Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van geluk gesproken (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van geluk gesproken
Afbeelding van Van geluk gesprokenToon afbeelding van titelpagina van Van geluk gesproken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (9.35 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van geluk gesproken

(1987)–Marijke Höweler–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 42]
[p. 42]

6 Geef opoe een kusje

‘Godkolere,’ zei mevrouw de Bruin dus, ‘wie heeft hier het raam open gezet! Sinds wanneer stoken we hier voor de kat z'n kont,’ en ze wierp zich met het volle gewicht op het schuifraam, dat knarsend toegaf.

‘Ik zit hier,’ klonk het benauwd uit de wc.

‘Weet je dat ze helemaal niet weggaan, die van beneden?’ Mevrouw de Bruin paste haar volume aan aan de omstandigheid dat haar stem nu onder de deur door moest sluizen.

Het bericht kwam toch niet helemaal goed door want meneer de Bruin riep: ‘Ik kom,’ en wat hij daarna zei werd meegespoeld.

‘Wat zei jij?’ vroeg meneer de Bruin terwijl hij zijn gulp in de gang stond dicht te knopen.

‘Je mag het raam wel open zetten,’ zei mevrouw de Bruin verachtelijk, hetgeen meneer de Bruin zonder verdere plichtplegingen deed nadat hij even de adem ingehouden had en de bovenste knoop van z'n broek in het knoopsgat had geforceerd. Hij deed dat de laatste jaren op de tast want het zicht was hem ontnomen, maar hij was er gelukkig wel erg handig in geworden.

‘Wat zei je nou?’ vroeg meneer de Bruin, toen hij alle karweitjes klaar had.

‘Ik zei dat de goudkust helemaal niet gaat verhuizen. Zij is op vakantie en hij is thuis.’

‘Da's pech gehad,’ zei meneer de Bruin laconiek, die inmiddels hun goudgerande droom allang had opgegeven nadat hij het geval aan Willemse voorgelegd had, die hem erop wees dat er voor gekraakte woningen eveneens huur betaald zou dienen te worden. Zo zei Willemse dat.

‘Ik geloof toch niet dat die twee van beneden het met el-

[pagina 43]
[p. 43]

kaar houden,’ filosofeerde mevrouw de Bruin.

‘Dat zullen ze jou vertellen,’ zei De Bruin en stelde zich Martje voor die ontroerd onder hem lag en kreten van genot slaakte terwijl hij klaarkwam.

‘Hij kende de eigenaar,’ vervolgde mevrouw haar verslag.

‘Dat zei ik je toch,’ zei meneer.

‘En ik heb 'm nog even gezegd van die stereoinstallatie,’ zei mevrouw. ‘Nou, hij zou er op letten.’

‘Ja, dat zal wel,’ zei De Bruin sceptisch. ‘Er zit maar één ding op.’

‘Wat bedoel je?’ vroeg mevrouw.

‘We moeten er ook een kopen.’

‘Ik zou zeggen dat je d'r een had,’ antwoordde ze vinnig.

‘Jij moet je er niet mee bemoeien als je er geen verstand van hebt.’

‘Ik mag geen verstand van stereo hebben maar van jou weet ik alles,’ zei mevrouw de Bruin, ten onrechte, zoals we straks zullen zien.

‘Ik heb karbonaden meegenomen,’ zei mevrouw. ‘Haal jij die joekels effe op.’

‘Waar zitten ze?’

‘Sjonnie is bij tante Annie en Veronica en Monica zijn even naar moeder.’

‘Daar ga ik niet naar toe,’ zei De Bruin.

‘Jij gaat ze even ophalen,’ zei mevrouw de Bruin.

‘Oh nee,’ zei De Bruin.

‘Jazeker,’ zei z'n vrouw.

 

‘Hoe is het nou met je, moeder?’ vroeg De Bruin, terwijl zijn schoonmoeder de tamelijk dikke kinderarmpjes in de donkerrose mouwtjes zat te proppen.

‘Met mij kan het niet beter,’ antwoordde zijn schoonmoeder, ‘naar jou zal ik maar niet vragen,’ en ze smoorde Veronica in haar capuchonnetje door de door haar gebreide rose

[pagina 44]
[p. 44]

shawl hard aan te trekken. ‘Geef opoe een kusje!’

Gehoorzaam tilde Veronica haar witte snuitje omhoog en liet zich knuffelen.

‘Dag moppies,’ zei oma.

‘Dag oma,’ zeiden Veronica en Monica tegelijk, ‘tot morgen.’

‘Tot morgen, liefies,’ zei oma terwijl ze De Bruin aankeek alsof hij ze ging verdrinken.

‘Heb je nog nieuws?’

‘Geen nieuws,’ zei De Bruin en probeerde zich uit de voeten te maken. Maar oma hield hem bij z'n mouw.

‘Als jij niet heel gauw heel goed nieuws hebt, dan zal jij 's wat zien,’ verklaarde ze dreigend.

‘Het komt allemaal best terecht,’ meende De Bruin.

‘Oh ja, en hoe dan wel?’

‘Ik heb wat bij de hand,’ zei De Bruin.

‘Jij zal niks bij de hand hebben,’ zei oma smalend.

De kinderen begonnen nu tot De Bruins vreugde beneden langdurig op de bel te drukken.

‘Papa komt eraan,’ riep De Bruin opgelucht.

 

Het was erg stil die avond in de Blasiusstraat. Mevrouw de Bruin was naar haar zuster. Meneer de Bruin dacht na over z'n uitkering en over z'n verdere werkkring. Het was een feit dat de mensen minder geld uitgaven. Normaal zou hij nu de mosgroene keukens voor donkerblauwe aan het verwisselen zijn en de bermuda beige badkamers voor... ja, waarvoor eigenlijk precies? Hij piekerde zich suf maar kwam er niet achter. Toch even langs Intercodam morgen, daar kon je de trend zien. Op zo'n manier raakte hij er helemaal uit natuurlijk. Als die heks er nou niet tussen was gekomen. En waar ging het nou helemaal om? Hè? De wagen had ze betaald. Maar hoe kon hij nou werken zonder de wagen? De wasbakken en 't zand en de tegels op z'n nek nemen zeker,

[pagina 45]
[p. 45]

dat zou ze wel leuk vinden natuurlijk. Wijven, het bloed onder je nagels vandaan konden ze je treiteren, het leek nooit genoeg. Maar werk moest er komen natuurlijk, zo was dat.

 

‘Sjef,’ zei De Bruin, ‘pilsje hier graag Willem. Sjef heb jij nog wat voor mij te doen?’

Sjef tilde even z'n arm van de bar om te zien waar het geluid vandaan kwam en hoe de bron er verder uit zag. Aan Sjefs gezicht te oordelen viel het niet mee.

‘Zwart?’ vroeg Sjef. ‘Ik heb alleen maar wit op het moment.’

Hij zette z'n arm weer neer, en leek de conversatie als gesloten te beschouwen.

‘Pilsje voor Sjef,’ zei De Bruin, ze klonken.

‘Ben jij nog bij Truus?’ vroeg Sjef.

‘Ja,’ antwoordde De Bruin.

‘Die zou ik wel eens willen,’ droomde Sjef hardop.

‘Hè?’ zei De Bruin.

‘Ik zeg, die zou ik wel 'ns neer willen leggen.’

‘Misschien zou dat wel kunnen,’ zei De Bruin peinzend.

‘Oh ja?’ zei Sjef.

‘Ja, misschien zou dat wel kunnen,’ zei De Bruin nog eens.

‘Ik heb misschien nog wel wat in Buitenveldert,’ zei Sjef.

‘Wat?’ vroeg De Bruin.

‘Badkamertje moet gedaan worden.’

‘Nieuw sanitair?’ vroeg De Bruin.

‘Bij een man alleen,’ zei Sjef, ‘bermuda beige moet rose reliëf worden.’

Dat was het dus: rose.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken