Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van geluk gesproken (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van geluk gesproken
Afbeelding van Van geluk gesprokenToon afbeelding van titelpagina van Van geluk gesproken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (8.53 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van geluk gesproken

(1982)–Marijke Höweler–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 199]
[p. 199]

37 Een voorlopig concept-voorstel

Het was half elf en nog merkwaardig stil in de gangen van het wetenschapspaleis.

‘Wat is het stil in ons etablissement, vind je niet,’ vroeg Leo bij binnenkomst aan zijn secretaresse.

‘Dat komt hierdoor,’ zei Anke vriendelijk en reikte hem een stapel papier aan waarop Leo het stempeltje van het college van bestuur herkende.

Dat stempeltje deed hem altijd denken aan iets naars, zijn laatste parkeerbon in dit geval.

‘Daar hoeven ze toch niet zo stil om te doen,’ mopperde Leo tegen beter weten in.

‘Leest u het nu eerst maar,’ ried Anke hem aan.

En Leo verdween naar z'n kamertje en sloeg een blaadje om. Maar eerst ging hij het een beetje gezelliger maken door de lege bekertjes van z'n vergadertafel weg te halen en de asbakken leeg te gooien. Daarna liep hij nog even langs de wc, trok door om z'n aanwezigheid te verklaren en pakte een kringloophanddoekje. Dit maakte hij een beetje nat om er de koífiekringen op z'n vergadertafel mee weg te vegen. Toen wist hij niets meer te verzinnen, of tòch: hij belde om een kopje koffie. Hij wist dat het tussen zijn tiende en twintigste velletje misschien wel eens komen kon, zodat hij in de verte van het rapport toch nog een lichtpuntje had.

Het rapport diende strikt geheim te blijven, daar opende het mee. Voorlopig reductieschema, las Leo en voelde zijn bloeddruk tot ongekende hoogte oplopen.

‘Anke, kom onmiddellijk hier,’ riep Leo door de telefoon, die zo vochtig aanvoelde vanmorgen. Verbaasd stond het meisje naast hem.

‘Begrijp ik het goed dat alle dames en heren hier mijn ge-

[pagina 200]
[p. 200]

heime rapport zitten te lezen?’

‘Geheim?’ vroeg Anke geschrokken.

‘Wat staat hier?’ blafte Leo.

‘God ja,’ zei Anke, ‘dat had ik niet gezien.’

‘Dat had je niet gezien en wat moet ik nou als Van Zutphen weer merkt dat het uitgerekend hiér uitgelekt is?’ vroeg Leo huilerig.

‘Er staat toch niets in,’ zei Anke troostend.

‘Dat doet er niet toe, daar gaat het niet om, het gaat om...’ Leo moest er toch wel even over nadenken, ‘het gaat om het principe dat mijn post hier opengemaakt wordt en gekopieerd wordt en rondgedeeld wordt in dertigvoud, daar gaat het om,’ zei Leo en was niet ontevreden.

Anke zuchtte verslagen.

‘Ik heb het niet gedaan.’

‘Wie dàn?’ vroeg Leo en stond op zodat hij weer een beetje op Anke neer kon kijken.

‘Kees van Doornen stond achter me en toen las hij mee.’

‘Jezus Maria,’ zei Leo.

‘Wat gaat u nu doen?’ vroeg Anke angstig.

‘Ik ga al die smoelen dichtnaaien,’ riep Leo, ‘haal ze allemaal hier, direct.’

‘Zou u de groepskamer dan niet nemen, professor?’

‘Ja natuurlijk,’ zei Leo.

‘Maar er is nu practicum,’ zei Anke bedeesd.

‘Dan donder je de studenten er maar uit,’ adviseerde Leo.

‘Dat kan ik toch niet doen professor,’ smeekte Anke wanhopig.

‘Nee kind, maar ik wèl,’ zei Leo en draafde de gang op. Bij de eerste de beste deur hield hij halt, tikte kort en stapte driftig binnen. De studenten, die een stank geproduceerd hadden waarvan men niet verwachten zou dat deze van zulke mooie jonge lichamen afkomstig was, waren verbijsterd.

‘Dames en heren, wilt u zo goed zijn om dertig minuten

[pagina 201]
[p. 201]

koffie te gaan drinken,’ zei Leo.

‘Hoe laat?’ vroeg er een die hij uit een of andere commissie kennen moest.

‘Nú,’ zei Leo. En geamuseerd treuzelend pakten ze hun ban-de-bom-tasjes en hun kartonnen melkdozen en hun boterkoeken in de hand en dromden de gang in.

‘Zet het raam open,’ commandeerde Leo.

‘Dat gaat niet open, professor,’ zei de arme Anke.

‘Ga dat geteisem halen,’ zei Leo en Anke was al weg.

Als uit een diepe slaap gewekt, strompelden zijn medewerkers binnen. Sommigen, het gewraakte bundeltje nog in de hand, zetten zich aan de formicatafel met de shagkruimels en lazen ongecompliceerd verder. Leo's woede nam toe. Vooral toen de laatste drie van de zijgang schaamteloos lachend aanschoven. Verwachtingsvol keken ze hem aan.

‘Sinds wanneer hebben jullie de brutaliteit om mijn post te kopiëren?’ opende Leo de vergadering en zag dat hij fout zat.

‘Mijn post te kopiëren,’ herhaalden de drie van de zijgang verbaasd, ‘was er post?’

‘Ik denk dat hij dìt bedoelt,’ zei de jongste loot aan de boom der wetenschap en hield zijn bundeltje triomfantelijk omhoog.

‘Wat staat er dan in?’

Hierop moest Leo het antwoord schuldig blijven, jammer genoeg. Maar dat was gauw geregeld.

‘Niets,’ zei Leo's buurman, ‘absoluut niets.’

‘Hoe bedoel je, niéts,’ vroeg Leo, ‘er moet toch iets in staan?’

‘Heb je 't dan zèlf niet gelezen?’

‘Ik heb het over het principe dat mijn post gekopieerd wordt,’ riep Leo en was blij dat hij dat nog even met Anke gerepeteerd had.

‘Dat heb ik gedaan omdat het òns aangaat,’ zei Van Door-

[pagina 202]
[p. 202]

nen, ‘dit is rechtstreekse manipulatie. Er is reden te over om onze belangen niet door jou verdedigd te willen zien.’

‘Proost,’ zei Leo.

‘Manipulatie,’ mokte Van Doornen, de rest keek vrolijk toe. De drie van de zijgang schuifelden vergenoegd him stoel iets meer naar de tafel, het werd leuk.

Daarna informeerden ze fluisterend wat of er dan wel te lezen was geweest. Fluisterend werden ze ingelicht: niets, het ging om een conceptvoorstel voor de voorlopige procedure die wellicht aanbevolen zou gaan worden in geval er eventueel ontslagen zouden dreigen op de lange termijn.

‘Zullen we het algemeen houden?’ vroeg Leo. Als dat zo doorging zou hij de enige zijn die zijn post niet gelezen had.

Er klopte een student: ‘Mag ik even storen?’

‘Nee,’ zei Leo.

‘Even, m'n shag?’

Leo zag de shag rakelings aan z'n neus voorbijgaan en de student verdween.

‘Sorry,’ zei hij nog.

‘Wat staat er in?’ vroeg Leo mismoedig.

Geduldig legde een gezagsgetrouwe het hem uit.

‘Dus ik hoef het niet te lezen,’ zei Leo.

‘Welnéé,’ stelden ze hem gerust.

‘Is het dan geen reductieplan?’

‘Welnéé!’

‘Waarom kopiëren jullie het dan?’

‘Wij dachten dat er wat in stond!’

‘Maar er staat niets in,’ herhaalde Leo en begon te lachen bij het idee dat hij nu twee uur vrije tijd voor zich had.

Zijn medewerkers meenden echter met zelfspot te doen te hebben en lachten hem hartelijk toe.

Er ontstond een mooie sfeer van verbroedering.

‘Zal ik koffie halen?’ vroeg Anke.

Dit was een welkom voorstel, er stond er zelfs een op om

[pagina 203]
[p. 203]

haar te helpen.

‘Hoe het ook zij,’ probeerde Leo te zeggen, ‘ik wil niet dat mijn post...’ maar het viel niet mee zich verstaanbaar te maken en Leo wilde de gezelligheid niet verder bederven. Daarom riep hij maar: ‘Zouden we dit incident alsjeblieft binnenskamers kunnen houden?’

Ze knikten trouwhartig met z'n twaalven en toen kreeg dat aardige kind van de zijgang de slappe lach en sleepte iedereen mee behalve Van Doornen natuurlijk, zo zag Leo toen hij even opkeek terwijl hij de tranen van z'n gezicht veegde.

Net op het moment dat Anke de koffie binnenbracht, dromden de studenten binnen.

‘Het half uur is voorbij,’ zei de eerste en de anderen duwden hem voor zich uit, het zaaltje in.

Daarop maakte Anke rechtsomkeert door de zijdeur, mèt de koffie. Gewillig drentelden Leo en zijn kinderen achter haar aan naar het secretariaat, babbelend over koetjes en kalfjes en af en toe nog giechelend om soortgelijke incidenten.

Net op het moment dat Leo aan de beurt was om zijn bekertje van het druipende dienblad af te halen, hoorde hij Van Doornen zeggen: ‘Rosa la Roy, is die gescheiden?’ En Leo kneep zo hard in z'n bekertje dat zijn broek onder de koffie zat en Anke wist waarachtig niet wat ze met het kringloophanddoekje aan moest toen ze al reinigend zijn kruis naderde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken