Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman
Afbeelding van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormmanToon afbeelding van titelpagina van Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.58 MB)

Scans (26.24 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman

(1969)–A.M. de Jong–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XVII

Gisteren ben ik met ‘bewegingsvrijheid’ op reis geweest. En daar is me in eens iets geopenbaard. Het was een vreemde en blijde openbaring: misschien, waarschijnlijk zelfs, zal er nog eens een tijd aanbreken, dat ik weer gewoon mens wordt, zo maar een doodgewoon burgermansmens met een kolbertje aan en een strooien hoed op m'n naar eigen verkiezing lang-gegroeide haren. Wat? Ja, 't klinkt onwezenlijk, dat geef ik toe, en ik kan het zelf nauwelijks geloven, maar de algemene overtuiging is, dat wij werkelijk weer eens op een goeie dag burger worden.

Dit ongeloofwaardige wonder werd me geopenbaard door een meneer, die me zo kalmweg vertelde, dat hij drie jaar onder dienst geweest was. Ik keek hem wat ongelovig aan, en niet zonder ontzag, vrees ik. Drie jaar soldaat. En toen ik nauwkeuriger op hem lette, zag ik niets bijzonders aan hem. Hij leek net zo een absoluut gewone jongeman, hij was nogal netjes gekleed, hij zag er niet bijzonder stom uit en hij vloekte niks radikaler dan elk ander burgermens. Alleen keek hij een beetje erg oneerbiedig naar de meisjes en vertoonde een onweerstaanbare neiging om overal tegen aan te hangen. Maar anders beslist een nette jongen. En hij was zelfs sergeant geweest. Bij de vesting. Ik sloeg in gedachten een gat in de lucht.

En toen in eens schoot het me te binnen, dat ik dus misschien ook nog wel eens burger zou kunnen worden. Niewaar, dat is toch logisch! Als daar een meneer rondloopt, die drie jaar soldaat geweest is en die nou heel aardig weer zich als burger weet voor te doen, dan moet ook voor ons, Bosboomse rampspoedigen, de kans bestaan op een dergelijk lot! En dat was me op dat moment een enorme vreugde. Achteraf ben ik weer een beetje bang geworden, dat ik me te vroeg verheugd heb, dat er hier of daar een fout in m'n redenering moet schuilen, maar hoe langer hoe meer neig ik toch over tot het aannemen van de mogelijkheid onzer eindelijke verlossing. Over hoeveel tijd, daar durf ik niet eens over te peinzen, maar eenmaal toch, op een ver verwijderd en onbegrijpelijk zoet tijdstip, zullen wij verlost worden.

[pagina 369]
[p. 369]

Als dat besef eenmaal tot je is doorgedrongen, merk je telkens om je heen sporen van de mogelijkheid. Op een station bijvoorbeeld stonden wachtende soldaten. En met lange uithalen zongen ze:

 
Die z'n nader heeft vermoord
 
En z'n moeder heeft vergeven,
 
Die is nog veels te goed
 
Voor het soldatenlenen!
 
Maar eenmaal komt die tijd,
 
Dá me de rotzooi gaan verlaten
 
Gevloekt zij 't reziment,
 
Lang leve de soldaten!
 
Binnen deze muren moet ik versmachten,
 
Voor mijn bestaat geen vrijheid meer!

Zie je, daar zit 't in: ‘Maar eenmaal komt die tijd’!... En toch daarna weer de nare twijfel: ‘Voor mijn bestaat, enz.’ Precies mijn gemoedstoestand.

Echter, Dirk Witte zong het ook in z'n beroemd lied van ‘Aspirine’: ‘Als we eens weer burger zijn!’ En in de kazerne is een bericht aangeplakt, dat de voorjaarsploeg van 1914 de zakboekjes moet inleveren. Dat wil zeggen: dat ze naar huis gaan, dat ze afzwaaien.

Dergelijke wonderen gebeuren dus!

‘Als we eens weer burger zijn’... Zou het, bij God, toch mogelijk wezen? Ik had er na de eerste week geen moment aan gedacht, laat staan er op durven hopen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken