Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 825]
[p. 825]

807 Aen Monsieur, Monsieur Joost Baek, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.

(Baak: muyden 31 Julij 1636 beantw 8 Augt)

Hierbij een leedigh vat, oft tiersken

 

Loont.

 

1 Monsieur mon Frere,

 

2 Dat de koopman eenen goeden Pöeet aen U.E. bedorven heeft, 3 zeggen U.E. rijmelooze gedichten. 'T is echter rujm zoo lijdelijk,Ga naar eind3 4 bij oft de Pöeet den koopman bedorven hadde, om zijn' dochters,Ga naar eind4 5 in plaets van veldthoenderen, met malse (zoo geen' malle) woorden 6 te aezen, gelijk men van Maegherheintjen zejdt, die zijn' verkensGa naar eind6 7 met een praetjen hieldt ende om haer, in plaets van goude- en zijdeGa naar eind7 8 laeken, met keurssen van lauwer en klimop te doen pronken. Want, 9 zeker, in zulk een' wejde zoud' ik haer lankzaem leggen zoo vet teGa naar eind9 10 werden, als men ze in Italien wenscht; ende wat groens moest'haerGa naar eind10 11 lusten, hadden zij liever met dat dorbaer tujgh, dan met satijn enGa naar eind11 12 fluweel voor den dagh te koomen. Derhalven magh U.E. welGa naar eind12 13 zeggen dat de Schijnheiligh zijn weetjen weet.Ga naar eind13

14 Hier bij keert het boekjen van den Heere Vossius, die des dank 15 hebben moet, en grooter hebben zal, zoo 't zijner E gelieft, nevens 16 U.E. over acht daeghen, onze prujmboomen te koomen helpen 17 verlichten van den last die der twee heeft doen scheuren. Wij 18 zouden 'er etlijke te lijf slaen, ende midlerwijle twee vlieghen metGa naar eind18 19 een' lap; gaende teffens te gast op onze gasten, die zoo lekker, enGa naar eind19 20 daerenboven gezondt voor de ooren zijn. Maer het diende te 21 geschieden zonder 't voorigh jaghten nae huis, ende met voordachtGa naar eind21 22 om een donkertjen twee oft drie over, en ons beschejdelijk dronkenGa naar eind22 23 te zujpen, aen de smaeklijke most, die dien Socrates ujt den mondtGa naar eind23 24 vloejt. Als mij dat gebeuren magh, denk ik om den Griekschen kok, 25 die zich roemde, dat hij met de pujre geur zijner gerechten de 26 lujden bij de neuz boejde, als zij voorbij zijn' winkel gingen: endeGa naar eind26 27 zouw lichtlijk zeggen, met den Florentijn van d'Academij derGa naar eind27 28 bujlkist, die een verken aen de zeunij voor zijn blaezoen voerde;Ga naar eind28

 
Ambrosia e Nettar non invidio a Giove.
30[regelnummer]
‘K benij Juppijn Ambrosi’ en Nectar niet.
[pagina 826]
[p. 826]

31 Belangende den wijn; ik heb hem (mijns weetens) niet gelaekt bij 32 U.E.: bekenne eevenwel, dat mijn swaegher Cloek den staert voorGa naar eind32 33 't volle vat verkoor. Dit is (zal U.E. zeggen) met den staert steeken.Ga naar eind33 34 Zeker met dien niet: hij is ujt: ende de ton gaet hiernevens, om, 35 met wat beters daerin, t' onzen hujze bestelt te werden, zoo U.E.Ga naar eind35 36 bezigheit toelaet op deeze kraemerij te letten. Maer U.E. heushejtGa naar eind36 37 is zoo kraftigh, dat zij raedt weeten zal om zoo een lapken ujt 38 haeren dieren tijdt te scheuren. In toeverlaet te dien, gebieden wijGa naar eind38 39 ons wederom dienstelijk t'uwer E. die nevens Joffre zuster en alle de 40 haeren den Algoeden bevolen zij, ende hartgrondtlijk gegroet,

41 Monsr mon Frere, van

42 U.E.

43 Verplichten, dienstwen broeder,

44 P C Hóóft.

43 Van den Hujze te Mujden,

44 31 Julij. 1631.

45 Mijn zoon, schijnende eenighe ritseling van Pöeetsche grilligheitGa naar eind45 46 te verneemen, zejde laestmaels, over taefel, als men sprak van zijn 47 zuster een' masker te doen draeghen, om wit te gaedren, dat zij 48 dan swarter dan nu zijn zouw. Welke stof van hem ontfangen, ik 49 tot het onderstaende maxel gebraght heb, ende gezonden aen den 50 Ridder Hujghens, tot lenging van den tijdt, die zijner Ed. gestr.Ga naar eind50 51 staêgh te kort valt. Het zal U.E. eevenalleens moghen dienen.Ga naar eind51

 

Scherts over de koopman die in Baak de dichter bedorven zou hebben. - Uitnodiging aan Vossius en Baak met scherts over het geestelijke voedsel dat Vossius tegenover de pruimen weet te stellen. - De wijn. - Het versje over Arnout's grapje, vgl. 803.

[tekstkritische noot]Origineel. UBA II C 13.36.
T. Onder het postscriptum het vers als onder 803, met komma's achter krijght', korst, Brujner. Dat. 1631 is een verschrijving van Hooft.
eind3
rijmelooze gedichten: goed geschreven brieven; rujm zoo lijdelijk: wel zo duldbaar (met verwerping van WNT lijdelijk 2199 4 (deze en één andere plaats): mogelijk).
eind4
bij oft: vergeleken met dat (de dichter het van de koopman gewonnen had); om...aezen: zodat die zijn dochters in plaats van patrijzen, mooie woorden te eten gaf.
eind6
Maegherheintjen: blijkbaar niet Magere Hein. de dood, maar een gierigaard, zoals er meer in de Amsterdamse traditie leefden (prototypen van de vrekken in de blijspelen, naast de klassieke voorbeelden.)
eind7
hieldt: onderhield; ende om...pronken: en zodat hij ze in lauwer en klimop laat pronken in plaats van in goud- en zijdelaken.
eind9
in zulk een wejde: bij zulke kost; leggen: onderstellen; zo vet als men ze in Italien wenscht: zo (weinig) gevuld als aan het Italiaanse renaissance-ideaal voldoet.
eind10
wat groens...lusten: in wat voor groente moesten zij geen lust hebben.
eind11
hadden...koomen: als zij liever met dat aan verdorren onderhevige goed, dan met satijn en fluweel voor den dag komen; dorbaar: niet in WNT. Of het is een zelfgemaakte contrastanalogie met vruchtbaar, of: wat bestemd is om te verdorren.
eind12
Derhalven: de causale bet. is hier even zwak als op de plaats uit Cats die het WNT geeft (derhalve 2426 2); men zou hier eerder iets verwachten als Nou! - vgl. in modern Nederlands Dus...zonder dat er een gevolgtrekking volgt.
eind13
Schijnheiligh (vgl. vVl. III, 398) Hooft's bewerking van Aretino's Ipocrito. Schijnheiligh geeft daar een opsomming van mogelijke schoonzoons en zegt over de dichter: ‘De pöeet soud u leggen breecken 't hooft met de maet en de fransche sneê, en leeren al 't gezin kallen, oft uw hujs een tooren van Babilonien waer enz. enz.’ vgl. de inzet van deze tirade met discussie tussen Huygens en Hooft dl. I, 857 v.
eind18
etlijke te lijf slaen: vele opeten; twee vlieghen met een' lap (= klap) slaen.
eind19
gaende...zijn: daar wij bovendien van onze gasten genieten, die zulke aangename en tevens nuttige, degelijke gesprekken voeren.
eind21
voorigh: zoals onlangs; met voordacht: met het plan.
eind22
een donkertje over: een nachtje overblijven; beschejdelijk: terdege, kennelijk.
eind23
zujpen: drinken (zonder ruwe bijklank); most: druivesap, dat nog niet gegist is (dus in het beeld: kersvers, spontaan); dien Socrates: Vossius.
eind26
misschien bedoelt Hooft de novelle over de Saraceense kok in Alexandrië, die naar buiten komt als iemand voor zijn deur een broodje eet, en betaling voor de geur als beleg eist; de rechter laat twee geldstukken rinkelen en acht dit geluid een voldoende betaling voor de kok.
eind27
de Accademia della crusca werd in 1582 te Florence gesticht; in 1589 werd onder invloed van Leonardo Salviati het doel nauwkeuriger bepaald als het vaststellen van de zuiverheid van de Italiaanse taal, door het volgare, dat uitsluitend de taal van Bembo, Petrarca en Boccaccio aanvaardde, met uitgekozen Florentijnse (Toscaanse) woorden te verrijken (woordenboek onder red. van Bastiano de' Rossi bewerkt van 1589 tot 1612, daarna, tot heden toe, herhaaldelijk herzien. De Accademia stond tegenover Tasso, omdat die niet exclusief Toscaans schreef.) Ieder lid had een academienaam, een eigen devies en blazoen. Hooft beschrijft dat van Giov. Simone Tornabuoni alias Intriso (d.i. deeg of gekneed) die actief deelnam aan de eerste uitgave van het woordenboek. (Medeged. door prof. dr. Bruno Migliorini, de in 1975 overleden voorzitter van de Accademia della Crusca, aan dr. Musarra). Het devies is de 2e regel van Petrarca's sonnet ‘Pasco la mente d'un sí nobil cibo’ (ed. Neri Son. CXCIII).
eind28
zeunij: trog (Kil.); voor: als.
eind32
bekenne: geef toe; den staert: het laatste uit het (vorige) vat.
eind33
als een schorpioen, maar hij is opgedronken, dus onschadelijk.
eind35
wat beters: niet dan de wijn maar dan een schorpioenestaart.
eind36
kraemerij: handel, kleinerend in vergelijking met de grote zaken die Baak doet.
eind38
dieren: kostbaren; In...dien: Daarop vertrouwende.
eind45
Arnout had dus opgemerkt, dat het zwarte masker dat zijn zuster zou dragen om haar huid tegen de zon te beschermen, haar donkerder zou maken in plaats van blanker. Hooft heeft er het versje (maxel) op blz. 818 van gemaakt.
eind50
tot...valt: Hooft zegt schertsend het tegendeel van de werkelijkheid: Huygens komt altijd tijd tekort en heeft geen tijdverdrijf nodig.
eind51
evenalleens: eveneens.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra