Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De geest van tegenspraak (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van De geest van tegenspraak
Afbeelding van De geest van tegenspraakToon afbeelding van titelpagina van De geest van tegenspraak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.53 MB)

Scans (20.31 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De geest van tegenspraak

(1968)–G.H.M. van Huet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 29]
[p. 29]

De norm en de roem

Toen Henri Guillemin zijn zoveelste onthulling aangaande het leven van de een of andere beroemde schrijver had gepubliceerd, vatte François Mauriac zijn bezwaren tegen deze handelwijze in een lang artikel samen, waarboven hij als kop ‘Le bonheur d'être oublié’ zette. Wat al niet kan van ieder van ons worden gezegd! Elk mens heeft wel een paar plekken in zijn leven die hij het liefst met de mantel der liefde bedekt zou willen zien, en voor het merendeel - obscuur als zij zijn - betoont de fama zich inderdaad barmhartig. Maar een schrijver is beroemd, en als men beroemd is (dat wil dus zeggen: niet vergeten wordt), is het moeilijk aan dit onderzoek te ontsnappen, dat wij bij voorkeur voor het hiernamaals reserveren. En dan op een goede dag komt er zo'n snuffelaar die, met de bewijzen in de hand, vertelt, dat de illustere a niet zo'n onberispelijke patriot is geweest als hij heeft doen voorkomen, dat de vlekkeloos schrijvende b in zijn privé-leven vrij duistere paden heeft bewandeld, en dat c, wiens naam in den regel van het epitheton ornans ‘nobel’ vergezeld gaat, zich niet ontzien heeft een tijdlang voor aanbrenger te spelen. Houd u toch aan de teksten! zegt Mauriac.

In de jaren twintig noemde men deze systematische ontluistering, waartoe vooral Lytton Strachey de grote stoot heeft gegeven, ‘debunking’. Wat echter bij de geleerde en elegante Strachey een misschien wat dubieus, maar onderhoudend spel was, werd in de handen van zijn navolgers een vrij plompe en weinig verheffende vertoning. Voortaan kreeg ieder die van het ‘menselijke, al te menselijke’ uit het leven van een der coryfeeën kennis droeg, het recht, zijn eigen kleine en onbetekenende stafje over zo'n doorluchtig hoofd te breken. ‘Het was maar een verwijfd mannetje,’ zei onlangs een lerares voor de klas, over Louis Couperus sprekend. Dat dit ‘verwijfde mannetje’ een van de weinige Nederlandse romanschrijvers is met wie wij ons voor het wereldforum kunnen vertonen; dat hij gewerkt heeft als een paard en alleen al door de omvang van zijn oeuvre heeft be-

[pagina 30]
[p. 30]

wezen; dat dandyisme en energie elkaar niet behoeven uit te sluiten - hiervan werd tegenover de kinderen niet gerept. Alsof men in één enkel woord een heel leven kan opsommen. Alsof men door de vermelding van een volmaakt persoonlijke karaktertrek een werk dat objectief in tientallen delen daar ligt en waaraan iemand het beste van zijn hoofd en hart geschonken meent te hebben, afdoende kan typeren.

De kwestie zou nauwelijks de moeite van het vermelden waard zijn, als zij niet symptomatisch kon worden genoemd. Iedereen houdt er tegenwoordig over van alles en nog wat meningen op na en spreekt die uit met een aplomb waarvan de zelfverzekerdheid vaak omgekeerd evenredig is aan de gefundeerdheid. De beste stuurlui staan nog steeds aan wal. Geen redactie of zij heeft haar briefschrijvers die haar op gezette tijden komen vertellen wat zij in dit of dat geval had moeten schrijven. En elke redactie vergaloppeert ook zelf zich wel eens. Sinds de televisie in vrijwel alle huiskamers wordt gezien, wordt het land overstroomd met opinies en uitspraken die, wat zij verder ook mogen inhouden, allereerst opvallen door een gebrek aan zelfkritiek. ‘Le culte de l'incompétence,’ men zou de term van Emile Faguet hier terstond kunnen gebruiken. Het schijnt de mensen dan ook steeds moeilijker te vallen, zich door een ander die meer gedaan heeft of meer weet, zich beter uitdrukt of van een nobeler gezindheid blijk geeft, te laten imponeren. Zodra zich iets voordoet dat van enige superioriteit getuigt, vindt bliksemsnel een stukje ‘debunking’ plaats. En dan praat men bij voorbeeld van ‘dat verwijfde mannetje Couperus’.

Dit alles hangt samen met een verschijnsel dat wij verlies van kwaliteitsgevoel zouden kunnen noemen. Er heerst in het leven nu eenmaal een zekere hiërarchie, en een deel van de opvoeding heeft er altijd in bestaan, de kinderen zin hiervoor bij te brengen. Het gewone en triviale heeft zijn plaats; zo ook het middelmatige, maar degelijke; zo ook het buitengewone. Niet iedereen heeft er lust toe, zijn dagen met het lezen van Horatius door te brengen, en als men de voorkeur aan een detectiveverhaal geeft, is daar niets tegen in te brengen. Maar men moet dan toch wél weten wat men doet en

[pagina 31]
[p. 31]

zich niet verachtelijk over het eerste uitlaten, omdat men slechts in staat is tot het tweede. Het feit alleen, dat men zijn neiging met hele volksstammen deelt, zegt kwalitatief gezien niets positiefs over hetgeen die neiging opwekt. Weinig dingen zijn dommer dan op die medeburgers neer te kijken die ervoor zorgen, dat ons brood op tafel staat, onze brieven in de bus liggen en onze treinen op tijd vertrekken. Maar het omgekeerde - dat de man die de handel weet te bedienen en zo virtuoos met mes, schaar, hamer of telmachine omgaat, ons voorschrijft welk scala van waarden zal moeten gelden - is zeker niet minder ongerijmd.

Niet zo lang geleden las ik ergens een mooie anekdote. Een moeder komt terneergeslagen van de dokter thuis en vertelt haar buurvrouw, dat haar zoon aan een Oedipuscomplex lijdt. ‘Trek je er niets van aan,’ zo troost de ander haar dan. ‘Wat geeft het, zolang als hij maar van zijn moeder houdt?’ Het verhaal laat ons zien, dat er een wereld van verschil kan bestaan tussen de zogenaamde gewone kijk op de dingen en het deskundig oordeel. Onkunde doet alle opmerkzaamheid vervagen. In de zon stralen alle daken. Zo blij als wij zijn met de democratie, zo onwillig zijn we om de prijs ervoor te betalen, die onder meer hierin bestaat, dat iedereen over alles zijn zegje dient te hebben, met het onvermijdelijke gevolg, dat het gewone en alledaagse in de hoogte gestoken wordt, het bijzondere naar beneden gehaald en gebagatelliseerd, en het zeldzame met een maat gemeten, die iedereen zou afschrikken er nog ooit naar te gaan zoeken. Het lijdt natuurlijk geen twijfel, of Couperus zou, als men hem met een ‘he-man’ of de eerste de beste gezonde borst ging vergelijken, aan het kortste eind moeten trekken - in het oog van de kwalitatief minst wenselijke type, dat wel de gewone man heet, kwam hij er in dat geval gegarandeerd slecht af. Maar er bestaat nog een ander niveau, een andere rangorde, waarvan onze gezonde, vitale, en vooral normale man helaas maar nauwelijks weet heeft; en het is hier, op dit niveau - dat overigens net zo natuurlijk is als dat van de biologische norm of de brute vitaliteit, al mogen voor velen dan kunst en onnatuur met elkaar gelijk staan - dat men alleen met kwaliteits-

[pagina 32]
[p. 32]

gevoel terecht kan, omdat dit zulke waarden als geestelijke of musische vruchtbaarheid erkent. Wie weleens de klachten der docenten hoort, dat zoveel kinderen op onze middelbare scholen bij het opstelmaken niet verder dan de geijkte beschrijving van het jongste schoolreisje weten te komen, kan in de uitlating van die lerares misschien een verklaring vinden. Wie zo lesgeeft, heeft niet beter verdiend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken