Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Latijnse gedichten 1607-1620 (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Latijnse gedichten 1607-1620
Afbeelding van Latijnse gedichten 1607-1620Toon afbeelding van titelpagina van Latijnse gedichten 1607-1620

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.47 MB)

Scans (16.68 MB)

ebook (3.94 MB)

XML (1.16 MB)

tekstbestand






Editeur

Tineke ter Meer



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Latijnse gedichten 1607-1620

(2004)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

114 01 06 1617 Ged., dl. 1 p. 102

Toelichting

Huygens heeft ter afsluiting van zijn studie aan de Leidse universiteit een disputatie gehouden waaraan geen academische graad verbonden was (Van der Vliet, ‘De promotie van Constantyn Huygens’; Ahsmann, Collegia en colleges, p. 278 n. 22 en p. 299). De gebeurtenis vond naar alle waarschijnlijkheid plaats op 15 juli 1617 (Br., dl. 1 nr. 28).

Worps veronderstelling dat de disputatie in augustus plaatsvond (a.w., dl. 1 p. 14 n. 7; zie ook Ahsmann, a.w., p. 279 n. 23 en p. 442) berust op een onjuiste interpretatie van een passage uit een ongedateerde brief van Huygens aan zijn broer Maurits, waarin de voorbereidingen ter sprake komen (Br., dl. 1 nr. 32). De bewuste passage luidt: ‘Doctor Pavius, anatomicus, abiturit ad patres, et iam paene conclamatum fuit. Ibimus, ibitis.’ (Koninklijke Bibliotheek Den Haag, sign. K.A. XLIV nr. 24; Van der Vliet, a.w., p. 146. Vgl. Ter. Eun. 348: iam conclamatumst. Voor ‘ibimus, ibitis’ zie Walther nr. 20028 enz.). Worp vat samen: ‘De anatoom Pavius is gestorven.’ Paaw overleed op 1 augustus 1617 en daarom zou de brief pas op of na die datum zijn geschreven. Huygens bedoelt echter dat Paaw niet lang meer te leven heeft (vgl. Hoven, Lexique de la prose latine de la Renaissance s.v. abiturio: ‘avoir l'intention de partir, s'apprêter à partir’).

In een brief van 3 juni 1617 aan zijn vader schrijft Huygens dat het toespraakje, dat onmiddellijk op de disputatie moest volgen, gereed was,

en nog eenige poezie bovendien, opdat ik niet, terwijl ik mij verdienstelijk maak tegenover mijne bloedverwanten, de Muzen schijn te verwaarloozen. Als de stellingen gedrukt zijn zult gij zien, wat ik te midden van dit gezeur over rechtskwesties, onder bescherming van Phoebus, van de vreedzame godinnen heb weten te verwerven. (Br., dl. 1 nr. 24 in de vertaling door Van der Vliet, a.w., p. 139)

De poëzie waarop Huygens hier doelt, zal het onderhavige ‘Academiae sacrum’ zijn. In handschrift H wordt het gedicht voorafgegaan door de redevoering, gedateerd 31 mei (de tekst daarvan is afgedrukt in Ged., dl. 1 p. 102 n. 2).

[pagina 334]
[p. 334]

Huygens legt op 21 juni de thesen in handschrift voor aan zijn vader. De begeleidende brief spreekt van een gedicht dat als epiloog aan de stellingen is toegevoegd (Br., dl. 1 nr. 26; vgl. Van der Vliet, a.w., p. 139). Dit zal hetzelfde gedicht zijn. Huygens legt zijn vader de vraag voor of het de drukpers verdient. Huygens' thesen komen niet voor in de lijst van disputaties opgenomen in Ahsmann, a.w. Ze zijn blijkbaar niet teruggevonden.

Metrum

Elegisch distichon.

Datering

1 juni 1617.

Overlevering

H K.A. XLIIIa-1, 1617/8r-8v (de afscheidsrede op blad 7r-8r; op het daaraan voorafgaande blad in weinig verzorgd schrift de namen van vier personen) = basistekst;
Hk K.A. XLIIIa-1, 1620/7v;
O Otia, boek 1 p. 29-30;
M Momenta desultoria, p. 306.

Commentaar

4 portio ... quantulacumque tui: Ov. Pont. 4,15,14: pars ego sum census quantulacumque tui.
7 Cecropias ... arces: zie aant. bij nr. 110 vs. 2. Leiden gold als het Bataafs Athene.
7 Flandro praecone: Justus Lipsius, die het werk van Tacitus heeft uitgegeven en becommentarieerd.
8 Cornelius - loqui: Tacitus, ‘de Zwijger’, is gaan ‘spreken’ dankzij het werk van Lipsius.
15 misschien zinspeelt dit vers op de Romeinse toga praetexta, die bij het naderen van de volwassenheid werd verwisseld voor de toga virilis (zie bijv. Pers. 5,30).
16 Pieriis - iugis: de dichter heeft zijn lauwerkrans op de Parnassus opgehangen, ten teken dat hij in het vervolg afziet van het schrijven van poëzie.
18 Thymbraei: in Thymbra bevond zich een tempel gewijd aan Apollo.
19 tenera ... iuventa: variant: prima ... iuventa; Verg. Aen. 9,181: ora puer prima signans intonsa iuventa.
27 Aonios: van de berg Helicon in Boeotië.
  Scrib.: scribebam?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken