Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wie kijkt er mee, en luistert meteen? (1913)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.27 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Illustrator

O. Geerling



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wie kijkt er mee, en luistert meteen?

(1913)–Aletta Hoog–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 42]
[p. 42]

Vurige kolen.

't Was in 't lees-uur op school, en Karel was aan de beurt. Hij had iets gelezen, dat hij niet begreep. ‘Vurige kolen op iemands hoofd

illustratie

hoopen,’ - wat was dat? En nu legde meester uit: ‘Als je een ander iets kwaads hebt aangedaan, en die ander doet er je goed voor terug, dan hoopt hij vurige kolen op je hoofd. Want dat goede, dat hindert je
[pagina 43]
[p. 43]

eigenlijk, 't geeft net een gevoel of 't brandt op je hoofd, en dat komt omdat je je schaamt.’

‘Nou,’ dacht Karel, ‘zóó zou ik 't me toch niet aantrekken, al had ik iemand wat kwaads gedaan, en hij deed er me goed voor terug.’

illustratie

't Was kort daarna, op een Zaterdagmiddag. Karel was op straat met zijn vrindjes Piet en Nol.

‘De appelen zijn rijp bij krenten-Griet,’ zei Nol. ‘Krenten-Griet’

[pagina 44]
[p. 44]

zoo noemden de dorpsjongens de juffrouw uit 't kruidenierswinkeltje.

‘Laten we's kijken of we er een paar snappen kunnen,’ zei Piet. - Nol en Karel waren er dadelijk voor te vinden, en met hun drieën slopen ze achterom, waar een laag steenen muurtje was. De appelboom hing er een eindje overheen. Piet en Nol gingen staan als ruiter te paard. Toen klauterde Karel boven op Nol z'n schouders, en.... ja, hij kon er bij, bij dien eenen - tak, waar er vijf aan hingen. Ze plukken was 't werk van een oogenblik.... joep! daar stond hij weer op den grond. Nu samen op een stil plekje gaan smullen van hun buit.

‘Karel,’ zei Moe 's avonds, ‘haal 's even een ons gort bij Grietje.’ Karel liep er zoo maar heen zonder pet, want 't was niet ver. Toen Karel 't zakje gort in den zijzak van zijn jasje had gestoken en weg wou gaan, legde Grietje twee roodwangige appelen op de toonbank en zei goedig: ‘Dáár, die zal je wel lusten.’ 't Was of Karel schrikte, toen hij die appelen zag, en hij aarzelde. ‘Nou, neem ze maar, ze zijn echt voor jou,’ drong Grietje aan.

Karel nam ze en stamelde: ‘Wel bedankt.’

Waarom die Karel opeens zoo raar verlegen deed, daar begreep Grietje niets van. Zoo'n jongen was toch anders niet bang voor een appel!

Maar Karel, die wist nu wat 't was ‘vurige kolen op je hoofd.’ Hij schaamde zich, en die schaamte brandde. Die appelen had hij niet verdiend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken