Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 700]
[p. 700]

733 A Monsieur, Monsr Joost Baak, bij t oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.

(Baak: 1635 Muyden 10 decemb beantw 18 ditto)

Loont

 

1 Monsr mon frere,

 

2 De letter die spreekt, moet zich voor eerst verantwoorden. Zijn'Ga naar eind2 3 verandring sprujt ujt tweederleij beweeghenis. Want het maxel vanGa naar eind3 4 den Duitschen heeft mij altijds quaelijk behaeght; en veel beter de 5 Latijnsche, oft ronde Italiaensche, die ook wel voortschiet: zulxGa naar eind5 6 aen mijn voorigh schrift luttel lettren ontbraeken van die forme.Ga naar eind6 7 Wijders vond' ik mij verleghen, ende haepering aen de handt,Ga naar eind7 8 wanneer ik benoodight wert Latijn te schrijven, oft Italiaensch: 't 9 welk nu somtijds mijn' beurt is. Dat ik ze wanvoeghlijk maele,Ga naar eind9 10 overtujghen mij mijn ooghen. Maer de tijdt zal leeren, zeggen deGa naar eind10 11 loopmaeren. Ik heb nu reeds een goedt deel Historie, op deze 12 wijze geschrabbelt: ende voor Mostaert geen' zorgh, oft hij en zalGa naar eind12 13 'er door geraeken. Daer UE dienaer haepert, kan hij UE vraeghen;Ga naar eind13 14 die ik meene dat in mijn voorigh geschrift 't welk ook weenighGa naar eind14 15 docht, al mede veel aenstoots gevonden heeft, tot dat de wennisGa naar eind15 16 die weg nam. Noopende de brujloft, is 't mij verdriet geweest het 17 gezelschap, zonderling van UE ende den heere Reael te missen. 18 Maer hoe kon ik mijn' huisvrouw' 't gevaer van een' schrik verghenGa naar eind18 19 die haer eertijds zoo quaelijk bekoomen is? Zoo U.E. ijet nieuws 20 begeert: Mujden (zejdt onze dochter) is een petit Paris. Het steekt 21 vol Franschen: Naerden en Weesp, desgelijx. Zij hebben in lange 22 geen geldt ontfangen, ende spreeken bij wijlen zeer vertwijfelt: 23 zulx de burghers hier niet zonder vrees voor plondering zijn. Als 24 men hun zejdt dat zulx hier te lande geen' wijz' is, en de galgh hun 25 voorlandt zijn zouw; antwoorden zij, dat 'er kleene keur is tusschenGa naar eind25 26 hangen en honger lijden. Zij ontfangen 's daeghs 1 1/2 pondt broods: 27 maer 't en lust hun niet droogh, oft gedoopt in waeter. De Wet- 28 houders, beducht voor eenigh misquaem leenen hun 's daeghs ijderGa naar eind28 29 twee stujvers, onder belofte die te innen van d'eerste soldij die 30 verwacht wordt. Maer ik leg dit leenen te vallen zonder weêr-Ga naar eind30 31 geeven. Dus wil 't waeter over den dijk, daer hij laeghst is, endeGa naar eind31

[pagina 701]
[p. 701]

32 zijn de kleene steedtjens overheert van soldaeten, die zelf overheert 33 zijn zouden, ende in toom te houden, in de groote. Zoo de handelGa naar eind33 34 van bestandt geen' andren grondt heeft, dan 't zeggen dat burgher- 35 meester Oetjens een der gemachtighden is, zorgh' ik dat'er luttel 36 op te staen zij. Want die van Mujden hebben hem over acht of tien 37 daeghen noch tot Aernhem gesprooken: ende ik hoor dat hij ver- 38 wacht wort, bij zijn' hujsvrouw en dochter, op zijn' hoef tussen 39 hier en Mujderbergh. Doch hoope dat dit een misverstandt zalGa naar eind39 40 wezen, en de handel van 't bestandt voortgaen. Mij is lief dat frere 41 van Uffelen mijns niet behoeft voor 't nieuwe jaer; tegens 't welkeGa naar eind41 42 wij denken over te koomen. Godt ten voorsten; die UE en alle deGa naar eind42 43 haeren in genade behoede; nevens hartgrondighe groete en ge- 44 biedenis,

45 Monsr mon frere, van

46 U.E.

47 Verplichten, dienstwsten

48 broeder

49 P C Hóóft.

48 Van den Hujze te Mujden,

49 10 Dec. 1635. In haeste.

 

Verantwoording van de overgang op modern schrift. - Frans garnizoen te Muiden. - Over onderhandelingen over een bestand met Spanje.

[tekstkritische noot]Origineel. UBA II C 13.48.
eind2
voor eerst: eerst.
eind3
beweeghenis: beweegreden; het maxel van den Duitschen: de vorm van de Nederlandse.
eind5
wel voortschiet: goed opschiet.
eind6
voorigh: vroegere: Hooft gebruikte in zijn vroegere schrift veel ‘Latijnse’ letters.
eind7
aen de handt: aanwezig (vgl. ‘wat is er aan de hand?’).
eind9
mijn' beurt, vgl. 732; wanvoeghlijk maele: lelijk teken.
eind10
leeren (tr.).
eind12
Mostaert schreef, evenals Baak (en diens bediende) de Nederlandsche Historiën in 't net; geen' zorgh...geraeken: niet bezorgd, dat hij er niet door zal komen.
eind13
Daer: Wanneer.
eind14
die (Baak of zijn dienaar?).
eind15
docht: deugde; aenstoot: struikelblok; wennis: gewenning.
eind18
verghen met dubb. acc.
eind25
kleene keur: kleine keus, weinig verschil.
eind28
misquaem: ongeval.
eind30
vallen (koppelww.): zijn; zonder weêrgeeven: te verbinden met leenen - ‘Maar ik verwacht dat dit lenen zonder teruggeven is’.
eind31
het water wil over den dijk enz.: waar de minste weerstand is, heeft men 't meest te lijden.
eind33
Zoo...heeft: Als (de geruchten over) de onderhandelingen over wapenstilstand geen andere grond hebben.
eind39
misverstandt: onjuist bericht.
eind41
mijns niet behoeft: mij niet nodig heeft (voor de afdoening van de voogdij).
eind42
Godt ten voorsten: in Mnl. Wdb. (IX 1157 II A) diverse plaatsen waar dit God het eerst, God bovenal betekent. Bij Hooft betekent de zegswijze Met Gods hulp (U.W. voorste 307: terwijl God vooropgaat op de ingeslagen weg) maar hier is het verzwakt tot als er niets tussen komt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra