Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman
Afbeelding van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormmanToon afbeelding van titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.58 MB)

Scans (26.24 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

(1969)–A.M. de Jong–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XVI

Van lijntrekken gesproken!

Ik verbeeldde me, dat ik het in die kunst al aardig ver gebracht had. Ach arme, ik weet nu, dat ik niet meer ben dan een stakkerige dilettant!

Ik heb de lijntrekker nu gezien van aangezicht tot aangezicht. En in herinnering buig ik me nog deemoedig voor hem neer. Die mens was een buitengewone, een fenomenale lijntrekker. Deze lijntrekkerij was in waarheid groots en universeel, onovertrefbaar en niet te vergelijken bij wat dan ook tussen hemel en aarde!

Ik zag de lijntrekker deze morgen. Het was ergens op een groot, zandig terrein, waar men aan athletiek doet. Er stond een half afgebouwd stenen

[pagina 367]
[p. 367]

muurtje en daar kwam hij uit. In de ene hand droeg hij een houten hamer en in de andere een paaltje, een klein, puntig paaltje. Ongeveer twintig meter van me af bleef hij staan, keek naar de lucht, wendde dan z'n ogen naar ons en nam daarop de grond voor hem in 't vizier. Langzaam ging hij zitten, plat op de grond met z'n benen gespreid. En voorzichtig, devotelijk bijna, legde hij het paaltje naast de hamer op het vochtige zand, verschikte ze tot ze mooi ‘gericht’ lagen en zuchtte toen van verlichting en zelfvoldaanheid.

Met majestueuze bedaardheid keek hij rond, haalde pijp en tabak voor de dag en stopte. Ik heb nog nooit een pijp zo wetenschappelijk langzaam zien stoppen. Het begon bewonderenswaardig te worden en ik keek ademloos toe, nieuwsgierig wat dat worden moest. Toen de pijp brandde, blies de man behaaglijk de blauwe wolkjes de lucht in, keek ze met half toegeknepen ogen na, waaide ze met zijn hand naar zich toe en snoof genietend de geur van het nicotiaanse kruid in. Daarna stond hij op, rekte zich uit, liep een paar passen heen en weer en bleef toen weer voor zijn hamer en paaltje staan, stak de handen in de zakken en verdiepte zich in onbegrijpelijk zware gepeinzen over onbekende vraagstukken.

Het duurde lang, eer hij er weer toe overging plaats te nemen bij de geheimzinnige voorwerpen, die daar nog altijd op het zand lagen te wachten. Even streelde hij de hamer, het paaltje, zachtjes, liefkozend. Toen nam hij ze weer in de hand, bekeek ze lang en aandachtig, peuterde met de punt van het paaltje in het zand, duwde het een eindje in, liet het los en, waarachtig, het bleef staan. Blijkbaar verrast over deze zonderlinge uitwerking van zijn daad, stond hij op, liep een pas of wat achteruit en keek met kritische blik naar het baldadige paaltje, dat daar maar in het zand bleef staan na een simpel duwtje. Ontevreden schudde hij het hoofd, nam het paaltje uit de grond en keek bedenkelijk naar het spitse puntje, veegde dat schoon op z'n mouw, heel nauwgezet en konstateerde dan, dat het onbeschadigd was. Gerustgesteld ging hij weer zitten, en... kwam tot de ontdekking, dat zijn pijp leeg was.

Derhalve klopte hij de as er uit en stopte haar met hetzelfde heerlijke manuaal van deftige bezadigdheid opnieuw. Dan zette hij het paaltje in het zand, met de punt naar beneden, nam de houten hamer en gaf behoedzaam het paaltje een klapje op z'n kop. Het zakte enkele centimeters in het zand. Verschrikt hield hij op en staarde verbaasd naar het zonderlinge ding, dat zo snel weg wou zakken. Hij onderzocht het zand, haalde het paaltje er uit en duwde het kuiltje zorgvuldig weer dicht.

Toen kon ik het niet langer uithouden. Ik ging op hem af en vroeg eerbiedig, of dat paaltje vandaag nog in de grond kwam. Hij zag mij ernstig aan en zei bedachtzaam: ‘Dat hangt er van af.’

Ik waagde nog een vraag: ‘Hoeveel van zulke paaltjes moet je in de grond slaan?’

[pagina 368]
[p. 368]

Hij keek langs me heen en er was een vage uitdrukking van verheerlijking in zijn blik. Langzaam en zacht als een zucht kwam het antwoord: ‘Twee honderd en tachtig. En dit is het derde.’

Het was maar een doodgewone infanterist, lezer, maar ik zal hem nooit vergeten. De mobilisatie kan nog lang duren, maar eer hij twee-honderd-entachtig paaltjes in het zand geslagen heeft... één voor één... Ik droom er vannacht van. Ik zal dromen, dat ik de kunst versta ook zo de lijn te trekken. Maar dromen zijn bedrog. Helaas!

Een monument voor die man!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken