Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een Bataafs driemanschap (ca. 1943 )

Informatie terzijde

Titelpagina van Een Bataafs driemanschap
Afbeelding van Een Bataafs driemanschap   Toon afbeelding van titelpagina van Een Bataafs driemanschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

Scans (72.18 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Illustrator

Eduard Veterman



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een Bataafs driemanschap

(ca. 1943 )–A.M. de Jong–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 176]
[p. 176]

XXXV. Winfrieds wanhoop genezen

Met algemeen goedvinden werd de Dingdag uitgesteld, omdat Winfried niet op tijd bij krachten was om er te verschijnen. Het ging plotseling met zijn genezing veel langzamer dan eerst. Zijn vader en moeder begrepen er niets van. Het had geleken alsof hij binnen veertien dagen weer zou rondlopen, en nu duurde het al drie weken en hij was nog niet op de been. De wond was dicht. Koorts had hij niet meer en pijn evenmin. Maar hij bleef zwak en lusteloos.

Ermanarik sprak er met Bernulf over. De oude priester zuchtte.

‘Ik geloof, dat ik het wel begrijp,’ zei hij. ‘Winfried doet zijn best niet om te genezen. Hij geeft er niet om. Hij zit aldoor maar te denken aan de onverklaarbare gebeurtenissen. Hij is bang voor de Dingdag. Niet omdat hij zich schuldig voelt, maar omdat hij geen kans ziet om zijn onschuld te bewijzen... Daarom kan het hem niet schelen of hij ziek of gewond is. Het drukt hem vreselijk, dat er mensen zijn, die hem voor schuldig houden. En als zijn onschuld niet bewezen wordt, zullen ze hem er op blijven aanzien. Dat is voor de jongen een lelijke gedachte, Ermanarik... Stel je zelf maar eens zoiets voor. Het is voor een Germaanse vrije man, die zich van geen schuld bewust is, een onverdragelijke gedachte, dat hij van een onterende daad verdacht wordt. Jongens van Winfrieds leeftijd voelen dat misschien nog erger... Als hij een kans zag om zijn goede naam van die verdenking te zuiveren... dan zou je hem eens zien opleven! Dan liep hij over drie dagen als een jong paard, en over een week worstelde hij alles het strijdperk ut...’

‘En als niemand hem die zekerheid kan geven?’ vroeg Ermanarik op bezorgde toon.

Bernulf trok bedenkelijk de wenkbrauwen op.

‘Daar kan je niet met zekerheid over oordelen,’ antwoordde hij aarzelend. ‘Maar het kàn heel lelijk aflopen,

[pagina 177]
[p. 177]

Ermanarik... Een jongen met het eerzuchtige, trotse en standvastige karakter van Winfried kan moeilijk leven met de gedachte in zijn hoofd, dat velen hem zonder grond voor eerloos houden... Het zou niet onmogelijk zijn, dat hij liever dood was dan zo te moeten leven.’

‘Je bedoelt toch niet?...’ stamelde de vorst verschrikt.

Hij durfde zijn zin niet te beëindigen. En Bernulf beantwoordde de half uitgesproken vraag alleen met een twijfelend schouderophalen.

Ermanarik was hevig geschrokken. Zou het mogelijk zijn, dat een gezonde en sterke jonge knaap weg kwijnde, alleen omdat zijn leven vergald werd door een verdenking?... Zou Winfried niet genezen, omdat hij er geen zin in had?... Zou hij misschien langzaam sterven uit verdriet en woede, omdat de misdadiger niet gevonden kon worden, die een eerloze verdenking op hem geworpen had?... Dat kon je je toch niet voorstellen!...

Hij lette scherper op Winfried. De jongen was helemaal veranderd. Hij lachte niet, stoeide niet met de jongere kinderen, toonde geen lust om de zware oefeningen en spelen weer op te nemen. Hij taalde niet naar zijn wapens of visgerei. Hij dwaalde maar doelloos rond het huis, lag op de bank of in het gras, en het leek wel, of hij nergens belangstelling voor had. Als zijn vader met hem sprak, hem opgewekt vertelde van een of ander jachtavontuur of van wat er in de buurt voor grappigs gebeurd was, luisterde hij zonder aandacht; zijn ogen dwaalden af, en hij vergat te lachen.

Ook Odo kon hem niet uit de plooi krijgen, hoe hij zich ook inspande. 't Was net of de hele wereld Winfried niets meer kon schelen. Odo praatte er eens over met Ermanarik, en die vertelde hem in 't geheim, wat Bernulf hem gezegd had. Odo keek verbaasd op.

‘Kan zoiets dan?’ vroeg hij.

‘Bernulf zegt van wel... En als ik Winfried gade sla, ben ik bang, dat de priester het bij het rechte eind heeft. Winfried gaat van dag tot dag achteruit. Hij wordt mager-

[pagina 178]
[p. 178]

der en bleker, aldoor somberder, en hij stelt nergens belang in... Het lijkt of niemand iets voor hem doen kan.’

Odo dacht diep na. Toen kwam er een slim glimlachje om zijn mond en hij zei:

‘Ik wed, dat ik wel iets voor hem doen kan!’

‘Wat dan?’ vroeg Ermanarik nieuwsgierig en hoopvol.

‘Dat kan ik tegen ù nog niet zeggen, Ermanarik,’ zei Odo geheimzinnig. ‘Maar let u maar eens op Winfried... als Bernulf gelijk heeft, en er is niets anders aan de hand... nou, dan geloof ik wel, dat u hem gauw zult zien veranderen!’

De vorst keek onderzoekend naar het lachende gezicht van Odo. Maar de jongen knikte tegen hem met een olijk en listig lachje en hinkte haastig weg.

Die middag, toen Winfried op de bank onder de linde zat, zijn vermoeide rug gesteund tegen de wand van het huis en de handen slap op de knieën, de ogen leeg starend in de verte, hoorde hij plotseling zijn naam noemen. Lusteloos keerde hij het hoofd in de richting van de stem: Odo's zuster Hilde kwam op hem toe.

Een licht rood kwam op Winfrieds ingevallen wangen.

‘Dag, Hilde,’ zei hij verlegen.

Hilde lachte en ging naast hem zitten.

‘Hier,’ zei ze, ‘ik heb honingkoeken voor je gebakken. Maar Odo vertelde me, dat je ze aan de honden voert, inplaats van ze zelf op te eten. Daarom breng ik ze je nou, en ik wil wel eens zien, dat je me zo durft te beledigen, dat je ze aan de honden geeft.’

Winfried keek naar de blonde haren, die als gesponnen goud in het zonlicht om haar voorhoofd speelden. Haar ogen schitterden ondeugend. Plagend keek ze naar zijn onthutst gezicht.

‘Ik heb haast nooit honger, Hilde... Heus, ik vind de koeken erg lekker, maar ik kan ze nu niet opeten.’

‘Pas op, hoor!’ dreigde Hilde. ‘Want ik word kwaad!... Je vindt ze zeker mislukt, hè?’

[pagina 179]
[p. 179]

‘Nee, echt niet, Hilde... ze zijn prachtig... maar ik heb geen trek... Ik kan niks door m'n keel krijgen.’

‘Dat kan ik aan je zien,’ zei Hilde, en haar gezicht verduisterde. ‘Je ziet er slecht uit. Je bent mager geworden en bleek. Je hebt een echt meisjesgezicht gekregen. 't Is gewoon om er akelig van te worden... Een jongen met een bleek meisjesgezicht... Ik begrijp niet, dat je je niet doodschaamt.’

Winfried keek haar bedroefd aan. Toen zei hij ernstig:

‘Dat is misschien ook wel zo, Hilde... misschien schaam ik me ook wel dood... Maar niet om mijn bleek gezicht!’

Er kwam een grappig rimpeltje tussen Hildes ogen. Kwaad keek ze hem aan.

‘Zo,’ zei ze toen, ‘is het dat?... Nou, dan ben je nog minder waard dan ik dacht, Winfried!... Ik dacht, dat jij een kerel was, een sterke jongen. Niet alleen met je vuisten, maar ook van binnen!... Ik dacht, dat het jou niks kon schelen, wat allerlei malle mensen, die je amper of helemaal niet kennen, van je dachten en kletsten... Ik dacht, dat het je meer waard zou zijn, te weten wat je vrienden, en wat ik bijvoorbeeld van je dachten.’

‘Wat denk jij dan van me, Hilde?’

‘Dat hoorde je te weten,’ antwoordde Hilde stroef. ‘Ik dacht, dat je me wel lijden mocht, al ben ik maar een meisje, en dat je daarom ook wist, dat ik nooit een ogenblik aan je getwijfeld hebt. Net zo min als Odo. Net zo min als iedereen, die je werkelijk kent. En het valt me van je tegen, dat je je de onzin van al die dwazen aantrekt. Een flinke vent weet voor zichzelf, wat ie waard is, en zo lang zijn vrienden hem vertrouwen, kan heel de rest hem niks schelen.’

Winfried keek naar haar warm gezicht, dat langzaam rood werd. Er kwam een vaag glimlachje om zijn mond.

‘Heb jij er heus nooit aan getwijfeld, dat ik onschuldig was?’ vroeg hij.

‘Geen ogenblik! zeg ik je toch. Wie het wel gedaan

[pagina 180]
[p. 180]

heeft, kan me niet schelen, maar jij kàn het niet gedaan hebben... En als je nou nog iets daarover zegt, zal ik je aan je haren trekken, dat je gilt, versta je?’

Winfried haalde diep adem. Zijn ogen begonnen te blinken van vreugde. En langzaam greep zijn hand één van de honingkoeken. Hij nam er een stevige hap van en zei toen:

‘Mmm! Lekker zijn ze, Hilde... die kan jij toch maar het beste bakken van allemaal... fijn!’

‘Zo, nou, eet ze dan maar allemaal op... En ik ga weg, want ik was alleen gekomen om je te zeggen, dat Odo je straks nog spreken moet. Daag! Ik ga naar huis!’

Meteen was zij weg, verdween als een wervelwind om het huis. Winfried lachte luidop. Dat was lang geleden, en hij vond het zelf een vreemd geluid. Kort daarop kwam Odo en nam hem mee naar de achterkant van het huis, met een geheimzinnig gezicht.

‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Winfried.

‘Iets heel gewichtigs!’ vertelde Odo. ‘Maar je mag er tegen niemand over spreken... Beloof je dat?’

‘Natuurlijk!... Vertel maar op!’

Zij gingen heel dicht bij elkaar in het gras zitten. Lange tijd achtereen fluisterde Odo in Winfrieds oor. En langzamerhand begon het bleke gezicht van Winfried te gloeien; zijn ogen straalden als sterren, en zijn vuisten balden zich op zijn knieën van opwinding.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken