Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Latijnse gedichten 1607-1620 (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Latijnse gedichten 1607-1620
Afbeelding van Latijnse gedichten 1607-1620Toon afbeelding van titelpagina van Latijnse gedichten 1607-1620

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.47 MB)

Scans (16.68 MB)

ebook (3.94 MB)

XML (1.16 MB)

tekstbestand






Editeur

Tineke ter Meer



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Latijnse gedichten 1607-1620

(2004)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 303]
[p. 303]

94 ±08 07 1613 Ged., dl. 1 p. 51

Toelichting

Johan Dedel schreef zich op 14 mei 1604 als vijftienjarige in aan de juridische faculteit van de Leidse universiteit. Na enige tijd gestudeerd te hebben wilde hij praktijkervaring opdoen aan het Hof van Holland. Vanaf november 1606 woont hij in bij de familie Huygens en combineert hij zijn juridische bezigheden met het geven van onderwijs aan Maurits en Constantijn. In juni 1613 schrijft hij zich opnieuw in aan de Leidse universiteit, waar hij op 8 juli 1613 zijn disputatie pro gradu houdt (Ahsmann, Collegia en colleges, p. 494; Mijn jeugd, p. 35). In strijd met dit laatste gegeven is een passage uit de jeugdautobiografie, waar Huygens schrijft dat Dedel in augustus 1613 ontslag nam als huisleraar en daarna zijn disputatie hield (Mijn jeugd, p. 120). Dit moet een vergissing zijn.

Een exemplaar van Dedels disputatie (de gedrukte stellingen die hij vooraf heeft moeten verspreiden) bevindt zich in de Stadtbibliothek te Mainz. Mevr. mr. M. Ahsmann was zo vriendelijk mij hiervan een kopie ter beschikking te stellen. De versozijde van het titelblad bevat een opdracht aan Huygens' vader. Op de stellingen volgen twee gedichten ter felicitatie. Het eerste is een Latijns gedicht in hendecasyllaben van Maurits Huygens. Het tweede is een Grieks epigram geschreven door diens broer (vgl. misschien Mijn jeugd, p. 57, over publikatie van Griekse poëzie):

 
Τῷ ἀυτῷ.
 
Θαυμάζοντος ὅλου τόν σου νόον ἄγλαον ὄχλου,
 
Τήν τέ σου εὐμαθίαν, τήν τέ σου εὐλογίαν,
 
Τοῦτο Νέοι παρά σου μύζειν μοι ΙΑΝΕ δοϰοῦσι,
 
Τ᾽ΟΥΝΟΜΑ ΜΕΝ ΔΗΔΕΛ, ΔΑΙΔΑΛΟΣ ΕΣΤΙ ΦΥΣΙΝ.
 
Κωνσταντῖνος ὁ Ὑγενίδης.

(Vert.:

Aan dezelfde.

De hele menigte bewondert uw geweldig verstand - uw scherpzinnigheid, uw woordkeuze - en het komt mij voor, Johan, dat de jongelui ?om u heen dit murmelen: hij heet wel Dedel, maar naar zijn aard is hij Daedalus*.

Constantijn Huygens.)

 

*Vgl. Mijn jeugd p. 130, waar Cornelis Drebbel een Daedalus (d.w.z. ‘creatief persoon’) wordt genoemd. Zie ook Erasmus, Adagia, nr. 1262: ‘Daedali opera’.

 

Huygens' Latijnse gelukwens is niet in de disputatie opgenomen, maar afzonderlijk gedrukt, zoals wel meer met dergelijke poëzie gebeurde (Ahsmann, a.w., p. 298).

In het middelste gedeelte vraagt Huygens de Leidse universiteit en in het bijzonder de juridische faculteit om erkenning van Dedels verdiensten. Daaromheen staan twee kortere gedichten in een ander metrum, die als begeleidend

[pagina 304]
[p. 304]

schrijven opgevat kunnen worden. Uit het eerste is op te maken dat het Dedels initiatief is geweest de gelukwens openbaar te maken.

Metrum

Dactylische hexameter (vss. 29-66) en trimeter purus, d.w.z. een jambische trimeter waarvan iedere versvoet een zuivere jambe is (vss. 1-28 en 67-79).

Datering

Op of rond 8 juli 1613.

Overlevering

D K.A. XLIIIa-1, 1613/9r-10v.
  Het gedicht beslaat één dubbel gevouwen blad zonder impressum. De versiering aan het slot komt eveneens voor in werk gedrukt bij de landsdrukker Aelbrecht Hendricksz. en diens schoonzoon Hillebrant Jacobsz. van Wouw, die geleidelijk aan het werk van de ander heeft overgenomen (u.b. Leiden Thysius 2169 nr. 23; Knuttel pamfletten nrs. 2043, 2044, 2064, 2074; over beide drukkers zie Kossmann, De boekhandel te 's-Gravenhage, p. 178-180, 451-457). De overeenkomst betreft ook details zoals een kleine onderbreking in een lijn.

Commentaar

9 biverticis ... montis: de Parnassus.
10 Delphicus ... deus: Apollo.
23 Thalia: een der Muzen.
31 vgl. nr. 92 vs. 5.
33 Latiae facundia linguae: Ov. Pont. 2,3,75.
44 Castaliosque ... latices: Lucan. 5,125: Castalios circum latices nemorumque recessus. - Castalia was een bron gewijd aan Apollo en de Muzen.
45-50 blijkbaar hield Dedel tijdens zijn eerste verblijf in Leiden (zie toel.) een oefendisputatie (Ahsmann, Collegia en colleges, p. 288).
46 ardua ... Themidos sacraria vestrae: d.w.z. het podium of spreekgestoelte dat bij disputaties werd gebruikt?
46 Themis: godin van de gerechtigheid.
47-48 ceu medio - fundamento: Verg. Aen. 10,693-696:

 
ille uelut rupes uastum quae prodit in aequor,
 
obuia uentorum furiis expostaque ponto,
 
uim cunctam atque minas perfert caelique marisque
 
ipsa immota manens ...

49-50 crebras - sagittas: ‘It appears [...] that battle metaphors relating to the defense of the disputation [...] are common property’ (Rabbie-Ahsmann, ‘Astraea Lugduno-Batava’, p. 110).
51 potissit = possit.

[pagina 305]
[p. 305]

55-57 eveneens een gebruikelijk bestanddeel van gedichten bij disputaties (Rabbie-Ahsmann, a.w., p. 111).
55 patriosque penates: Verg. Aen. 2,717; Hor. Serm. 2,5,4
58-66 Huygens doelt hier op Dedels loopbaan na de eerste fase van zijn studie (zie toel.). Het vertrek uit de haven is het moment waarop hij Leiden verliet om in Den Haag praktijkervaring op te doen. De terugkeer naar de bekende kust is de terugkeer naar Leiden in verband met de disputatie.
60 solvit retinacula: Ov. Met. 15,696: torta coronatae solvunt retinacula navis.
62 post varios casus: Verg. Aen. 1,204: per uarios casus ...
65 considere portu: Verg. Aen. 3,378.
66 optata ... potiatur harena: Verg. Aen. 1,172: egressi optata potiuntur Troes harena.
79 fuas = sis.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken