas 10 juni voor de stad.
eind42
dat er broedt: de afval van de Zuidelijke Nederlanden van Spanje.
eind50
slaghten: evenaren, doen als.
eind53
beweeghlijk: treffend, roerend (WNT beweeglijk 2389 I A 1).
eind54
fortuin: lot; Octavia: Tacitus annales XIV, 63, 64; Servilia: ann. XVI, 30-33.
eind55
noch bet: nog meer; hier te lang: te lang om hier te zeggen.
eind57
(namelijk) om; mijner Historien: van mijn Nederlandsche Historien.
eind58
en wil nocht loopen nocht vloeijen: wil op generlei manier soepel glijden.
eind59
gemeete: afgemeten.
eind60
in voorraedt: bij voorbaat geschreven.
eind62
het kort begrip: het beknopte inhoudsoverzicht (aan het begin van elk jaarboek).
eind63
verstaet: wenst; ik blijve om te: ik zal uw bevelen blijven opvolgen en uw dw. P.C.H. blijven

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra