Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De geest van tegenspraak (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van De geest van tegenspraak
Afbeelding van De geest van tegenspraakToon afbeelding van titelpagina van De geest van tegenspraak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.53 MB)

Scans (20.31 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De geest van tegenspraak

(1968)–G.H.M. van Huet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 177]
[p. 177]

Het geluk van de pluswerker

Aangezien het vandaag de tweehonderdste maal is, dat wij de geboortedag van Jean Paul vieren - er zit iets roerends in zo'n herdenking: een acte van dankbaarheid van mensen die, over een dergelijke tijdspanne heen, zich blijkbaar nog altijd verplicht en dus gebonden voelen - ben ik in het werk en over het leven van de Duitse humorist gaan zitten lezen, maar het gevolg is, dat ik slechts zeer zijdelings over hem zal schrijven. Jean Paul is een schrijver die een heel mensenleven heeft nodig gehad om zijn oeuvre - een metterdaad uitgebreid, een enorm ceuvre - tot stand te brengen, en het zou eveneens een mensenleven vergen dit oeuvre helemaal door te werken. Hieraan is niet zo veel overdreven, want Jean Paul was een achttiende-eeuwse auteur, en wij zijn twintig-eeuwse lezers - dat wil zeggen constant in tijdnood, neigend tot gemakzucht en maar al te snel verstrooid. De schrijver van Siebenkäs daarentegen eist tijd, veel tijd, en ook de nodige aandacht en inspanning. Het aardigste wat ik zojuist over hem las, was de anekdote van de herbergierster bij wie hij in de kost was en die hem op zijn verzoek (hij merkte, dat hij honger had gekregen) wat eten klaarmaakte, het boven bracht en voor hem neerzette. De schrijver zit met de pen in de hand op het bord te staren, maar als de vrouw een paar uur later terugkomt, staat het eten er nog precies zo. De zonderlinge kostganger, aan het werk geslagen, was zijn honger geheel en al vergeten.

Er moet een soort verband bestaan, vind ik, tussen deze verslondenheid, dit opgaan in zijn werk, en het feit, dat twee eeuwen later de mensen nog over dit werk praten - en niet alleen over het werk, maar ook over de wijze waarop het tot stand gekomen is. Moeizaam, omslachtig, onder negeren van veel zaken die het leven aangenaam maken, al bij al: ongemakkelijk. Hoe verzot op ons gemak zijn wij, hiermee vergeleken! Dezer dagen heb ik in een groot bedrijf een machine om flessen te vullen in actie gezien: een onophoudelijke band stuwde de flessen voort, tot zij bij een schijf of platform waren aangekomen, en hier, bij de toegang tot het eigenlijke mecha-

[pagina 178]
[p. 178]

niek, regelde een koperen dwarsstaafje volgorde en tempo. Het was als een regulerende menselijke vinger, de hand van een politieagent bij een tourniquet. De afstand tussen zo'n werktuiglijk draaiend apparaat - waarbij je je ter completering de man die het bediende, op zijn hurken ernaast en met een boterham in de hand, zou kunnen voorstellen - en de door zijn bezigheid geabsorbeerde en alles in het rond vergetende kunstenaar is onmetelijk. En toch horen zij allebei eigenlijk thuis in sprookjes.

Want het sprookje, dat aan onze heimelijke wensen tegemoet komt, vindt de prachtigste oplossingen om ons de aanwending van energie te besparen. Wij rijden op fantasiepaarden, vliegen in koffers en op de tapijten door de lucht, zijn in een oogwenk de zee overgestoken, bouwen in een vloek en een zucht, zonder plannen, materialen of werktuigen, een schitterend paleis. Dit is nog eens iets anders dan het gezwoeg en getob uit de werkelijkheid - neem bij voorbeeld maar de schrijver achter zijn tafel! Maar de aardigheid wil, dat ook deze laatste het voorwerp van onze wensdroom is geworden. Het verhaal van de man die zózeer in zijn werk opgaat, dat hij zijn eten kan vergeten, is wis en degelijk een sprookje - een sprookje waarin wij zelf zouden willen leven, een sprookje om jaloers op te zijn. Het mooiste is, dat beide sprookjes hooglijk actueel zijn. Want de techniek, die, in de woorden van Ortega y Gasset ‘een besparing van de inspanning is, welke de natuur de mens oplegt,’ doet niet anders dan ons werk afnemen en er ons vrije tijd voor in de plaats geven. En van de andere kant: als wij in onze kamer zitten en ons het paradijs voorstellen, is het dan Luilekkerland, dat voor ons oprijst? Het is er verre van. Integendeel, wij dromen dan van een bezigheid, een bezigzijn, een soortgelijke verslondenheid als die waarvan Jean Paul blijk gaf: eten en drinken zouden wij ervoor willen vergeten. Jakob Hegner, de uitgever en meesterdrukker die vorige herfst is overleden, placht te zeggen, dat er, naar hij hoopte, in de hemel een hoekje zou zijn, waar hij verder de hele eeuwigheid door zou kunnen zetten en drukken. En André Maurois heeft eens bekend, dat hij zich het ideale geluk voorstelde als een heerlijke

[pagina 179]
[p. 179]

roman waaraan hij in alle eeuwigheid, en met de gloed van zijn geïnspireerde ogenblikken, zou kunnen blijven doorschrijven. Andere beroepen, wier beoefenaars het door hen verrichte als de vervulling van een roeping ondervinden, komen ongetwijfeld op overeenkomstige wijze in het sprookje voor. Ook de lezer - hij die het aan de hemelpoort misschien wel moeilijk zal krijgen: hij heeft, om met Virginia Woolf te spreken, de hemel op aarde al gehad - zal zijn speciale bedrijvigheid aldus willen projecteren.

En intussen gaat, tot in alle eeuwigheid, ook die koperen vinger door, die sorteert, tegenhoudt, vrijgeeft, en steeds weer opnieuw sorteert met diezelfde strikte beweging. Het is natuurlijk niet helemaal billijk, juist die twee activiteiten - Jean Paul, schrijvend in zijn kamertje, en het automatisch vullen van flessen - tegenover elkaar te stellen. Het ene werk steunt namelijk nog helemaal op de traditionele vrijheid, het is ongedwongen, willekeurig en zelfs mateloos; het andere is door en door gerationaliseerd. Wat dit laatste betekent, kunnen wij zien, wanneer wij zo'n automatische beweging gadeslaan: het berust op het principe, hoe met de minste moeite het meeste voort te brengen - een overweging waardoor noch Jean Paul, noch Jakob Hegner, noch enige dichter of artiest, noch iemand die ervan uitgaat, dat zijn werk best een extra energiegebruik zou kunnen verdragen, zich ooit zal laten leiden. Dit plus, dit teveel dat zo duidelijk boven het strikt noodzakelijke uitgaat, vormt nu juist de inhoud van het geluksgevoel dat iedere toegewijde werker plots kan overvallen. Het valt niet te ontkennen, dat dichters en artiesten in het algemeen (waartoe trouwens alle pluswerkers behoren) in dit opzicht bevoordeeld zijn. Werken is voor deze mensen dan ook nooit een probleem geweest. Hun moeilijkheid heeft er nooit in bestaan, al dan niet dóór te werken, al dan niet hun eten op te eten. Het bestond, en bestaat, erin, hun eten te kunnen betalen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken