The best of Peter Sellers. Saint-Simon is moordend, maar ondanks het komische van de door hem beschreven situaties zijn deze toch nergens banaal. Neem daarentegen de reeks voordrachten waarin de Britse acteur al zingend, pratend, babbelend of dreunend zijn Engelssprekende tijdgenoten erdoor haalt, en men wordt letterlijk overstelpt door zulke spuitende geisers van verbale banaliteit, dat het lijkt alsof dit het enige element is waarin wij allen leven. En tot op zekere hoogte is dat dan ook zo. Wij zijn die man die die domme vragen stelt, die die kraaiende antwoorden geeft, die, alleen in de badkamer, het sentimentele lied uithaalt, dat hem in het bedaagde oor ligt. Wij zijn het, die voortmeieren, reclame maken, naar reclame luisteren en ons laten vollopen met alle sonore gemeenplaatsen die politiek, handel en godsdienst maar verzinnen. Zo waar als het is, dat wij in het tijdperk van de machine leven, dat de machine herhaling is, en dat herhaling de doodsvijandschap betekent met alles wat vrij en spontaan is en geest bezit, zo waar is het, dat de banaliteit ons past als levenslust, als geestelijk klimaat.
Wij eindigen waar wij zijn begonnen: met de poëzie. Zij, de kunst, is het enige wapen dat wij tegen de banaliteit in het veld kunnen brengen, het enige middel dat ons ten dienste staat, als wij de routine willen doorbreken. Nooit banaal te willen zijn is uiteraard de zekerste manier om het toch te worden, want om zo'n toestand te bereiken zou je over de onbewustheid van het dier moeten beschikken en over wat eens ‘de teloor gegane deugd van de onverantwoordelijkheid’ genoemd is, die eigen is aan het kind. Ook de kunstenaar van vandaag ontsnapt niet geheel en al aan de banaliteit, al was het maar omdat hij, als hij succes heeft, in de verzoeking komt meer uit te schenken dan hij uit de put naar boven kan halen, en als hij géén succes heeft, zich het hoofd te breken hoe hij ‘la part de Dieu’ - andere naam voor ingeving of inspiratie - pasklaar voor de ontvangst zal maken; hetgeen in maar al te veel gevallen betekent, dat hij naar beneden nivelleert. Maar doet hij dat niet, weet hij, met de ontrukte zekerheid van een aartsengel, de banaliteit te ontgaan, dan kan hij, beter dan wie ook, er ons een idee van geven hoe het leven is