Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3 (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.21 MB)

XML (2.14 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

(1979)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Derde deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 352]
[p. 352]

1072 Edelen, gestrengen, welwijzen, zeer voorzienighen Heere, Mijnen Heere Joachim van Wikkevoort, Ridder, Raedsheere haerder Hooghejt van Hessen, op de singel, bij Jan Roôntooren, in de ploegh, tot Amsterdam.

(v. Wickev.: [...] Juillet 1641 M. Hooft.)

Loont.

 

1Mijn' Heere ende Neeve,

 

2Mijn zwijghen op U. Ed. Gestr. laesten, zal ik haer niet aenreekenGa naar eind2 3 voor gesprooten ujt beschejdenhejt, en schroomte van U. Ed. Gestr. 4 te steuren in haere hooghwightighe bekommeringen. Ik vind mij 5 zoo gewoon te zondighen op haere beleefthejt, en zoo verslingertGa naar eind5 6 op de smaeklijkhejt van 't aengenaem onderhoudt, genooten ujtGa naar eind6 7 haere brieven, dat het mij zwaer valt der bekooringe te wederstaen, 8 die ik lijde om U. Ed. Gestr. tot schrijven te terghen. Maer nietGa naar eind8 9 weetende oft de mijne U. Ed. Gestr. die t'Amsterdam, daer wij 10 waeren, verwacht werd, in den Haeghe zoude kunnen beloopen,Ga naar eind10 11 heb ik in 't eerst best geacht U. Ed. Gestr. overkoomste te ver-12bejden. Daernae, als de zelve mij door den Heer Barlaeus bekentGa naar eind12 13 gemaekt was, ontbrak mij tijdt om te antwoorden, mits mij niet 14 voeghen wilde zijn E. terwijle onverzelschapt te laeten. Ende, mitsGa naar eind14 15 de zelve mij zejde, met U. Ed. Gestr. op eenen sprong nae deGa naar eind15 16 Beemster te staen, heeft mij ook raedzaem gedocht, te toeven tot 17 althans, dat ik hoope U. Ed. Gestr. weder gekeert te zullen wezen.Ga naar eind17 18 Nu koomen wij U. Ed. Gestr. veel geluks en genoeghens wen-19schen, met de hujre der hofstede in dien hoflijken oordt: en ver-Ga naar eind1920trouwen, dat Mê Vrouwe U. Ed. Gestr. gemaelin, zoo groote stof 21 niet hebben zal om aldaer over eenzaemhejt te klaeghen, als wij wel 22 t'Amsterdam om te treuren over 't afweezen van zoo waerde 23 Heeren en vrienden. De winter wille ons troosten: hoewel wij 24 zorghen, dat mede al een deel van dien bij U. Ed. Gestr. t'eener zooGa naar eind24 25 fraeij geleghene plaetse zal versleeten worden. U. Ed. Gestr. zij

[pagina 353]
[p. 353]

26hooghlijk bedankt, voor de moejte, genoomen met aenspreekenGa naar eind26 27 van den Heere Vosberghen. De redenen van zwaerighejt, gevon-Ga naar eind2728den bij de Ho. Mo. Heeren Algemejne Staeten in 't verleenen van 29 Octroij, zonder voorgaende leezing mijner schriften, ende mij 30 overgeschreven van zijn' Ed. Gestr. zijn zoo gewightigh, dat ik 31 mijn verzoek ujt den zin zet, tot beter geleghenhejt toe. Ik verstout 32 mij het antwoordt aen zijn' Ed. Gestr. hierin te zejnden, met bede, 33 dat U. Ed. Gestr. gelieve, 't zelve ter behoorlijk<e> handt te doenGa naar eind33 34 bestellen, wen zij weder in den Haeghe komt; 't welk ik gis eer 35 lang te zullen geschieden. Ook heeft de brief geen' haest. Een 36 Burghermeester dezer stede braght, nu kortelinx, van daer deGa naar eind36 37 tijding dat Arien over was. De loopmaeren spreeken twijfelachtigh 38 daeraf. Zoo U. Ed. Gestr. tot op Zaeterdagh naestkoomende 39 t'Amsterdam blijft, ik beloof mij, zoo van dit werk, als van andreGa naar eind39 40 gele<ghe>nheden, beter berichting; ende moghelijk ijets teGa naar eind40 41 verstaen, van 't geen de Heer Graef van Gevre moghte denken,Ga naar eind41 42 U. Ed. Gestr. te gevalle, te doen, noopende mijne windgedachten. 43 Want wij zijn weder in noodt van op Zondagh daeraen een'Ga naar eind43 44 brujloftstaetsij te helpen houden. Zoo veel verghens, zonder raedt 45 te weeten om U. Ed. Gestr. moejte emmermeer met eenighenGa naar eind45 46 dienst van gelijke deught te vergelden, riekt wel te zeer nae mangelGa naar eind46 47 van schaemte. Maer mijn sterk geloof aen U. Ed. Gestr. heushejt, 48 zal (wil ik vertrouwen) mij van mijne schulden doen zujveren: 49 ende U. Ed. Gestr. in voldoening aenneemen, voor de daedt, deGa naar eind49 50 geneghenhejt,

51Mijn' Heere ende Neeve, van

52U. Ed. Gestr.

53Onderdaensten, ootmoedighsten

54dienaer

55P.C. Hóóft.

 

56Ik, ende mijn' Hujsvrouw, kussen, in alle nedrighejt, 57 met oorlof van U.Ed. Gestr. de handen van Mê Vrouwe, 58 U.Ed.Gestr. welwaerde helfte: ende mijn Heer 59 de Aertspöeet zal hier ook onze dienstighe gebiedenis vinden.Ga naar eind59

60 Van den Hujze te Mujde,

6115 Junij. 1641.

[pagina 354]
[p. 354]

Vervolg. - Over verlening van octrooi voor de ‘Neederlandsche Histoorien’Ga naar voetnoot*.

[tekstkritische noot]Origineel. UBA II C 13.203.
eind2
aenreeken: aanrekenen; de gedachtengang is: ‘gij komt met bij mij in het krijt te staan vanwege mijn bescheidenheid: die legt u geen verplichting op’ (H. vat aanreeken op als de oorspr. vorm van het frequentatief rekenen, WNT Suppl. 123 geeft deze plaats onder aanrekenen, dus als een verschrijving).
eind5
zondighen op: misbruik maken van.
eind6
onderhoudt: tijdkorting.
eind8
lijde: onderga.
eind10
beloopen: aantreffen.
eind12
als: toen.
eind14
voeghen wilde: betamen kon.
eind15
op...staen: op het punt te staan, naar de Beemster te gaan (eenen (lidw.)).
eind17
althans, dat: nu, de tijd waarop.
eind19
hoflijk: 1. prachtig, 2. vol hofsteden: veel Amsterdammers bezaten hofsteden in de Beemster als buitenverblijf.
eind24
zorghen: bezorgd zijn.
mede: ook.
eind26
aenspreeken: een mondelinge boodschap, vooral een verzoek, overbrengen.
eind27
zwaerighejt, gevonden: bezwaar, gemaakt, vgl. 1074.
eind33
ter behoorlijke handt: aan het juiste adres.
eind36
van daer: uit Amsterdam, waar de geadresseerde zich bevond; Arien: Aire, in Artois.
eind39
dit werk: het beleg van Aire.
eind40
geleghenheden: (actuele) zaken; ende...windgedachten: (niet verklaard; het laatste woord zelf-kleinerend).
eind41
Gevre, vgl. 1030 r. 34; op zijn sneuvelen op 6 augustus 1643 Barl. Poem.4 II, 150.
eind43
in noodt: gedwongen.
eind45
emmermeer: ooit.
eind46
deughdt: nuttigheid.
eind49
(zal) in voldoening aenneemen.
eind59
Aertspöeet: Barlaeus.
voetnoot*
De spelling van de titel met ee en oo komt vrijwel alleen voor in het voorwerk van de eerste uitgave.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra

  • R.E.O. Ekkart