Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch
Afbeelding van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het MiddelnederlandschToon afbeelding van titelpagina van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.04 MB)

XML (0.98 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

proefschrift
studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch

(1898)–S.S. Hoogstra–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Hoe Darius Alexander brieve screef.
Cap. XV.

1Doe Alexander Syriën ghewonnen had, so seynde hem Darius 2brieve, die aldus spraken: ‘Darius, der coninge coninc, ende 3der gode maech, aen Alexander, sinen knecht! Ick segghe dy 4ende bevele dy, dattu wederkeerste tot dinen magen, die mijn 5dienstlude sijn. Keer weder in dijnre moeder scoet ende leer 6dair ende werde vroet, wat manlicheit ende stoutheit is. Ende 7daertoe heb ic dy oic gheseynt een gheesele ende enen ball 8ende oic enen zac mit gelde. Die gheesele bewijst dy, dattu noch 9noet hebste bet bedwongen te wesen. Ende den bal zeynde ic 10dy, dattu dair mede spelen selste, alsoet dijnre kyntscheit toe-

[pagina 64]
[p. 64]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

11behoert; want dy en betaemt noch negeen wapine aen te veerdene. 12Mer du hebste gedaen als een roevere ende kynschelic, 13onse rijck aen te gaen. Want al waert, dattu alle die roevers 14van den lande hadste vergadert mitty, so en moechstu tryck 15van Persen niet doirvaren; so voel heers hebic mit my, dattetGa naar voetnoot15. 16gelijck is den sande, dat aen die zee leget. Voert so bin ic so 17rijck van silver ende van goude, dat ic alle die eerde dair mede 18soude mogen bedecken, of ic woude. Ende hierom zeynde ic dy 19gelt, om dattu dair mede selste copen dy ende dinen heere, 20dies dy besich wert int keeren te dijnre teren. Mer ist dattuaant. 21onse gebot niet doen en wilste, so sal ic lude op dy zeynden, 22die dy vaen sellen ende gheeselen, ende slaen dy als enen zot 23ende brengen dy gebonden voir ons. †

[tekstkritische noot]11. C. noch niet enighe wapenen verdigen; E. geen wapene te hantierne; F. te ghene wapenne tanwerdene; G. noch gien wapene; H. niet noch enige wapen te aenvareden. 12. H. rover; B. kynslyc, C. kintsliken; E.G. kintschelic. 13. B.E.F.H. aengaen; E.F. weert. 14. B.F.H. ghegadert; E. mochtstu; G. mogestu. 15. B.E.F. Pertsen; C. nochtant dat rijke; H. dat rijck van Pertsen; F. dorenvaren; B.E.F.H. so vele heb ic heers. 16. H. ander zee leyt; C. aen den oever vander see legt; H. so (ontbr.); B.E.F.H. oec so rike (in B. is oec onduidelijk: Oᴖᴖ door een gaatje in het perkament). 17. E.F.H. sulver; E.F. oec van; C. golde of ick wilde ick solde daer alle die eerde wael mede bedecken. 18. G. mogen (ontbr); B.E.F.H. waert dat ic woude; B. hierom (2maal); F. seynd. 19. B.E.F.H. sels; C. op datstu sulste copen des dy ende dinen heer moet sy tot dijnre teringe; E. ende dijn heer, dies di van node is. 20. H. te dynre taernighen; G. tot dynre; B. eest. 21. B.F. ons; B. en (ontbr.); B.E.F. wils; E. ic volc; F. liede. 22. B. sullen; C. vangen sollen; E. vanghen sullen; E.F.H. dy (ontbr.) als. 23. B.E.F.H. ende si sullen di ghebonden vore (voer) ons brenghen.
Opschrift. B.E.F.G. Wat Alex; C. verwan ende wederscreef; E Dar. antwoerde; cap. XVI (ontbr.); H. ca. XV; D. heeft geen opschrift; of het geheele caput ontbreekt, weet ik niet.
1. B.F. dusdanigh litteren; C. aldusdanighe; B.E.H. talen; G. en quamen; C. ende tael; B.E.F. prince; C. niet wael den princen.
voetnoot15.
l. vervaren. Sp. Hist. I4. XVII. 27: Trike van Persen niet vervaren; Vinc. XXVI: Persarum imperium nequaquam terrere poteris.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken