Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een Bataafs driemanschap (ca. 1943 )

Informatie terzijde

Titelpagina van Een Bataafs driemanschap
Afbeelding van Een Bataafs driemanschap   Toon afbeelding van titelpagina van Een Bataafs driemanschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

Scans (72.18 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Illustrator

Eduard Veterman



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een Bataafs driemanschap

(ca. 1943 )–A.M. de Jong–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 151]
[p. 151]

XXX. Mislukte poging tot verzoening

De berenjagers werden thuis braaf beknord door hun verschrikte ouders. Zij moesten beloven, nooit meer zulke fratsen uit te halen. Want het was nu toevallig door het ingrijpen van Wolfert goed afgelopen, maar wat zou er anders gebeurd zijn? De woedende beer zou niet alleen Winfried gedood hebben, maar misschien nog andere jongens ook! Zulke ondernemingen moesten zij maar liever aan de volwassen mannen overlaten!...

De jongens deden natuurlijk erg flink. Luchtig verklaarden zij, dat het helemaal zo erg niet was, en dat zij morgen wel weer op de berenjacht zouden willen. Maar zij beloofden toch grif, dat zij het niet meer doen zouden. Want in hun hart klopte nog de schrik van het ogenblik, toen die reusachtige beer brullend op den vrijwel weerlozen Winfried toe waggelde... Alle mensen, wat waren ze geschrokken!... Als verlamd hadden zij zich gevoeld!...

Ermanarik nam Winfried ernstig onderhanden. Hij was de hoofdschuldige, want hij had het plan gemaakt en de andere jongens overgehaald mee te gaan. Nou ja, hij begreep wel, dat dit niet veel moeite gekost had, en dat de kameraden dadelijk bereid waren geweest, maar hij had ze dan toch maar gevraagd mee te gaan. En het verloop van de jacht had wel bewezen, dat het een dolzinnige roekeloosheid was om zo'n gevaarlijk beest als een oude beer was, met een troepje onervaren jagers aan te vallen... Winfried gaf toe, dat het verkeerd geweest was en beloofde beterschap. Daarop liet zijn vader hem gaan. Hoofdschuddend keek Ermanarik zijn zoon na: je had als vader toch wat te stellen met die rakkers van jongens!... Hij beefde nog bij de gedachte, hoe dicht Winfried bij de dood geweest was. Maar het was gelukkig goed afgelopen. En onwillekeurig moest hij toch even glimlachen om de brutale moed van die kwajongens. En een tikje trots op zijn ondernemenden zoon was hij ook. Het was natuurlijk verkeerd geweest.

[pagina 152]
[p. 152]

Maar er bleek toch ook uit, dat hij van het goede soort was. Hij durfde wat aan. En hij was niet weggelopen... hij had niet geschreeuwd van angst, toen hij heel alleen tegenover dien woesten beer stond...

Hij zag Winfried achter het huis uit komen met een zware jachtspies bij zich.

‘Wat ga je doen, Winfried?’ riep hij.

‘Ik ga de speer van Wolfert terug brengen, vader,’ antwoordde de jongen.

Hij keek een beetje verlegen en kreeg een kleur. Zijn vader begreep wel, wat er in hem omging. Hij moest nu zijn verklaarden vijand gaan bedanken, omdat deze hem misschien het leven gered had. Dat zou hij wel enigszins als een vernedering voelen. Maar dat was juist goed voor hem. Misschien zouden de twee flinkste jongens van de stam nu toch nog vrienden worden!... Ermanarik knikte en liet hem gaan zonder er nog iets aan toe te voegen.

Toen Winfried een uur later terugkwam, liep hij rond met een verbeten gezicht. Zijn vader merkte het wel, maar vroeg niets: hij wachtte liever tot zijn zoon zelf begon te praten.

De volgende avond stond Winfrieds gezicht helemaal op onweer. Hij snauwde zijn broertje af, die met hem spelen wou, zocht een stevige essenhouten tak uit de houtstapel, en ging tegen het huis op de grond zitten, om er een nieuwe speerschacht van te snijden. Af en toe zat hij stil voor zicht uit te kijken; dan begon hij met een nijdig gezicht weer aan de stok te snijden; de snippers vlogen in het rond en bewezen hoe kwaad Winfried inwendig was. Ermanarik zat een poos zwijgend naar hem te kijken. Toen vroeg hij:

‘Wat voer je uit, Winfried?’

‘Ik moet nieuwe schachten voor mijn speren maken,’ antwoordde de jongen. ‘Ze zijn allebei op de berenjacht vernield.’

‘En ben je daarom zo nijdig?’

[pagina 153]
[p. 153]

‘O nee!... Ik ben helemaal niet nijdig.’

Maar het klonk, alsof er zó een daverend onweer kon losbarsten. Ermanarik lachte onder zijn knevel.

‘Je bent zo nijdig als een spin, man!’ zei hij. ‘Mag je vader misschien ook weten, wat daar de oorzaak van is?’

Winfried liet het mes rusten en keek naar de grond tussen zijn knieën. Onwillig en met doffe stem antwoordde hij:

‘Wolfert.’

Verbaasd keek Ermanarik hem aan.

‘Wolfert?’

‘Ja, Wolfert!’

‘Dat begrijp ik niet, Winfried!... Ik dacht, dat jullie je ruzies misschien bij zouden leggen na wat er nu gebeurd is... Je kan toch onmogelijk een kop tonen tegen een jongen, die zo flink voor je in de bres gesprongen is?’

‘Dat wou ik ook niet,’ zei Winfried nors. ‘Ik ben toch gisteravond de speer terug gaan brengen. Maar hij was niet thuis... Toen heb ik gezegd, dat ik vandaag tegen de middag terug zou komen. En vandaag was hij weer niet thuis... En hij wist, dat ik kwam... Ik ging eerlijk om hem te bedanken, vader, en om goeie vrienden met hem te worden... Maar hij ontloopt me... Hij wil me niet zien!’

‘Misschien houdt hij er niet van om bedankt te worden,’ opperde Ermanarik. ‘Hij lijkt me nog al bescheiden. Hij zou zich misschien verlegen voelen...’

‘Nee,’ weersprak Winfried. ‘Nee, vader, dat is 'et niet... D'r zit wat anders achter, heus!’

‘Wat denk jij dan, dat er achter zit, Winfried?’

‘Hij wil me niet zien, omdat hij me nog altijd verdenkt van die aanslag op Vuur-oog. Dàt is 'et... En ik ga ook niet meer naar hem toe... Al had ie tien beren voor me dood gemaakt, dan wil ik nog niks te maken hebben met iemand, die van me gelooft, dat ik in staat ben om zó laf en gemeen te zijn!’

Ermanarik schudde het hoofd.

‘Wat ben je toch weer voorbarig in je oordeel, Win-

[pagina 154]
[p. 154]

fried!’ verweet hij zijn zoon. ‘Zoiets moet je toch niet denken vóór je het zeker weet!... Het lijkt me, dat Wolfert dat onmogelijk denken kàn!’

‘Waarom?’

‘Zou hij anders de beer gedood hebben, die jou wou verscheuren? Ik zou iemand, die ik van de misdaad op Vuur-oog verdacht... iemand, waarvan ik vast geloofde, dat hij die daad begaan had... niet zo gemakkelijk te hulp komen... Ik denk, dat ik zo'n afschuw van hem hebben zou, dat ik hem eenvoudig niet zou kùnnen helpen... Maar Wolfert heeft jou wèl geholpen. En daar maak ik de gevolgtrekking uit, dat hij je niet voor den schuldige houdt.’ Winfried keek zijn vader aan, en dacht na. Er was wel iets te zeggen voor diens veronderstelling, dat moest hij toegeven. Daarna zei hij:

‘Nou ja... maar in ieder geval wil hij me niet ontmoeten... Hij zorgt, dat hij niet thuis is, als ik kom om hem te spreken. Ik ben ook niet van plan hem als een hondje na te lopen... Ik wou hem bedanken. Als hij niet bedankt wil worden, kan ik er ook niets aan doen.’

‘'t Is jammer,’ zuchtte zijn vader. ‘Jullie zouden eigenlijk vrienden moeten zijn... Jullie zijn de twee flinkste jongens van de stam. Ik verwacht van jullie allebei veel goeds voor de toekomst. Waarom moeten jullie nu juist mekaar altijd dwars zitten?... We hebben juist de samenwerking van de bekwaamsten nodig!... Krachten, die mekaar tegenwerken, gaan verloren... Als ze samenwerken, wordt de kracht meer dan verdubbeld... En zo moet het!... Het volk heeft alle goede krachten nodig, en het is dwaas, die met onnozele ruzies en onderlinge naijver te verspillen. Zie je dat nou zelf ook niet in, Winfried?’

Deze knikte.

‘Zeker, vader,’ zei hij. ‘Maar ik heb mijn best gedaan. Ik ben naar Wolfert toe geweest, twee keer. Ik kan niet helpen, dat hij mij niet zien wil... Voor de derde keer verneder ik mij niet... Laat Wolfert nou maar naar mij toe-

[pagina 155]
[p. 155]

komen als hij vrede wil sluiten!’

Daar bleef het bij. Ermanarik wilde niet langer aandringen. Hij begreep, dat hij daar meer mee bederven zou dan goedmaken. Hij vond het jammer genoeg. Maar er moest nu maar even afgewacht worden. De lelijke geschiedenis met de verminking van Vuur-oog was ook nog niet uit de wereld. De Dingdag zou een ware beproeving worden. Want er waren nog altijd mensen, die Winfried voor schuldig hielden, en al zou zijn schuld moeilijk te bewijzen vallen, z'n onschuld was even moeilijk aan te tonen. Het was wel ongelukkig, dat die twee knapen het niet met elkaar vinden konden. Daar kwam alle kwaad uit voort.

Winfried sneed verder aan zijn speerschacht. Hij dacht na over wat zijn vader gezegd had. Hij vond het zelf ook buitengewoon jammer, dat het tussen hem en Wolfert deze keer niet in orde gekomen was. Vol goede voornemens was hij naar diens huis gegaan. Want hij was eerlijk vol bewondering en dankbaarheid geweest, en van plan alle oude wrok te laten varen. Maar nu had Wolfert hem duidelijk laten merken, dat hij niets van hem weten wou. En welke andere reden kon daarvoor zijn dan dat hij hem verdacht van schuld aan de verminking van Vuur-oog?... Hij had de beer gedood, die Winfried wou verscheuren... Goed... dat kon je best doen in een opwelling... ook al was de bedreigde je vijand... Nee... Wolfert wou hem niet ontmoeten... Wolfert wou geen verzoening... Hij bleef hem verdenken... Dan was er ook geen vriendschap mogelijk. Het was jammer, maar Winfried kon het werkelijk niet helpen!...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken