Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De geest van tegenspraak (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van De geest van tegenspraak
Afbeelding van De geest van tegenspraakToon afbeelding van titelpagina van De geest van tegenspraak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.53 MB)

Scans (20.31 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De geest van tegenspraak

(1968)–G.H.M. van Huet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 147]
[p. 147]

Het veld van de abstractie

Er zijn slechtere manieren om het nieuwe jaar binnen te gaan dan verdiept zijnde in Boswells Johnson. Ik voor mij heb het onder de tonen van ‘O, was ik maar bij moeder thuisgebleven!’ gedaan, maar een van mijn vrienden, die de reis door het leven geheel alleen en zonder affectieve bindingen maakt, vertelt mij, dat de avond, door hem op voornoemde wijze doorgebracht, geheel naar verwachtingen is geslaagd. Zózeer bleek het boek dat op Oudejaarsavond voor hem openlag, hem in zijn macht te hebben, dat het geraas buiten hem ten enen male ontgaan bleek te zijn. Plotseling evenwel was het tot hem doorgedrongen - Johnson bereikte inmiddels de zestig - en hij had er zich mee vergenoegd zichzelf nog eens in te schenken en met de geest van de oude zonderling te klinken. Het merkwaardige was, zo zei hij, dat het hem inderdaad had toegeschenen, alsof de doctor in eigen persoon aanwezig was geweest. Maar daar lag het boek, reeksen van dunne regeltjes tegen een wit fond; en daar zat hijzelf, de lezer, een man van middelbare leeftijd met een glas in de hand - tertium non datur. Hij was de avond alleen begonnen, hij was de avond alleen geëindigd, de rest bleek op verbeelding te berusten, was abstract.

Laten wij aannemen - en ik neem het gaarne aan - dat onze vriend werkelijk geen behoefte aan gezelligheid had. Dat wat hem betreft de oliebollen voor niets gebakken waren, de klokken voor niets hadden geluid, de rotjes voor niets ontstoken werden, en dat Hilversum en Bussum net zo goed hadden kunnen sluiten. Dan nog had hij in de geste waarmee hij het boek naar zijn ogen bracht, iets verraden van een verlangen naar gezelschap, dat in hem leefde, een verlangen dat op een tekst van bijkans tweehonderd jaar geleden was gericht en dat door deze klaarblijkelijk geheel en al werd bevredigd. Ofschoon, naar hij me nog toevertrouwde, dit de vierde keer was, dat hij het boek van Boswell doornam. In een editie die hij als negentienjarige jongen had gekocht.

Dit alles is op zichzelf niets bijzonders en nauwelijks de

[pagina 148]
[p. 148]

moeite van het mededelen waard, maar wat me in dit geval toch wel trof, was de omstandigheid, dat onze lezer een boek had uitgezocht, dat meer als gesproken dan als geschreven valt aan te merken. Zoals men weet, bestaat de inhoud van dit Life of Samuel Johnson uit de gesprekken die de grote man in aanwezigheid van zijn bewonderaar, de Schotse lichtmis, voerde; welke gesprekken door laatstgenoemde met grote vlijt en toewijding werden opgetekend. Stel nu eens, dat Boswell zich niet 's avonds op zijn kamer had behoeven terug te trekken om hetgeen hij overdag gehoord had neer te schrijvan, maar naar elke samenkomst met zijn afgod een tape-recorder had kunnen meebrengen. Tientallen, honderden grammofoonplaten hadden uit deze woordenmassa samengesteld kunnen worden, met behoud van elke stembuiging, elke intonatie, elke hapering, elke stilte, ieder kuchje. Ik vraag me af, of een levenswerk, aldus gereproduceerd, evenzeer de aandacht zou hebben kunnen boeien als deze neerslag in druk, die, ofschoon uit niets anders dan uit gesproken woorden bestaande, dit gesprokene een zekere onsterfelijkheid verleend heeft - een onsterfelijkheid overigens, die aan de geschriften van de spreker in kwestie, zijn gedichten, essays en satiren, is ontzegd. Zou onze vriend daar ook voor de vierde keer naar hebben willen luisteren?

Ik betwijfel het. Wellicht is het oor irritabeler dan het oog, wellicht is het minder geduldig, wellicht heeft het meer tijd nodig om de zin van de woorden te laten doordringen, wellicht ook heeft het een beter geheugen, zodat het veel eerder een bepaalde klemtoon, een bepaald zinsritme van de vorige keren herkent - maar zoveel is zeker: de tijden van de rapsoden en hun auditoria zijn voorbij. Best mogelijk, dat wij nog eens een schrijver voor ons willen laten optreden, om hem te zien en te horen; dat wij een grammofoonplaat kopen, waarop zijn stem is vastgelegd, zodat wij nog een aspect aan de indruk die wij reeds via zijn geschriften van zijn persoonlijkheid ontvangen hebben, kunnen toevoegen: ten slotte is de orale cultuur iets wat wij allen in het bloed hebben, wij zullen er nooit in slagen dit atavisme helemaal af te schudden. Maar ook met de mooiste stem, de sonoorste of snedigste zin-

[pagina 149]
[p. 149]

nen in mijn oren, zal ik toch nooit die kleine zwarte tekens kunnen vergeten, die mij soms als afgodsbeelden gebieden, die mij soms als kobolds plagen, die, warrelend en stuivend en dan in gelid gezet, mij door de dag heen begeleiden, zesentwintig in getal. Een magische reeks, die nog aan geheimzinnige dwingendheid wint, naarmate wij ons verder van de schrijfletters, die andere vrije en spontane uiting van de persoonlijkheid, verwijderen. Laten wij maar eerlijk zijn: wij zouden ervoor passen, alleen maar manuscripten te lezen - bron van de ‘acedia’ der middeleeuwse monniken. Maar wij kunnen ook de mooiste grammofoonplaat van onze lievelingsschrijver slechts enkele malen aanhoren. Heeft hij zich te veel vastgelegd? Herkennen wij te duidelijk de mechanische reproduktie? Fris, spontaan en steeds weer fascinerend vinden wij hem terug in de drukletters die zijn gedachten voor ons opnieuw creëren. Zij kunnen mooi of minder mooi wezen, en gedrukt zijn op wit of groezelig papier, maar zij voeren - o onweerstaanbare eigenschap die het boek, en het boek alleen, bezit - ons regelrecht naar het veld van de abstractie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken