Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tot lering en vermaak (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tot lering en vermaak
Afbeelding van Tot lering en vermaakToon afbeelding van titelpagina van Tot lering en vermaak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.91 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tot lering en vermaak

(1976)–E. de Jongh–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw


Vorige Volgende
[pagina 80]
[p. 80]


illustratie

[pagina 81]
[p. 81]

14 Edwaert Collier
Breda (?)-waarschijnlijk Leiden na 1706

Vanitas-stilleven
Doek, 113,2 × 99 cm
Bonn, Rheinisches Landesmuseum

Colliers stilleven is op deze tentoonstelling uiteraard een vreemde eend in de bijt. Het schilderij wordt hier getoond als voorbeeld uit een andere categorie dan het genre - de categorie der ‘dode dingen’ - waarin in wezen toch hetzelfde beeldidioom is toegepast. Een groot deel van de Nederlandse kunst van de 17de eeuw is van deze zinnebeeldige taal doordrongen.

Zoals gebruikelijk bij vanitas-stillevens zijn ook bij Collier allerlei voorwerpen op quasi-slordige wijze opeengehoopt. Het is het soort objecten dat we eveneens op vele genrestukken vinden, maar niet gauw in een dergelijke concentratie, en zelden zo ondubbelzinnig. Het kunstmatige karakter van een stilleven als dit is onmiskenbaar en de bedoeling niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Alles staat immers ten dienste van de vergankelijkheidsgedachte en ook vandaag nog zal niemand menen dat hier zo maar een afbeelding wordt gegeven van een aantal willekeurige voorwerpen. Vooral hierin verschilt dit werk van genrestukken van eenzelfde strekking, zoals ook een allegorie haar werkelijke bedoeling onmiddellijk verraadt (cat. nr. 20).

‘Welke reden heeft een Hollands schilder om een schilderij te maken? Geen enkele; en welbeschouwd vraagt men hem die ook nooit’, schreef de Franse auteur en schilder Eugène Fromentin precies honderd jaar geleden.Ga naar voetnoot1 Misleid door zulke, ook vandaag nog wel gangbare ideeën over kunst ‘zonder onderwerp’, kost het de moderne liefhebber doorgaans moeite om bijvoorbeeld een schilderij als Esaias Boursse's Bellenblazers (cat. nr. 4) te onderkennen als een uitbeelding van dezelfde vanitasgedachte als waarvan het stilleven van Collier doortrokken is.Ga naar voetnoot2

Hoewel de betekenis van Colliers werk duidelijk mag heten en in het verlengde moet worden gezien van de uitspraak van Prediker dat alles ijdel is, blijkt de onderlinge verhouding tussen de meest evidente vanitassymbolen (schedel en bellen) en de meer algemene elementen niet geheel probleemloos. Net als in de iconografie van het genre ontlenen minder specifieke details hun betekenis steeds aan de wél gespecificeerde objecten. Muziekinstrumenten met gesprongen snaren, pronkbeker, parels en wereldbol, een gravure van een machtig man die diep gevallen is, een muziekboekje en een beeldje van Giambologna dat de Architectuur, de meest duurzame van de kunsten, verbeeldt - dit alles wordt toegelicht door de schedel, beeld van de dood bij uitstek, macaber omkranst met de laurier van zijn uiteindelijke overwinning.Ga naar voetnoot3 Ook de liefde ontbreekt niet in dit curieuze assortiment. Zij is vertegenwoordigd door de Amorum emblemata van Otho Vaenius, een boekje dat door heel wat genreschilders is geraadpleegd en dan meestal in meer optimistische zin toegepast (afb. 14a).Ga naar voetnoot4



illustratie
14a Embleem uit: Otho Vaenius, Amorum emblemata ..., Antwerpen 1608


voetnoot1
Eugène Fromentin, De meesters van weleer, ed. H. van de Waal, Rotterdam 1952, 122.
voetnoot2
De Homo bulla van Dujardin (cat. nr. 20) is in zijn hoedanigheid van allegorie niet minder doorzichtig dan Colliers Vanitasstilleven. Het zijn ook vaak de nadrukkelijk allegorische, eerder dan de alledaagse elementen in een schilderij, die een eerste aanzet voor de interpretatie geven. Zo de bellenblazer met schedel bij Jan Steen (cat. nr. 62) of het doodshoofd onder de voeten van Molenaers Vrouw Wereld (cat. nr. 43).
voetnoot3
Wat de machtige man betreft, de prent geeft een beeltenis van Jan van Leiden, in 1535 onthoofd als ‘koning der Wederdopers’; vgl. R. Fritz, ‘Heinrich Aldegrever's Kupferstich “Jan van Leiden” als Vanitas-symbol’, Westfalen 47 (1969), 134-143.
voetnoot4
Emblemen van Vaenius zijn bijv. door Vermeer verwerkt; o.a. een amor met een masker aan zijn voeten in het Slapend meisje, afb. 33b van deze catalogus.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jan Baptist Bedaux

  • P.A. Hecht

  • Jeroen Stumpel

  • Rik Vos

  • Jochen Becker