richten. Wat echter nog veel belangrijker is dan de ruimteschepping is de daarmee gepaard gaande verovering van de tijd. De nomadische mens leeft in het heden, hij kent geen verleden en geen toekomst. Hij is geheel afhankelijk van de natuurlijke omstandigheden en de grillen der elementen; hij is voortdurend bezig naar nieuwe jacht- en weidegronden te zoeken of oorlog te voeren en besteedt aan deze bezigheden al zijn energie, zodat hij geen tijd - geen vrijheid, geen psychische distantie - heeft voor zelfbezinning, voor kunst, wetenschap, filosofie, ethiek, want al deze dingen vinden hun oorsprong in een bepaalde verhouding tot de tijd, een verhouding die pas door en ten gevolge van de activiteit van het bouwen ontstaat.
Toen de mens begon te bouwen, vond hij daarmee de toekomst uit. Bouwen is niet, zoals men zou denken, in de eerste plaats een kwestie van ruimtelijke ordening: het is vóór alles een ordening in de tijd. Bouwen is vooruitzien. De mens die voor het eerst bouwde, voegde aan zijn bestaan een heel nieuwe dimensie toe: de toekomst als een leefbare categorie, als een tweede werkelijkheid die de werkelijkheid van het hier-en-nu in belang verre overtrof. Hoezeer het bouwen primair met de tijd en niet met de ruimte is verbonden, blijkt wel uit het feit dat de taal een op het eerste gezicht geheel andersoortige activiteit eveneens met het begrip ‘bouw’ karakteriseert, n.l. de landbouw. Al heeft de landbouw natuurlijk ook tot op zekere hoogte met ruimtelijke ordening te maken, het typische kenmerk is hier toch de tijdelijke betrekking, het macht uitoefenen over de toekomst: zaaien om te oogsten. Wat het bouwen met stenen en het verbouwen van graan gemeen hebben is wat men met een modern woord ‘planning’ noemt: het zich toeeigenen van een ‘tweede wereld’, een onzichtbare wereld die echter toch hanteerbaar blijkt - de toekomst.
In dit licht gezien is het duidelijk dat onze uitgangsdefinitie: de mens bouwt om een dak boven zijn hoofd te hebben, in zijn utilitarisme zeer éénzijdig is. Trouwens, hebben tempels, kerken, grafmonumenten en soortgelijk niet-utilitaristische