Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De keuken van de late Middeleeuwen (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van De keuken van de late Middeleeuwen
Afbeelding van De keuken van de late MiddeleeuwenToon afbeelding van titelpagina van De keuken van de late Middeleeuwen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.35 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

artesliteratuur
non-fictie/lifestyle


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De keuken van de late Middeleeuwen

(1998)–R. Jansen-Sieben, Johanna Maria van Winter–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Een kookboek uit de Lage Landen


Vorige Volgende
[pagina 193]
[p. 193]

Inhoudstafel



illustratie

Deze inhoudstafel, door ons samengesteld, geeft in een verkorte vorm de titels die boven de recepten (of, in een enkel geval, in het register) staan. Het oorspronkelijke register, waarmee het handschrift aanvangt (ƒƒ. 1r-3v), is als zodanig niet bruikbaar: enerzijds verwijst het naar een oude foliëring (die niet klopt met de thans gebruikte), anderzijds is het onvolledig (het gaat tot en met recept 189) en bevat het een aantal vergissingen.

 

Kookboek ub Gent hs. 476, op nummer; tevens concordans op het gedrukte Coc-boeck van 1605 (W): 4de druk van het Medecyn Boec van Chr. Wirtsung, met 3de druk van het Coc-boeck van C. Baten.

nr folio hand recept corresponderende
recept in W
1 5r a Most 93
2 5r a Witte blamegeer  
3 5r a Sous camallier 94
4 5v a Galmefreij  
5 5v a Bruet op gesoden conijn 95
6 5v/6r a Bruet op een hase 96
7 6r a Bruet op gesoden hoenre 88
8 6r/v a Combey op een spenevercken 113
9 6v/7r a Cloetkens van vleys 74
10 7r a Bruet op sult van spenevercken 112
11 7r a [Bruet op sult] Een ander  
12 7r/v a [Bruet op sult] Een ander  
13 7 a Op gesoden carper 129
14 7 a Op gebraden snoecken 131
15 7v/8r a Op gesoden snoek 132
16 8r a Op gesoden braessem 121

[pagina 194]
[p. 194]

17 8r a Op gebraden braessem 122
18 8r/v a Op pricken  
19 8v a Op gebraden karper 128
20 8v/9r a Op gebraden palinck aent spit  
21 9r/v a Galentijn  
22 9v a Soppijn Jacopijn  
23 10r a Saus picket op gebraden conijn 97
24 10r/v a Bruet op gebraden crappen  
25 10v a [Bruet op crappen] Een ander  
26 10v/11r a (Galentijn van varkensvlees)  
27 11v/12r a Geleij  
28 12r/v a Sukerey  
29 12v a Vulsel op gebraden spenevercken  
30 12v/13r/v a (Ordijnanssij om dese spijsen te dienen)  
31 13 a Bancket  
32 13v a Trinolet over velthoenre  
33 13v a Nat over cloetkens  
34 13v/14r a Eyeren int lombaert 58
35 14r/v a Peeren van gheermol 53
36 14v a [Peeren van gheermol] Een ander  
37 14v/15r a Trimoletten op patrijsen 76
38 15r a Sause die men doeresteken moet  
39 15r/v a Sause dorfpine 98
40 15v a Souse bartange op gesoden capoen 87
41 15v/16r a Sluberkens 60
42 16r a Pasteij van que-appele 20
43 16r a Most 99
44 16v a Over gebraden hoenre 89
45 16v a Blamengier 3
46 16v/17r a Bruet fullet 90
47 17r a Sause saude 91
48 17r a Sause picet 92
49 17v a Dondeijne op gebraden entvoghel  
50 17v a Scaepclauwen in een telle  
51 17v a [Scaepclauwen] Een ander  
52 17v/18r a Crijmefrijt 42
53 18r a Formenteije  

[pagina 195]
[p. 195]

54 18v a Sause van appelen van araengen 100a
55 18v a Peeren 100b
56 18v/19r a Kokagie mitten case 6
57 19r a Muskijn  
58 19r/v a Calforen  
59 19v a Kerspen 56
60 19v a Peeren in ypocras  
61 19v/20r a Gedopte eyers in die vasten  
62 20r a Den heelt wit, een ander pers 101
63 20r/v a Ghelije ende sukereyde in scotel  
64 20v a Peeren in ypocras  
65 20v a Pers care  
66 20v/21r a Amandelboter in den vasten 57
67 21r a Anyunsoppe in de vasten 19
68 21r/v a Sause camelyne 81?
69 21v a Feveye op een gefruijt paetkijn  
70 21v a Terten van amandelen 29
71 21v/22r a Kaestaerten 30
72 22r a Taerten borbonnose 31
73 22r a Taerte bradre 33
74 22r/v a Carveltarte 34
75 22v a Doornijxe taerten 32
76 22v a Queen 49?
77 22v/23r a Blamegier 268?
78 23r/v a Eyken lombaert in de vasten 59
79 23v a Appelmoes in de vasten  
80 23v a Snoecken mitter amandelen  
81 23v/24r a Ypocras  
82 24r/v a Sukereyde  
83 24v a Sukerey, een ander  
84 24v/25r a Caupoen mit araengescalen 78
85 25r a Hoeft van een salm te versmoren 120
86 25r a Schaft van een salm te versmoren  
87 25r a Dicke wafelen die men opspaut 62a
88 25v a Dicke wafelen die men niet spaut 63?
89 25v a Dicke wafelen die men niet spaut 62b
90 26r a Noeten te sulten  
91 26v a Sijve op verckenshutspot  

[pagina 196]
[p. 196]

92 26v a Sause op gesoden hijnnen  
93 26v a Entvogelen gestoeft mit woersten  
94 26v/27r a Capoen gefroboleert  
95 27r/v a Hutspot van een hert  
96 27v a Pape om twee scalen  
97 27v a Creme de morbeck 6?
98 27v/28r a Plantenkeese 67
99 28r a Cremijboellij 69
100 28v a Item tot een pasteij  
101 28v a Carper smoren  
102 28v/29r a Ree koicken in zijn selfs bloet  
103 29r a Galentijn  
104 29r b Dorpsche spijse 54
105 29r b Araengij-appelen te coken  
106 29v b [Araengij-appelen] andere manier  
107 29v b [Araengij-appelen] scellen  
108 29v b [Araengij-scellen] noch van de selve  
109 29r b Dunne waeffelen 65
110 30r c Syrope van roosen ofte violetten  
111 30r/v c Syrope van allen cruden  
112 30v/31r c Queencruyt niet doergeslagen  
113 31r c Queen te confiten  
114 31v c Queen een jaer goet te hauden 288
115 31v c Queen goet te hauden, druven oic 289
116 31v/32r c Queecruyt up de manier van Ytalien  
117 32r/v c Confire pommes d'orenges  
118 32v/33r c Confire des pelures d'orenges  
119 33v c Sonderlynge vlade 48
120 33v c Sonderlijnge taerte 36
121 33v c [Sonderlijnge] taerten voor crancken  
122 34r c Soteren 44
123 34r c Flaioten 252
124 34r c Restoen 43
125 34v c Criecktaerten in den somer  
126 34v c Eertbesientaerten  
127 34v c Criecktaerte van gedroegde crieken  
128 34v c Wijntaerten  

[pagina 197]
[p. 197]

129 34v/35r c Ingelsche taerten  
130 35r b Taerten van daijen 37
131 35r b Amandeltaert op de Eengelsche manier 38
132 35r b Vlaijen  
133 35r b Appelspijse 257b
134 35v b Borbonoes taerten in de vasten  
135 35v b Huspot van stuer op de somersche manier 130
136 35v b Amandeltaerten 234
137 35v b Venkeltaerten  
138 36r a Medicijne (alssen)  
139 36r a [Medicijne]  
140 36r/v a [Medicijne] Een ander  
141 36v a [Medicijne] Een ander (mel rosarum)  
142 36v a Alrehande olij  
143 36v/37r a Gorgelwater  
144 37r b Teghen den hoest en vercautheit  
145 37r b Alant sulten  
146 37v b Tegen den hoost  
147 37v d Tegen de corts oft sage  
148 38r b Alreehande pastaijen  
149 38r b Pastaije van snijsel van herten  
150 38r b Haes oft conijn-pastaije  
151 38r/v   Venesoon pasteije 22
152 38v b Baut-pastaije van bauten van schapen  
153 38v/39r b Baut-pastaije op de Spaenssche manier 24
154 39r b Hooghe pastaijen  
155 39r b Capoen-pasteije op de wintersche manier 21a
156 39r b Capoen-pasteije op de somersche manier 21b
157 39v b Kiekens-pastaijen op de wintersche manier 21c
158 39v b Pasteijen van patrisen  

[pagina 198]
[p. 198]

159 39v b Pastaijen van vesan  
160 39v/40r b Pastaijen van bauten van scapen met aijun  
161 40r b Pastaije van calf  
162 40r b Kieken-pastaije  
163 40r/v b Pastaijen van venesoen  
164 40v b Pastaijen van venesoen/schouse schaude  
165 41r b Pastaijen van fillet van entvogel  
166 41r b Capuijn-pastaijen  
167 41r b Que pastaijen  
168 41r/v b Pastaijen aragee  
169 41v b Pruijm-pastaije  
170 41v b Hooghe pastaijen in die vasten 25
171 41v b Que pastaijen  
172 41v/42r b Pastaije van patrijse  
173 42r b Palinck-pastaije  
174 42r b Krieck-moes 70
175 42r/v b Stekelbesien moes 71
176 42v b Meerckpap 13
177 42v b Lackfric spijse  
178 42v b Flamijtschen  
179 42v b Lackfric spijse van keestarten  
180 43r b Butocken van cabbeltiau 124
181 43r b Blanmegier op de manier van Spaenge 5
182 43r b Vijsch van galentijn  
183 43v b Peren in den ijpocras 51?
184 43v b Tongen gesneden in potaijge  
185 43v b Carpie van vijsche 125
186 43v/44r b Sause cameline  
187 44r b Grondelinghen metten soope 118
188 44r b Kerper in pottagie 126
189 44r b Gesoden kapoen metten blammegier 83, 86
190 44v b Pottage van veneson  
191 44v b Sause tot pottaege van venesoen  
192 44v/45r b Bodine wit  

[pagina 199]
[p. 199]

193 45r b Sopijket inckel  
194 45r b Povrade op eenen hase gebraden  
195 45r b Que-appelen met merch in soppe  
196 45v b Hargisens geheel geconfijt  
197 45v b Prumen van Damast geconfijt 52
198 45v b Tijsane  
199 45v b Schellen van araengij-appelen geconfijt  
200 45v/46r b Colijs  
201 46r b Voeten van verken  
202 46r b Krevieten  
203 46r/v b [Krevieten] op een ander manier  
204 46v b Vergemonde 287?
205 47r b Bourbonose spijse 28
206 47r b Geleije  
207 47v/48r b Galentijne  
208 48r b Sausieren 72
209 48v/v b Lampeiden ofte pricken 119
210 48v/49r b Op stou ofte pelmoes  
211 49r b Pelmoes wat lange houden  
212 49r b Carper 127
213 49v b Grondelen  
214 49v b Creeften of crabben 115
215 49v/50r b Galentijn op een capoen &c. 114
2l6 50r/v b Capoen te overghieten  
217 50v/51r b Leverzael 110
218 51r/v b Over gebraden wildtbraedt  
219 51v b Voghel te verzieden  
220 51v b Koeck  
221 52r b Capoen te verzieden  
222 52r b Peren oft queden in ijpocras  
223 52r b Peeren in booter gebraden mette stelen  
224 52v b IJpocras  
225 52v/53r b Achtersten baudt van een scaep  
226 53r b Capuen te versmoren met suel  
227 53r/v b Pricken  
228 53v b Snoeck te koken  

[pagina 200]
[p. 200]

229 53v b Vijs ghebraden  
230 54r b Kaerper  
231 54r/v e Appelvlaen 46
232 54v/55r e Kouck [van kwark]  
233 55v e Wijncouken 18
234 55v/56r e Duijtse pappe [melk met brokken] 7
235 56r/v e Amandelen pap 10
236 56v e Soet melck  
237 56v/59r e Snoeck sijen op sijn Spaens 135
238 60r b Nat  
239 60r/v d Wafelen  
240 57r d Pap van melcke  
241 57r/v d Orgemonde  
242 57v/58r d Rijsten pannekoeken  
243 58r d Capoen te braden op sijn Spaens 84
244 58r d Orgemonde (tijsaijne)  
245 58v d Soop  
246 59r e Pasteije 23
247 59v e Pruijmen confijten  
248 59v/60r e Geleij  
249 60v d Blamengyer in de vasten 2
250 61r d Snock te stoven 136
251 61r/v d Nat op een capoen  
252 61v d [Nat op capoen] Noch een ander  
253 61r d [Nat op capoen] Item een ander  
254 61v/57r d Browet op vleesdagen  
255 62v/63r g Gebacken scellen van aeraengen  
256 63r/v g Moerellen in suker te sulten  
257 63v/64r g Cieroep van fiolen  
258 65v h Sop onder een ghebraden entvogel  
259 66r k Nat over een ghesoden cappoen  
260 66r k Fricasse van een cousouver  
261 66r k Sous van moerbesen  
262 66r k Eijerkese  
263 66v k Kodt [ricotta] 68?
264 66v k Rutins kese  
265 66v/67r k Crisbessen sop  
266 67r k Coppoen mit lamoen te coken  
267 67r k Wat te maken van - -  

[pagina 201]
[p. 201]

Eenen seer schoonen/ende excelenten Coc-boeck, Dordrecht 1605 (W) tevens concordans op Kookboek ub Gent hs.476

w folio recept hand in Gent
nr + nr 476
           
1 a ir Eyeren te vollen    
2 a ir Blan mangier inde vasten d 249
3 a ir Blau mangier a 45
4 a ir Sause op eenen gesoden capoen    
5 a ir Blau mangier de Spaigne b 181
6 a ir Pap ofte saen oft creym van Moerbeke a 97?
7 a i Duytsche pap e 234
8 a ir Vlyer-pap    
9 a ir Sonderlinge pap    
10 a ir/v Amandelpap e 235
11 a iv Hoeren- dreeckens    
12 a iv Gecloven nonnen    
13 a i Marchpap b 176
14 a iv Spaensche soppe    
15   iv Corinthen    
16 a iv Queden in soppen met march    
17 a iv Wijnsoppe    
18 a iv Wijncoecken e 233
19 a iv Ajuyn soppe a 67
20 a iv Quede-
pasteyen
a 42
21a a iv Cappoen pasteye op de wintersche manier b 155
21b a iv Cappoen pasteye op de somersche manier b 156
21c a iv Criecken-
pasteyen (i.pl.v. Kiecken-
pasteyen)
b 157
22 a iv/iir Venesoen pasteyen b 151
23 a ii Pasteye e 246
24 a ii Bout-pasteye int deegh, Spaensche manier b 153
25 a ii Hooge pasteye in den vasten b 170
26 a iir Wit deegh tot pasteyen    

[pagina 202]
[p. 202]

27 a iir Rastoenen te backen of roffiolen    
28 a iir Borbonoysche spijse b 205
29 a iir Amandel taerte a 70
30 a iir Caes-taerte a 71
31 a iir Borbonoysche taerte a 72
32 a iir Dornijpe-taerte a 75
33 a iir Taerte Viadre a 73
34 a iir Kervel taerte a 74
35 a iir/v Que-taerte in een schotel    
36 a iiv Sonderlinge Taerte te backen c 120
37 a iiv Taerten van daeyen b 130
38 a iiv Amandel-taerte op de Engelsche maniere b 131
39 a iiv Preeck-heeren ofte Jacopijne taerten    
40 a iiv Jacopijne-taerte in de vasten    
41 a iiv Bruyn taerte    
42 a iiv Crymefritte a 52
43 a iiv Rastoen spyse c 124
44 a iiv Soete taerte c 122
45 a iiv Melck-vlade    
46 a iiv Appel-vladen e 231
47 a iiv Quede vlade    
48 a iiv/iiir Sonderlinge vlade c 119
49 a iiir Queden te reeden over tafel a 76?
50 a iiir Queden te reeden in sopen met merch    
51 a iiir Peeren in Ipocras b 183?
52 a iiir Pruymen van Damast te reeden b 197
53 a iiir Peeren van Geermol a 35
54 a iiir Dorpsche spijse van appelen b 104
55 a iiir Gimbraes    
56 a iiir Kerspen oft ghecronckelde struyven a 59
57 a iiir Amandel-boter in den vasten of buyten &c a 66
58 a iiir Eyken Lombaerts a 34
59 a iiir/v Eyeren Lombaerts in de vasten a 78
60 a iiiv Sluyberkens a 41
61 a iiiv Cocage te dienen in stede van gheback a 56

[pagina 203]
[p. 203]

62a a iiiv Dicke wafelen te backen diemen clieft a 87
62b a iiiv [Dicke wafelen te backen] Diemen niet en clieft a 89
63 a iiiv [Dicke wafelen] op een ander maniere a 88?
64 a iiiv [Dicke wafel] Noch om een -- te backen    
65 a iiiv Dunne wafelen oft oblyen b 109
66 a iiiv Ronde banket of put wafelkens te backen    
67 a iiiv Platte keese a 98
68 a iiiv Botermelck kase k 263?
69 a iiiv Cremyboelly of sanen a 99
70 a iiiv Criecmoes b 174
71 a iiiv Stekebesyen moes b 175
72 a iiiv Sausijskens b 208
73 a iiiv/ivr Lever ende bloet-beulingen    
74 a ivr Rollekens oft clootghens van vlees a 9
75 a ivr Out vleesch morwe te maken    
76 a ivr Trinoletten op Patrijsen a 37
77 a ivr Sause op gebraden of gesoden patrijs    
78 a ivr Capoen te smoren met Araen-
geschellen
a 84
79 a ivr Capoen te reeden met Arangeappelen    
80 a ivr Suppen tot calf-vleesch ofte hoenderen    
81 a ivr Sause camolijne a 68?
82 a ivr Capoen op zijn rechte braden    
83 a ivr Capoen met blau mangier b 189
84 a ivr Capoen te braden op het Spaensche d 243
85 a ivr/v Capoen op te stoven    
86 a ivv Ghesoden capoen met blau mangier b 189
87 a ivv Sause bartange op eenen gesoden capoen a 40
88 a ivv Sausse tot ghesoden hoenderen a 7
89 a ivv Sausse tot gebraden hoenderen a 44

[pagina 204]
[p. 204]

90 a ivv Bruetfuleet a 46
91 a ivv Sausse op een tonghe, oock in een pasteye a 47
92 a ivv Sausse pycet tot conijnen a 48
93 a ivv Most op ghebraden hoenderen a 1
94 a ivv Sausse camelier tot alle gebraet a 3
95 a ivv Sause tot gesoden conijnen a 5
96 a ivv Sause op eenen hase a 6
97 a ivv Sause pecquet op ghebraden conijnen a 23
98 a vr Sause dorfpijne op een gebraden capoen a 39
99 a vr Most over gebraden hoenderen a 43
100a a vr Sausse van arangeappelen tot gestoofde peeren a 54
100b a vr Peeren, aldus ghestooft a 55
101 a vr Eyeren d'een helft wit, d'ander helft peers a 62
102 a vr Ossenvoeten te bereyden    
103 a vr Sause om op vleesch te dienen    
104 a vr Ossenvoeten te stoven    
105 a vr Verckens voeten te reeden    
106 a vr Sausse tot veel vleesch    
107 a vr Sausse over eenen hase    
108 a vr Groene sausse over visch ofte vleesch    
109 a vr Sausse op eenen verckens huspot    
110 a vr Leversael, ghesoden speenvercken te coken b 217
111 a vr/v Sausse, volsel, ofte pekel tot speenvercken    
112 a vv Sausse op een sult van verckens a 10
113 a vv Combe of sausse op een speenvercken a 8
114 a vv Galentijn op capoen of speenvercken, voeten &c b 215
115 a vv Creften of crabben te reeden b 214
116 a vv Sausse tot mosselen    
117 a vv Zeehaen te bereyden    
118 a vv Grondelen met den sope b 187

[pagina 205]
[p. 205]

119 a vv Pricken ende lampreyen gesoden of gebraden b 209
120 a vv Hooft van eenen salm te stoven of te smooren a 85
121 a vv Sausen op ghesoden brasem a 16
122 a vv Sausse over eenen gebraden braessem a 17
123 a vv Sausse tot cabeliau    
124 a vv Koppen van cabeliau te coken b 180
125 a vir Carpie van vis of met den eyeren te roeren b 185
126 a vir Pottagie van carper b 188
127 a vir Carper te stoven b 212
128 a vir Sausse op eenen gebraden carper a 19
129 a vir Sausse op eenen gesoden carper a 13
130 a vir Hutspot van steur b 135
131 a vir Sause op gebraden snoecken a 14
132 a vir Sause op een gesoden snoeck a 15
133 a vir Snoeck te sieden op duytsch    
134 a vir Sausse tot elken gebraden visch    
135 a vir Snoeck te sieden opt Spaensch e 237
136 a vir Snoeck te stoven d 250
137 a vir Eyeren wel een half jaer goet te behouden    
138 a vir Eyeren inde schalen te sieden datse niet hert    
139 a vir Carper over lant te draghen, levendich    
140 a vir Pertrijsen ende sneppen te bereyden    
141 a viv Braetvercken te dooden ende voorts te bereden    
142 a viv [Braet-
vercken] Noch een bruyne sause over --
   
143 a viv Sause over gebraden hase, conijn, calfsribbe &c    
144 a viv Hase te reeden    
145 a viv Peper op gebraden hase, conijn, of ander vleesch    

[pagina 206]
[p. 206]

146 a viv Peper tot alle wiltbraet, hase, of swane    
147 a viv Peper op versch gebraden runtvleesch    
148 a viv Sause tot gebraden conijnen of entvogels    
149 a viv Sause tot lamprasen    
150 a viv/viir Sause tot lamprasen ende conijnen, Engelsch    
151 a viir Entvogel excelent met den cruyde te stoven    
152 a viir Entvogel oft sweem seer excellent te stoven    
153 a viir Sause ofte pekel tot ghebraden entvogels &c    
154 a viir Sause of peper op ghebraden entvogels & sweem    
155 a viir Huspotte stoven van venesoen    
156 a viir Venesoen huspot stoven van vercken vleesch    
157 a viir Harst van een wilt vercken    
158 a viir Gans te braden gevult ende saussen daer toe    
159 a viir/v Sause op een ghebraden schouwer    
160 a viiv Huspot te stoven van als    
161 a viiv Keulschen huspot te stoven    
162 a viiv Hamelen-
vleesch te sieden, Engelsche manniere
   
163 a viiv Hamelenbout te stouen    
164 a viiv Calfsborst te stoven    
165 a viiv Volsel tot kieckenen, duyven of calf borst    
166 a viiv Calfschenckel of capoen heel te stoven, Engels    
167 a viiv/viiir Hoenders ende duyven met speck te stoven    
168 a viiir Verckens-
voeten te stoven
   
169 a viiir Calfs ende schaepsvoeten te stoven    

[pagina 207]
[p. 207]

170 a viiir Sop op ghebraden ossenvoet op den rooster    
171 a viiir Ossentonge te stoven    
172 a viiir Calfs-lever te stoven    
173 a viiir Calfslever te braden    
174 a viiir Cleyn gerechtkens met den eersten/by ghebraet    
175 a viiir Sopkens van march    
176 a viiir/v Deuse-
geerkens van calfsvleesch
   
177 a viiiv Beulinc van ghecapt vleesch of lever    
178 a viiiv Rollekens van calfsvleesch    
179 a viiiv Potpasteye, vanden osse, inden slachtijdt    
180 a viiiv Vleesballen, beulincxkens ofte roffelkens    
181 a viiiv/bir Bloet-
beulingen, lever-, witte-, gortbeulingen
   
182 b ir Worsten te maken    
183 b ir Steur te sieden    
184 b ir Creften en crabben te sieden    
185 b ir Steur te braden    
186 b ir Salm te stoven met aran-
geschellen, een stuck -
   
187 b ir Salm huspot van het hooft    
188 b ir Salm pastey in een schotel    
189 b ir Salm pasteykens, ronde -    
190 b ir Geley op eenen snoec    
191 b ir/v Carper te stoven    
192 b ir/v Palinck te braden    
193 b iv Palinck te stoven    
194 b iv Groen sause tot pladys ofte visch    
195 b iv Sause tot gebraden salm ende elft    
196 b iv Sause op eenen ghebraden visch    
197 b iv Potpastey van pekelharinck    
198 b iv Blau mangier op gebraden visch    
199 b iv Tazey van spierinck te backen    
200 b iv Engelschen cruytcoeck te backen    
201 b iv Spinage te stoven    

[pagina 208]
[p. 208]

202 b iv Timmermans tasey te backen    
203 b iv/iir Tasey van stekebesyen te backen    
204 b iir Tassaerts van eyeren    
205 b iir Rijs te sieden op de Antwerpse manniere    
206 b iir Pap van bloem van rijs    
207 b iir Spaense pap    
208 b iir Wijnpap    
209 b iir Wijnsop    
210 b iir Eyeren in wijn te doppen    
211 b iir Eyken Lombaerts    
212 b iir Gerechtken van kersen, kriecken ofte pruym    
213 b iir Mispelen te stoven    
214 b iir Laukens-
peeren ofte quepeeren te stoven
   
215 b iiv Blau mangier    
216 b iiv Vlay in een schotel te backen    
217 b iiv Platten keese van botermelc    
218 b iiv Platte keese van soetemelck    
219 b iiv Struyven te backen    
220 b iiv Droogen coeck te backen in een toertpan    
221 b iiv Taerten van appelen op de walsche maniere    
222 b iiv/iiir Taerte te backen van seer cort deegh    
223 b iiir Case-toerte    
224 b iiir Appeltaerte    
225 b iiir Kiecken pasteye op de waalsche maniere    
226 b iiir Quartier van een lammeken-
pastey
   
227 b iiir Quackel-
pasteyken
   
228 b iiir Lampraes-
pastey
   
229 b iiir Pastey op het Fransoys    
230 b iiir Salmpastey    
231 b iiir Capoen-pastey    
232 b iiir/v Quepeeren-
taerten
   
233 b iiiv Carperpastey met de graten    

[pagina 209]
[p. 209]

234 b iiiv Amandel-
taerte
b 136
235 b iiiv Barbeelpastey cout    
236 b iiiv Spaensche pasteye    
237 b iiiv Lamprey-
pastey
   
238 b iiiv Fijn Taerte    
239 b iiiv Eelbot pastey    
240 b iiiv Cleyn pasteykens in den vischtijdt    
241 b iiiv Steurpastey, warm -    
242 b iiiv Gansenpastey    
243 b iiiv Pasteye Rogier    
244 b iiiv Tongen-pastey    
245 b iiiv Commerael-
pastey
   
246 b iiiv Criecken ofte aelbesyen-
taertken
   
247 b iiiv Cornoeylie-
pastey
   
248 b iiiv Stekebesy, aertbesy, ofte crakebesy taertken    
249 b iiiv Quackel-
pasteye
   
250 b iiiv Sigotpasteye    
251 b iiiv Carperpasteye met sause    
252 b iiiv Flaso c 123
253 b iiiv Conijn pasteye, warm -    
254 b iiiv Tonge ende koevoeten-
pasteye
   
255 b iiiv Sigotpasteye    
256 b iiiv Marchtaerte    
257a b iiiv/ivr [Appelvlaeye    
257b b ivr [Appelvlaeye] Op een ander maniere b 133
258 b ivr Snoeck pastey, warme -    
259 b ivr Duyve pasteyken    
260 b ivr Borbonoyse spijse    
261 b ivr Sop tot eenen capoen of hamelen bout    
262 b ivr Capoen ofte kiecken stoven    
263 b ivr Kiecken te stoven met lattouwe    
264 b ivr Kiecken ofte capoen op Walsche maniere stoven    
265 b ivr Sop op een gesoden hinne of capuyn    
266 b ivr Blom coolen te stoven    
267 b ivr Savoysche coolen te stoven    
268 b ivr Blaumengier of wit sop van gesoden capuyn a 77?

[pagina 210]
[p. 210]

269 b ivr/v Wat goets alsmen niet vele teten en heeft    
270 b ivv Wat van ghebraden vleesch voor eenen siecken    
271 b ivv Carper pastey    
272 b ivv Carper te stoven met den bloede    
273 b ivv Sausse over eenen gebraden snoeck    
274 b ivv Capuyn pasteye opt Spaensche    
275a b ivv Venesoen pastey alsser geen venesoen is    
275b b ivv [Venesoen pastey] Dit is om de sausse te maken    
276 b ivv Hamelen bout te backen op zijn Lombaerts    
277 b vr Marcepeyn, taerten diemen in Spaensch noemt -    
278 b vr Roode kriecken met de schellen te confijtten    
279 b vr Alantwortel te confijten    
280 b vr Alantwortel drooge te confijten    
281 b vr Amandelboter    
282 b vr Succaet, van alle frutagien oock van lamoenen    
283 b vr Torsinol [in andere drukken staat Tornisol]    
284 b vv Suycaet    
285 b vv Ipocras die excellent is    
286 b vv Wat rieckens datmen int lijwaet legt    
287 b vv Garsten papken voor siecke luyden b 204?
288 b vv Queden een jaer goet te houden c 114
289 b vv Queden ende druyven een jaer goet te houden c 115
290 b vv Suypen voor siecken dat de nature opent &c    
291 b vv Drinckens voor siecke lieden &c    
292 b vv Suypen voor siecken, wijnsuypens te crachtich    
293 b vv Dranc voor siecken, quaden hoest, geen fluymen    

[pagina 211]
[p. 211]

Kookboek ub Gent hs. 476, op naam der recepten

recept hand nr folio pagina
         
Achtersten baudt van een scaep b 225 52v/53r 137
Alant sulten b 145 37r 113
Alreehande pastaijen b 148 38r 114
Alrehande olij a 142 36v 112
Amandelboter in de vasten a 66 201v/21r 86
Amandelen pap e 235 56r/v 142
Amandeltaert op de Eengelsche manier b 131 35r 110
Amandeltaerten b 136 35v 111
Anyunsoppe in den vasten a 67 21r 87
Appelmoes in de vasten a 79 23v 90
Appelspijse b 133 35r 110
Appelvlaen e 231 54r/v 139
Araengij-appelen te coken b 105 29r 101
[Araengij-
appelen] andere manier
b 106 29v 101
[Araengij-
appelen] scellen
b 107 29v 101
[Araengij-
scellen] noch vande selve
b 108 29v 101
Bancket a 311 3v 74
Baut-pastaije op de Spaenssche manier b 153 38v/39r 116
Baut-pastaije van bauten van schapen b 152 38v 115
Blamegier a 77 22v/23r 90
Blamengier a 45 16v 79
Blamengyer in de vasten d 249 60v 148
Blanmegier op de manier van Spaenge b 181 43r 124
Bodine wit b 192 44v/45 126
Borbonoes taerten in de vasten b 134 35v 110
Bourbonose spijse b 205 47 130
Browet op vleesdagen d 254 611v/57r 150
Bruet fullet a 46 16v/17v 79
[Bruet op crappen] Een ander a 25 10v 69
Bruet op een hase a 6 5v 62
Bruet op gebraden crappen a 24 10r/v 69
Bruet op gesoden conijn a 5 5v 62
Bruet op gesoden hoenre a 7r 6r 62
Bruet op sult van spenevercken a 10 7r 64
[Bruet op sult] Een ander a 11 7r 64

[pagina 212]
[p. 212]

[Bruet op sult] Een ander a 12 7r/v 64
Butocken van cabbeltiau b 180 43r 123
Calforen a 58 19r/v 83
Capoen-
gefroboleert
a 94 26v/27r 97
Capoen te braden op sijn Spaens d 243 58r 145
Capoen te overghieten b 216 50r/ 134
Capoen te verzieden b 221 52r 136
Capoen-pastije op de somersche manier b 156 39r 117
Capoen-pastije op de wintersche manier b 155 39r 116
Capuen te versmoren met suel b 226 53r 138
Capuijn-pastaijen b 166 41r 120
Carper b 212 49r 133
Carper smoren a 101 28v 99
Carpie van vijsche b 185 43v 125
Carveltarte a 74 22r/v 898
Caupoen mit araengescalen a 84 24v/25 93
Cieroep van fiolen g 257 63v/64r 151
Cloetkens van vleys a 9 6v 63
Colijs b 200 45v/46r 128
Combey op een spenevarcken a 8 6r/v 63
Confire des pelures d'orenges c 118 32v/33r 106
Confire pommes d'orenges c 117 32r/v 105
Coppoen mit lamoen te coken k 266 67r 155
Creeften of crabben b 214 49v 134
Creme de morbeck a 97 27v 98
Cremijboellij a 99 28r 99
Criecktaerten van gedroogde crieken c 127 34v 108
Criecktaerten in den somer c 125 34v 108
Crijmefrijt a 52 17v/18r 81
Crisbessen sop k 265 66v/67r 154
Den heelt wit, een ander pers a 62 20r 85
Dicke wafelen die men niet spaut a 88 25v 94
Dicke wafelen die men niet spaut a 89 25v 95
Dicke wafelen die men opspaut a 87 25r 94
Dondeijne op gebraden entvoghel a 49 17v 80
Doornijxe taerten a 75 22v 89

[pagina 213]
[p. 213]

Dorpsche spijse b 104 29r 101
Duijtse pappe [melk met brokken] e 234 55v/56r 141
Dunne waeffelen b 109 29v 101
Eertbesientaerten c 126 34v 108
Eijerkese k 262 66r 154
Entvogelen gestoeft mit woersten a 93 26v 96
Eyeren int lombaert a 34 13v/14r 74
Eyken lombaert in de vasten a 78 23r/v 90
Feveye op een gefruijt paetkijn a 69 21v 87
Flaioten c 123 34v 108
Flamijtschen b 178 421v 123
Formenteije a 153 18r 81
Fricasse van een cousouver k 260 66r 153
Galentijn a 21 9r/v 67
Galentijn a 103 29r 100
Galentijn op een capoen &c. b 215 49v/50r 134
(Galentijn van varkensvlees) a 26 10v/11r 70
Galentijne b 207 47v/48r 130
Galmefreij a 4 5v 61
Gebacken scellen van aeraengen g 255 62v/63r 150
Gedopte eyers in die vasten a 61 19v/20r 84
Geleij a 27 11v/12r 71
Geleij e 248 59v/60r 148
Geleije b 206 47r 130
Gesoden kapoen metten blammegier b 189 44r 126
Ghelije ende sukereyde in een scotel a 63 20r/v 85
Gorgelwater a 143 36v/37r 113
Grondelen b 213 49v 133
Grondelinghen metten soope b 187 44r 125
Haes oft conijn-pastaije b 150 38r 115
Hargisens geheel geconfijt b 196 45v 127
Hoeft van een salm te versmoren a 85 25r 93
Hooghe pastaijen b 154 39v 116
Hooghe pastaijen in die vasten b 170 41v 121
Huspot van stuer op de somersche manier b 135 35v 110
Hutspot van een hert a 95 27r/v 97
IJpocras b 224 52v 137

[pagina 214]
[p. 214]

Ingelsche taerten c 129 34v/35r 109
Item tot een pasteij a 100 28v 99
Kaerper b 230 54r 139
Kaestaerten a 71 21v/22r 88
Kerper in pottagie b 188 44r 125
Kerspen a 59 19v 84
Kieken-pastaije b 162 40r 118
Kiekens-pastaijen op wintersche manier b 157 39v 117
Kodt [ricotta] k 263 66v 154
Koeck b 220 51v 136
Kokagie mitten case a 56 18v/19r 82
Kouck [van kwark] e 232 54v/55r 140
Krevieten b 202 46r 129
[Krevieten] op een ander manier b 203 46r/v 129
Krieck-moes b 174 42r 122
Lackfric spijse b 177 42v 123
Lackfric spijse van keestarten b 179 42v 123
Lampeiden ofte pricken b 209 48r/v 132
Leverzael b 217 50v/51r 135
Medicijne (alssen) a 138 36r 111
[Medicijne] a 139 36r 111
[Medicijne] Een ander a 140 36r/v 112
[Medicijne] Een ander (mel rosarum) a 141 36v 112
Meerckpap b 176 42v 123
Moerellen in suker te sulten g 256 63r/v 151
Most a 1 5r 61
Most a 43 16r 78
Muskijn a 57 19r 83
Nat b 238 60r 143
Nat op een capoen d 251 61r/v 149
[Nat op een capoen] Item een ander d 253 61r 149
[Nat op een capoen] Noch een ander d 252 61v 149
Nat over cloetkens a 33 13v 74
Nat over een ghesoden cappoen k 259 66r 153
Noeten te sulten a 90 26r 95
Op gebraden braessem a 17 8r 66
Op gebraden carper a 19 8v 66
Op gebraden palinck aent spit a 20 8v/9r 67

[pagina 215]
[p. 215]

Op gebraden snoecken a 14 7v 65
Op gesoden braessem a 16 8r 65
Op gesoden carper a 13 7v 65
Op gesoden snoek a 15 7v/8r 65
Op pricken a 18 8r/v 66
Op stou ofte pelmoes b 210 48v/49r 132
(Ordinanssij om dese spijsen te dienen) a 30 12v/13r/v 73
Orgemonde d 241 57r/v 144
Orgemonde (tijsaijne) d 244 58r 145
Over gebraden hoenre a 44 16v 78
Over gebraden wildtbraedt b 218 51r/v 135
Palinck-pastaije b 173 42r 122
Pap van melcke d 240 57r 143
Pape om twee scalen a 96 27v 98
Pastaije van calf b 161 40r 118
Pastaije van patrijse b 172 41v/42r 121
Pastaije van snijsel van herten b 149 38r 115
Pastaijen aragee b 168 41r/v 120
Pastaijen van bauten van scapen met ayun b 160 39v/40r 118
Pastaijen van fillet van entvogel b 165 41r 120
Pastaijen van venesoen b 163 40r/v 119
Pastaijen van venesoen/
schouse schaude
b 164 40v 119
Pastaijen van vesan b 159 39v 118
Pasteij van que-appele a 42 16r 77
Pasteije e 246 59r 147
Pasteijen van patrisen b 158 39v 117
Peeren a 55 18v 82
Peeren in booter gebraden mette stelen b 223 52r 137
Peeren in ypocras a 60 19v 84
Peeren in ypocras a 64 20v 85
Peeren van gheermol a 35 14r/v 75
[Peeren van gheermol] Een ander a 36 14v 75
Pelmoes wat lange houden b 211 49r 133
Peren in den ijpocras b 183 43v 124
Peren oft queden in ijpocras b 222 52r 137
Pers care a 65 20v 86
Plantenkeese a 98 27v/28r 98

[pagina 216]
[p. 216]

Pottage van veneson b 190 44v 126
Povrade op eenen hase gebraden b 194 45r 127
Pricken b 227 53r/v 138
Pruijm-pastaije b 169 41v 121
Pruijmen confijten e 247 59v 147
Prumen van Damast geconfijt b 197 45v 128
Que pastaijen b 167 41r 120
Que pastaijen b 171 41v 321
Que-appelen met merch in soppe b 195 45r 127
Queecruyt up de manier van Ytalien c 116 31v/32r 104
Queen a 76 22v 89
Queen een jaer goet te hauden c 114 31v 104
Queen goet te hauden, druven oic c 115 31v 104
Queen te confiten c 113 31r 103
Queencruyt niet doergeslagen c 112 320v/31r 103
Ree koicken in zijn selfs bloet a 102 28v/29r 100
Restoen c 124 34r 108
Rijsten pannekoeken d 242 57v/58r 144
Rutins kese k 264 66v 154
Saus picket op gebraden conijn a 23 10r 68
Sause cameline b 186 43v/44r 125
Sause camelyne a 68 21r/v 87
Sause die men doeresteken moet a 38 15r 76
Sause dorfpine a 39 15r/v 76
Sause op gesoden hijnnen a 92 26v 96
Sause picet a 48 17r 80
Sause saude a 47 17r 79
Sause tot pottaege van venesoen b 191 44v 126
Sause van appelen van araengen a 54 18v 82
Sausieren b 208 48r 131
Scaepclauwen in een telle a 50 17v 80
[Scaepclauwen] Een ander a 51 17v 81
Schaft van een salm te versmoren a 86 25r 94
Schellen van araengij-appelen geconfijt b 199 45v 128
Sijve op verckenshutspot a 91 26v 96
Sluberkens a 41 15v/16r 77
Snock te stoven d 250 61r 148

[pagina 217]
[p. 217]

Snoeck sijen op sijn Spaens e 237 56v/59r 143
Snoeck te koken b 228 53v 138
Snoecken mitter amandelen a 80 23v 91
Soet melck e 236 56v 142
Sonderlijnge taerte c 120 33v 107
[Sonderlijnge] taerten voor crancken c 121 33v 107
Sonderlynge vlade c 119 33v 106
Soop d 245 58v 145
Sop onder een ghebraden entvogel h 258 65v 152
Sopijket inckel b 193 45 127
Soppijn Jacopijn a 22 9v 68
Soteren c 122 34r 107
Sous camallier a 3 5r 61
Sous van moerbesen k 261 66r 153
Souse bartange op gesoden capoen a 40 15v 77
Stekelbesien moes b 175 42r/v 122
Sukerey a 28 12r/v 71
Sukerey, een ander a 83 24v 92
Sukereyde a 82 24r/v 92
Syrope van allen cruyden c 111 30r/v 102
Syrope van roosen ofte violetten c 110 30r/v 102
Taerte bradre a 73 22r 88
Taerten borbonnose a 72 22r 88
Taerten van daijen b 130 35r 109
Tegen de corts oft sage d 147 37v 114
Tegen den hoost b 146 37v 114
Teghen den hoest en vercautheit b 144 37r 113
Terten van amandelen a 70 21v 87
Tijsane b 198 45v 128
Tongen gesneden in potaijge b 184 43v 125
Trimoletten op patrijsen a 37 14v/15r 75
Trinolet over velthoenre a 32 13v 74
Venesoon pasteije b 151 38r/v 115
Venkeltaerten b 137 35v 111
Vergemonde b 204 46v 129
Vijs ghebraden b 229 53v 139
Vijsch van galentijn b 182 43r 124
Vlaijen b 132 35r 110

[pagina 218]
[p. 218]

Voeten van verken b 201 46r 128
Voghel te verzieden b 219 51v 136
Vulsel op gebraden spenevercken a 29 12v 72
Wafelen d 239 60r/v 143
Wat te maken van - - k 267 67r 155
Wijncouken e 233 55v 141
Wijntaerten c 128 34v 109
Witte blamegeer a 2 5r 61
Ypocras a 81 23v/24r 91


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken