zich per draagkoets naar zijn werk brengen) en ook toen hij naar Parijs werd gestuurd om bij Firmin-Didot het vak te leren, was hij wel in de salons en aan de whisttafel te vinden, maar niet in de werkplaatsen van de beroemde drukker. Na een tijd voor huisleraar gespeeld te hebben, verzoende hij zich met zijn vader, voltooide zijn gymnasiale studie, deed examen rechten en trad in Saksische staatsdienst. Ruim vijfentwintig jaar hield hij het daar vol; maar toen hij in 1870 zijn ontslag indiende, kon men moeilijk zeggen, dat er aan hem een eminent gevolmachtigd minister verloren was gegaan. Villers bleek voor geen enkele dienst geschapen te zijn. Hij bereikte zijn hoogtepunt pas, toen hij zijn grote verlangen - de algehele vrijheid - verwezenlijkt kon zien. De eerste brief die van uit zijn nieuwe tehuis te Neulengbach aan zijn vriend, de Pruisenhater von Warsberg, stuurde, is een model van opluchting en idyllische plaatsbeschrijving. Hij had zijn asiel, zijn Tusculum, zijn ‘paradijs zonder Eva’ gevonden. Voortaan zou hij er zich aan wijden, de slotsom van Candide in praktijk te brengen: ‘Il faut cultiver son jardin’.
Wie nu, na negentig jaar, zijn brieven leest, voelt zich letterlijk betoverd. Daar is deze man, die het al bij al toch niet zo ver gebracht heeft, een dwarskop en dilettant, ‘ongezelliggezellig’ en goedmoedig-egoïstisch, en zijn hele wereld bestaat uit niet veel meer dan een park of grote tuin, een vervallen huis, de gedienstigen Cilli, Tilli en Resi en een paar jonge honden. Maar hoe weet hij met zijn verschillende huiselijke wederwaardigheden te spelen - wat voor een perfecte eenheid ontstaat er op deze pagina's tussen de uitgediende ‘Lebemann’ en zijn kleine verrukkingen, zijn kleine zorgen! Alles in de omgeving van Villers krijgt hier zijn eigen gewicht, in elk detail leeft het geheel, en van het geheel - de cultuur van een mensenleven - uit lopen verbindingen naar de meest alledaagse zaken. Villers bezit een eigenschap die in de literatuur - dit domein van de nadenkende handwerksman - zeldzaam mag heten: hij is spontaan, hij reageert steeds onmiddellijk en met zijn hele persoon, en vergeet toch de aanleiding niet, die in den regel praktisch en concreet is. En zo lezen wij zijn brieven, die niet aan ons zijn gericht, alsof zij