Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch
Afbeelding van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het MiddelnederlandschToon afbeelding van titelpagina van Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.04 MB)

XML (0.98 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

proefschrift
studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch

(1898)–S.S. Hoogstra–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Hoe Darius eerst tegen Alexandrum screeff (l. Street).
Cap. XVII.

1Als men voir Darius dese letteren las, so wart hy harde 2toernich dairom. Ende hy screef haestelic tot alle sinen princen, 3die woenden over den berch, die Taurus hiete, binnen sinen 4rijcke ende seide:

5‘Ic hebbe vernomen, dat Alexander, een jongelinc, Philips 6zoen van Macedoniën, mit cleynen volc Aziën, onse lant, moyt 7ende ic ontbiede u, dat ghy dien haesteliken vaet ende slaet,Ga naar voetnoot7. 8ende dan cleetene mit purpere ende settene ons alsoe gevaen. 9Mer sijn scepe ende alle sijn heere, cleyn ende groet, doet 10verzincken in die see; ende sijn ridders ende sijn soudeniereaant.Ga naar voetnoot10. 11voert ghevangen optie Rode Zee.’ Hierenbinnen screef Darius 12Alexandrum weder so groete woerde ende zware, dattet ander talenaant.Ga naar voetnoot12. 13noch ontalen niet en wair dan datment mitten sweerde becorten

[pagina 67]
[p. 67]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

14soude. Also Justinus scrijft, so vergaderde doe Darius te stride 15tegen Alexandrum zeven hondert dusent man, dat alle riddersaant. 16waren. Alexander ende die sijne vochten dair so vroemelic tegens 17Darius volc, dat Darius ende sijn volc zeer ghescoffiert worden. 18Want sy sagen dat grote onweder, die hagele, wynt ende 19regen op hem vallende quam, so dat hem dochte, dattie Gode 20mit Alexander tegens hem vochten. Ende sy stoeven alle enwech,Ga naar voetnoot20. 21wie dat ontvlien mochte. Ende Darius was die eerste, 22die vloech, want hy verloes sinen wagen, ende hy sat op een 23Ga naar margenoot+ peert ende vloech henen snellicken. Hier worden voel van Darius 24lude verslegen. Alexander bestont allene in desen strijt IXCaant.Ga naar voetnoot24 25man te voete ende hondert ridders ende twintich. Mer vanden 26regene ende vanden onweder, dat optie Persen viel, en ondersceit 27nyemant dan Alexanders historie, die aldus seit, dat AlexanderGa naar voetnoot27. 28sinen heeren alle die dode manne eerlic ter eerde dede 29doen ende dat om dese zege alle die meeste heeren van Aziën 30an Alexandrum vielen ende hulde ende vrientscap maecten. †

voetnoot7.
l. sentene.
voetnoot10.
Zie de aanteek.
voetnoot12.
Sp. Hist. I4. XIX vs. 21:
 
‘Daer ware ghene tale no scriven,
 
Men moest anden swerde bliven.’
[tekstkritische noot]14. G. bescrijft; C. vergaderden; striden. 15. B. jeghen; H. teghen Alex. (ontbr.); B.E.F. dusentich mannen; H. man ende dat. 16. B. de sine; C. sine die; F. die sijn; H. ende sijn volc; C.E. vromelike; E.F.G.H. tegen Darius. 17. B. ghesoffiert; C. scoffiert wart; G. gescomfiert; F. warden. 18. E.G.H. dat die hagele. 19. H. vallen; C. Goede. 20. B.F. jeghen; E.G.H. teghen; E. vochte; schoeven; B.E.F.H. en (ontbr.) 21. C. soe wie; H. wech, die; mochten. 22. C. vloe; H. hi. (ontbr.) sat; B. enen peert. 23. C. vloe; E. vloech hene; H. vloech wech; B.E.F.H. snellic. 24. F. liede; H. volc; C. verslagen; H. gesleghen; C. desem stride LXC man; F. die strijt; G. dese strijt. 25. E. neghen man te voet. 26. C. vanden (ontbr.) onweder; B.E.G.H. op die van Pertsen. 27. B.F. ende ondersceit; B.E. nyeman; F. niement dat; B. Alexander. 28. B.E.F.H sijn heren ende sijn doden mannen (E. dode; F. dode manne) eerlic dede ter eerden (E. eerde) doen; C. sijn heren; mannen; G. heere; C. eerlicen. 29. B.E.H. desen seghe. 31. B.E.F.G.H. vrienscap; E.F.H. vrienscap mit hem.
Opschrift: B.E.G.H. destrueerde; D. Hoe dat; destrueerde; F. Thebee destruweerden; E. Cap. XVIII (ontbr.); H. ca. XVII.
2. B.G.H. meerre heer; C. merre; E. groter heer; F. heere (ontbr.) B.E.F.G.H. vergaderen; B. machtliker; G. mechtiger; E. machtichliker.
voetnoot20.
Sp. Hist. I4. XIX. 34: ‘Si scoven henen, die vlien mochten’.
margenoot+
fo. 72c.
voetnoot24
l. IX man. Zie de aanteek.
voetnoot27.
Alexanders historie. Zie de aanteek.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken