Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van geluk gesproken (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van geluk gesproken
Afbeelding van Van geluk gesprokenToon afbeelding van titelpagina van Van geluk gesproken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (9.35 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van geluk gesproken

(1987)–Marijke Höweler–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 35]
[p. 35]

5 Vrijheid, blijheid

‘Als ik vragen mag,’ zei mevrouw de Bruin, ‘is uw zuster verhuisd?’

‘Nee,’ zei Martijn verbaasd en toen klikte het licht van het trapportaal uit waardoor Martijn even opzij kon en niet zo dicht bij mevrouw de Bruin hoefde te blijven staan. Toen hij het licht weer had aangedaan, stond mevrouw de Bruin met haar boodschappentassen voor zijn deur en was dus de baas over hun tweeën geworden.

‘Dus uw zuster is niet verhuisd, dat dachten mijn man en ik eigenlijk.’

‘Hoezo?’ vroeg Martijn.

‘Nou wij zagen al die koffers staan en toen dachten we misschien heeft uw zuster een betere woning gevonden,’ lichtte mevrouw de Bruin toe.

‘Nee hoor, ze is met vakantie,’ stelde Martijn haar gerust, ‘volgende maand komt ze weer terug.’

‘Hebt u dan ook vakantie zeker,’ informeerde mevrouw.

‘Nee ik moet werken,’ zei Martijn; het klonk wat aarzelend.

‘Studeren,’ corrigeerde mevrouw.

Martijn knikte beschroomd, maar dat kon mevrouw de Bruin niet zien want het licht ging weer uit.

‘Hebt u het gehoord van meneer Kalk hier beneden?’ vroeg mevrouw toen het licht weer aan was.

‘Nee, nou ja, wel iets.’

‘Ze hebben hem opgehaald van de ggd, erg toch, niet?’

‘Waarom?’ vroeg Martijn, wat al te zakelijk voor de sfeer die mevrouw de Bruin net aan het opbouwen was.

‘Hebt u dan niet gemerkt dat hij zijn eigen helemaal verwaarloosde? Psychopaat geworden, 't is toch wat hè. Ik zeg

[pagina 36]
[p. 36]

tegen mijn man: pas maar op straks halen ze die meneer van beneden - en ze wees op Martijn - en z'n zuster ook nog.’

‘Hoezo?’ vroeg Martijn verbaasd.

‘Weet u dat dan niet,’ zei mevrouw de Bruin en haar tong klikte tegen haar verhemelte.

‘Nee,’ zei Martijn gehoorzaam.

‘Nou, weet u wat ie dacht, meneer Kalk?’ rekte mevrouw de Bruin de spanning.

‘Nee,’ zei Martijn die nu toch wel nieuwsgierig was geworden.

‘Meneer Kalk dacht dat... 't is eigenlijk te gek voor woorden.’

‘Hoezo?’ vroeg Martijn terwijl hij automatisch het licht weer aan deed.

‘Nou ja, hoe zal ik het zeggen,’ vervolgde mevrouw de Bruin, ‘hij dacht dat 't z'n vrouw was die ze weggehaald hadden.’

‘Was het dan z'n vrouw niet?’ vroeg Martijn teleurgesteld.

‘Nee,’ kraaide mevrouw de Bruin, ‘dat zou ik niet denken,’ en ze bracht koket haar hand naar haar mond. Sinds een van haar hoektanden uit het plaatje was gevallen, moest ze dat telkens doen als ze lachen moest, of als ze deed of ze lachen moest, zoals nu het geval was en dat was lastig met het oog op de boodschappentas. Maar ja.

‘Nee,’ zei mevrouw de Bruin, ‘het was z'n moeder.’

‘Oh,’ zei Martijn.

‘Z'n moeder, kan je nagaan, zielig niet? Ik zeg tegen m'n man ze bemoeien der eigen wèl overal mee.’

‘Wie?’ vroeg Martijn.

‘De ggd,’ zei mevrouw de Bruin. ‘Ik zeg, eigenlijk hebben ze er van de ggd niks mee te maken hoe de mensen willen leven, vrijheid, blijheid zeg ik maar, wat u!’

‘Ja, dat is zo,’ zei Martijn.

‘Dat moeten de mensen voor hun eigen uitmaken,’ sprak

[pagina 37]
[p. 37]

mevrouw de Bruin consoliderend. ‘hoe of de mensen willen leven. Dus uw zuster komt wèl weer bij u inwonen?’

Nu begon Martijn het toch wel een beetje vervelend te vinden.

‘Heb u de woning nou gehuurd?’ vroeg mevrouw de Bruin totaal onverwacht.

‘Zal ik uw tassen even naar boven dragen?’ vroeg Martijn.

‘Nee hoor,’ zei ze hartelijk, ‘als ik oud ben graag, maar dat kan ik gelukkig zelf nog wel. Dus u hebt 'm niet gehuurd, misschien kende u de eigenaar wel hè?’

Martijn deed z'n best maar kwam niet verder dan: ‘Zoiets ja, wel een beetje.’

‘Ik zei nog tegen m'n man misschien kenden ze de eigenaar, hè, want het is toch een mooie ruime woning voor z'n tweeën, niet?’

Het licht klikte uit en Martijn besloot het nu eens uit te laten.

‘Zo,’ zei mevrouw de Bruin alsof ze daarop had gewacht, ‘ik ga maar 's een trapje verder,’ en Martijn haastte zich naar 't lichtknopje.

‘U moet 's koffie komen drinken als u tijd hebt,’ besloot mevrouw de Bruin en zette zich in beweging.

‘Gaat het?’ vroeg Martijn nog.

‘Ja hoor,’ zei mevrouw de Bruin steunend. Halverwege de trap draaide ze zich nog even om: ‘U hebt toch geen last van de kinderen hè?’

‘Nee hoor,’ zei Martijn, terwijl hij zijn deur openmaakte.

‘Het lawaai gaat ook altijd veel meer van onderen naar boven dan andersom hè?’

‘Ik zal de radio niet zo hard meer aanzetten,’ zei Martijn bezwerend.

‘'t Zijn meer de speakers hè,’ zei mevrouw de Bruin deskundig, ‘die kunnen zo doordreunen dat je je eigen niet kan verstaan.’

[pagina 38]
[p. 38]

‘Ik zal er op letten,’ zei Martijn en ging naar binnen, terwijl mevrouw de Bruin haar voordeur opende en vrolijk ‘Godkolere’ riep.

Wat zei mevrouw de Bruin nu precies, piekerde Martijn terwijl hij de uien stond te snijden voor de macaroni. Waarom zou Martje hier niet meer wonen? Hoe zag meneer Kalk er ook weer uit, hij liep gebogen, dat wel, maar z'n gezicht? En waarom was meneer Kalk nou ook weer precies weg? Dacht hij dat z'n vrouw z'n moeder was of dacht hij dat z'n moeder z'n vrouw was? Het lijkt me erger als je denkt dat je moeder je vrouw is, besloot Martijn en hij dacht aan zijn eigen moeder, tenminste, aan haar foto's. Mevrouw de Bruin was misschien even oud als zijn moeder op haar laatste foto. Niets leken ze op elkaar gelukkig, dat stond wel vast.

Ofschoon Martijn in de keuken even netjes was als Martje had hij een andere opvatting over wat praktisch was. Zo vond Martijn dat je de dingen die je dikwijls gebruiken moest zoals zout en peper en suiker en thee en koffie beter op het aanrecht kon laten staan dan dat je ze telkens in de kastjes zou opbergen. Martje wierp daar dan tegenin dat het zo stoffig werd allemaal en daarom werd alles opgeborgen, tenminste als ze thuis was. En dat was niet het geval. Martijn voelde zich opgelucht, féést was het en hij schaamde zich direct. Lieve Martje, ze had zelfs z'n bed opgemaakt voor ze wegging. Waarom dééd ze dat toch? Zij deed altijd dingen waardoor hij zich schuldig ging voelen, maar altijd was het ook lief bedoeld, dus als hij erover uitviel dan moest hij later steeds weer toegeven dat hij onredelijk was geweest en dan ging alles weer net zo als daarvóór.

Zou die Leo, gore, geile studentenneuker, z'n handen wel thuis houden onderweg? Martijn kleurde van verontwaardiging bij de gedachte. Hoe kon z'n vader, onnozele boekenwurm, nu zoiets voorstellen? Hij had toch geschreven dat hij niet meeging? Had hij toch mee moeten gaan om te zorgen

[pagina 39]
[p. 39]

dat die overjarige stier in ieder geval van Martje afbleef? Martje - als hij haar aanraakte dan zou hij... ja wat eigenlijk? Aanplakbiljetten in de faculteit? Let op de zwarte hengst dames, velen gingen u voor? En dan namen? Heleen, Suzanne, Martje? Nee, voor geen prijs. Hij moest iets anders verzinnen, iets héél anders. Zou hij eigenlijk nog tentamen bij hem moeten doen, mondeling? Nee, z'n werkstuk zou hij nakijken en bespreken. Wàt als hij dàn eens, met iedereen erbij? Of op z'n kandidaats? Hoe vond u de studie tot nog toe? Dat was een standaardvraag van hem. Meneer Wilbrink, tot zover het officiële gedeelte van de uitreiking. Hoe vond u de studie tot nog toe? Ik heb de indruk, professor De Zeeuw, zou hij zeggen, dat u meer van onze studie hebt genoten dan ik. Hoezo, zou de klootzak vragen. Heleen, Suzanne, Martje zou hij er dan rustig en veel betekenend aan toevoegen. En dan wachten: links en rechts gemummel en verwarring, keelgeschraap. ‘Ben ik duidelijk genoeg?’ hoorde Martijn zich zeggen, terwijl hij de tomaten bij de uien in de pan deed. ‘Of zal ik me nader verklaren misschien?’

‘Nee dank u, dank u, gaat u zitten,’ hoorde hij De Zeeuw mompelen, ‘volgende kandidaat alstublieft.’

Met neergeslagen ogen zou De Zeeuw naar zijn collega's links en rechts buigen. Die deden dan alsof ze geweldig met de cijferlijst van de volgende in de weer waren. Maar thuis zouden ze 's middags bij de thee zeggen: ‘Die De Zeeuw stond er leuk op vanmorgen.’

‘Hoezo, wéér een huilende studente gehad?’ vroegen hun vrouwen dan nieuwsgierig.

Martijn was zo opgewonden aan het denken, dat hij de keukenwekker vergat op zeven minuten af te stellen zodat hij nu niet wist of de macaroni gaar was. Voorzichtig haalde hij er eentje uit en plette die met een vork. Te laat, het macaronietje was opgezwollen en papperig, iets waar Martijn, macaronikenner bij uitstek, een gruwelijke hekel aan had.

[pagina 40]
[p. 40]

Zijn medelijden met Martje zou hem ervan weerhouden hebben om nieuwe te maken, wetend hoe erg zij zoiets vond. Maar de woede op zijn hoogleraar De Zeeuw zette hem aan tot muiterij. Daarom gooide hij de macaroni in een zeef, deed de balcondeuren open en kwakte het hapje, dat de bolronde vorm van de zeef behield, in de vuilnisbak. Buiten rook het lekker naar de karbonades van mevrouw de Bruin. In feite was dat de reden waarom Martijn plotseling besloot in de stad te gaan eten.

Het was vol in de Carrékelder, er hing een zware damp van andijviestamppot waardoor Martijn even moest wennen voordat hij tussen de bossen haar en de bergen kleren hier en daar een gezicht ontdekte. ‘Martijn,’ werd er tussen het geroezemoes en de herrie van het stapelen van aardewerk door geroepen. Maar jammer genoeg was het blijkbaar niet voor hem bedoeld. Hij ging daarom maar aan de grote tafel in het midden zitten.

‘Martijn,’ hoorde hij weer en naast hem stond Suzanne.

‘Kom aan onze tafel,’ zei Suzanne.

 

Het was laat in de avond toen Martijn en Suzanne de trap opliepen. ‘Pas op voor de fietsen,’ zei Martijn nog, maar het was al te laat. Suzanne hield haar hand voor haar oog. En boven gekomen maakte Martijn gauw het washandje nat dat hij er ongemerkt voor bestemd had en steeds gereed had liggen.

Zwijgend hield Suzanne het lapje tegen haar oog dat zij pas na aandringen van Martijn even wilde laten zien. Het was een stuk minder erg dan het zijne van vorige week. En Suzanne nestelde zich gezellig met het washandje op het bed van Martijn.

‘Blijf jij in Amsterdam met de Kerst?’ vroeg Martijn.

‘Ja, hoezo?’ vroeg Suzanne, jij?'

‘Ik ook,’ zei Martijn, ‘moet je niet naar je ouders?’

[pagina 41]
[p. 41]

‘Nee,’ zei Suzanne weifelend, alsof ze het nu pas begon te overwegen. ‘Martje?’

‘Martje wèl, weet je met wie?’ vroeg Martijn.

‘Nou?’ Susan keek nu werkelijk heel geïnteresseerd met haar ene oog.

‘Met Leo,’ zei Martijn plechtig.

‘Leo wie?’ vroeg Suzanne.

‘Ben je hem vergeten?’ vroeg Martijn verbaasd. Martijn zou bijna weer constateren dat hij van vrouwen niets begreep of Suzanne zei: ‘Leo?’

Gelukkig dacht Martijn, ik ben niet helemaal gek.

‘Leo met Martje.’ Suzanne zuchtte om zich even de tijd te gunnen haar jaloezie te laten zakken. Nog steeds, dacht Suzanne, hoe lang zou dat nog duren dokter, ik ben nu al een jaar ziek.

‘Zo,’ zei Suzanne, ‘dat is leuk voor ze.’

‘Leuk?’ vroeg Martijn, ‘maar het is toch helemaal te maf!’ Hij stotterde van opwinding.

‘Hoezo?’ vroeg Suzanne koeltjes, ‘wat is er tegen?’

‘Nou jezus, hoe hij jou heeft gepakt, daar had je toch ook niet van terug, toen,’ zei Martijn.

‘Nou dat viel wel mee hoor,’ zei Suzanne rustig, en ze haalde nog 'ns diep adem zoals ze dat op yoga had geleerd omdat dat meestal nog het beste hielp.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken