Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wie kijkt er mee, en luistert meteen? (1913)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.27 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Illustrator

O. Geerling



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wie kijkt er mee, en luistert meteen?

(1913)–Aletta Hoog–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Oom z'n preek.

Juf keek Loesje heel boos aan en toen zei ze: ‘Je bent 't ondeugendste kind, dat ik ooit gezien heb. Van middag stilletjes uitgaan en je geld versnoepen aan chocolaadjes, toen je witte jurk scheuren met je wilde spelletjes, en nu je weer zoo driftig maken dat je de karaf breekt - 't is verschrikkelijk! Als 't zoo doorgaat, dan zal je oom gauw genoeg van je krijgen, en dan is er niemand meer, die voor je zorgen wil. En denk er om: ‘God houdt ook niet van je, als je stout bent. En nu ga je ten minste maar gauw slapen.’

Gauw slapen! en dat, nadat Juf zóó vreeselijk tegen haar gepraat had! Loesje dàcht niet aan slapen. Rechtop in haar bedje zat ze te denken. Ja, ze was ondeugend geweest, dat wist ze. Maar o, was moeder er

[pagina 38]
[p. 38]
maar, die zou heel anders

illustratie

tegen haar gepraat hebben, dàt wist ze ook. Toen vader en moeder weg waren gegaan met het groote schip, dat hen naar Indië zou brengen, toen had moeder haar ingefluisterd, dat God bij haar bleef en altijd voor haar zorgen zou. En nu had Juf gezegd, dat God niet meer van haar hield, omdat zij stout was. Zou 't heusch waar zijn? Wacht! dat zou ze even aan oom Bert vragen; die zou 't wel weten, want die was dominee. Oom Bert was de broer van moeder, en toen vader en moeder naar Indië waren gegaan, was Loesje met Juf bij oom Bert in huis gekomen.

Maar hoe nu bij oom te komen, zonder dat Juf 't merkte! Daar bedacht Loesje zich wat. Door de keuken en 't kleine gangetje door, zoo kon ze ook in ooms studeerkamer komen. Oom zou natuurlijk in zijn studeerkamer zijn, want 't was Zaterdagavond, en dan maakte hij zijn preek, dat wist Loesje.

Sientje, de keukenmeid, keek wel verbaasd toen er een kleine witte gedaante door haar keuken kwam. Maar Loesje zei:

[pagina 39]
[p. 39]


‘St! Juf mag 't niet weten, maar ik moet even wat aan oom vragen.’

Loesje wist later niet precies meer hoe 't gegaan was, maar in minder dan geen tijd zat ze op oom z'n knie, en deed zij haar heele

illustratie

verhaal. Maar wat oom zei, en hoe hij deed, wist zij later heel best. Toen zij alles verteld had, hield oom haar even stil tegen zich aan, en toen legde hij zijn hand op het beschreven papier, dat vóór hem op zijn schrijftafel lag.
[pagina 40]
[p. 40]

‘Zal ik je eens vertellen welken tekst ik gekozen heb voor de preek van morgen, kleine meid? Luister dan: ‘Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde.’ Dat heef God eens gezegd en dat blijft altijd waar, want Gods liefde is eeuwig. Net zoo goed als vader en moeder 't je altijd weer vergeven als je stout bent geweest, en door alles heen van je blijven houden, zoo doet onze Hemelsche Vader dat ook. En omdat God je zoo liefheeft, wil je daarom niet je best doen om minder ondeugend te wezen? Want van ondeugendheid, daar heeft Hij een afkeer van.’

‘Ja oom, ik wou 't wel, maar 't is zoo moeilijk.’

‘Dan moet je je best doen om er dikwijls aan te denken, dat God je zoo liefheeft, en dan zal je 't naar vinden om iets te doen, waardoor je Hem bedroeft, net zooals je je best deedt om niet stout te wezen den laatsten tijd dat moeder hier was, omdat je haar geen verdriet wou doen. Vraag aan God of Hij je helpen wil. En als je toch weer eens stout bent gewest, zeg 't Hem dan, dat je er spijt van hebt, en begin opnieuw.’

‘Ja oom, ik zal 't doen. O, ik ben toch zoo blij, dat ik naar u toe ben gegaan. Hè oom, mag ik morgen naar de groote-menschen-kerk, voor één keertje?’

Oom dacht even na, ‘Ja,’ zei hij toen, ‘dat mag, ik zal 't aan Juf zeggen.’

En dat gebeurde.

Een heeleboel van de preek kon Loesje niet begrijpen, maar iets er van begreep zij best. En Juf luisterde ook goed, en begon te begrijpen, dat zij eigenlijk heel verkeerd tegen Loesje gesproken had. Zij was bizonder vriendelijk voor Loesje dien Zondag, en nooit meer hoorde Loesje haar zeggen, dat God stoute kinderen niet liefheeft. Want door

[pagina 41]
[p. 41]

oom z'n preek had Juf ook geleerd, dat Gods liefde nooit ophoudt.

En Loesje dacht ook aan die liefde, en daardoor deed zij extra haar best om niet zoo dikwijls ondeugend te zijn.

 


illustratie

 
Wie kan mij vlug veertellen,
 
Wat dit ‘zwartje’ wel beduidt:
 
Wat die oom of vader
 
Toereikt aan dien kleinen guit!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken