Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tot lering en vermaak (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tot lering en vermaak
Afbeelding van Tot lering en vermaakToon afbeelding van titelpagina van Tot lering en vermaak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.91 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tot lering en vermaak

(1976)–E. de Jongh–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw


Vorige Volgende
[pagina 86]
[p. 86]


illustratie

[pagina 87]
[p. 87]

16 Gerard Dou
Leiden 1613-1675 Leiden

De kwakzalver
Paneel, 112 × 83 cm. Gesigneerd en gedateerd 1652
Rotterdam, Museum Boymans-van Beuningen

Gerard Dou heeft dit levendige tafereel geplaatst tegen het decor van zijn geboortestad Leiden, waarvan we de stadsmuren en de Blauwpoort op de achtergrond kunnen herkennen. Waarschijnlijk voerde hij ook zichzelf ten tonele in de gedaante van de schilder met palet in de hand, die vanuit een raam voor zich uitkijkt.Ga naar eind1

Vóór dat raam heeft zich een kwakzalver geïnstalleerd. Hij buigt naar voren over een tafel, waarop een aapje zit en tussen een aantal andere voorwerpen een opzichtige oorkonde is neergelegd. Met de rechterhand toont hij een kleine flacon, ongetwijfeld voorzien van hoog aangeprezen, doch nutteloze inhoud. Rond zijn geïmproviseerde kraam heeft zich een gemêleerd publiek verzameld: we zien een vrouw die de billen van een klein meisje reinigt, geflankeerd door een bakplaat met flensjes aan de ene, en een grote pot beslag aan de andere zijde. Daarnaast staat een andere vrouw, die met open mond schijnt toe te luisteren, terwijl haar beurs intussen

illustratie
16a Embleem uit: Roemer Visscher, Sinnepoppen, Amsterdam 1614


door een jongen gestolen wordt. Achter een besnorde man die een haas over de schouder draagt ontwaren wij o.a. een jongetje dat doende is een vogeltje te lokken en - iets verder weg - een man die een kruiwagen vol groente voortduwt.

De kwakzalver temidden van een geboeid publiek was voor verschillende 17de eeuwse kunstenaars een aantrekkelijk thema, dat ruime gelegenheid bood tot moraliseren. Op een gravure van Jan van de Velde naar Willem Buytewech staat het veelzeggende onderschrift: ‘populus vult decipi’ (het volk wil bedrogen worden).Ga naar eind2 Ook Dou moraliseert over bedrog en lichtgelovigheid. Hij maakte hierbij onder andere gebruik van beeldmateriaal dat hij ontleende aan de Sinnepoppen van Roemer Visscher en de bundel Zinne-beelden oft Adams appel van Jan van der Veen.

Een document als op de verhoging voor de kwakzalver ligt, vinden we ook afgebeeld op een prent bij Roemer Visscher (afb. 16a) onder het motto: ‘Dat cera fidem’ (het zegel schenkt vertrouwen),Ga naar eind3 terwijl de begeleidende regels beklemtonen dat zo'n officieel lakstempel een document pas waarlijk bekrachtigt. In dit geval is het echter duidelijk dat het publiek zich door zo'n indrukwekkend zegel van een kwakzalver niet moet laten verlakken, wil het tenminste niet zijn als het weerloze vogeltje, dat door het jongetje naderbij wordt gelokt. Zijn activiteit laat zich gemakkelijk vergelijken met de lokpraatjes van de kwakzalver.

Bij Jan van der Veen vinden we het pannekoeken bakken terug, met het volgende rijmpje: ‘Het ongerijmt geklap of reedeloose reeden, verderven soet verhaal en alle goede zeeden’ (afb. 16b).Ga naar eind4 Van der Veen

illustratie
16b Embleem uit: Jan van der Veen, Zinne-beelden oft Adams appel, Amsterdam 1642


[pagina 88]
[p. 88]

vergelijkt hier het ongare beslag, dat dan ook niet zou moeten worden opgediend, met ‘het rijmeloos gekal en wispeltuerich snacken; van die (al soo men seyt) niet gaer en zijn gebacken’. Zo heeft Dou het motief kennelijk ook bedoeld: de praatjes van de kwakzalver zijn, zo wil de schilder zeggen, ‘niet gaer gebacken’ en daarom ‘walgelijk in 't oor, onsmakelijk onsoet, Voor 't redelijck vernuft die 't aanhoren moet’. Dat redelijk vernuft kiest - overdrachtelijk gesproken - liever de pannekoeken, die beter te verteren zijn.

Ook de dode boom op de voorgrond en de gezonde boom vlak naast het huis zijn in dit verband van betekenis. Zo'n tegenstelling tussen twee bomen komt eveneens voor bij Roemer Visscher, in een embleem met het motto: ‘Keur baert angst’ (afb. 16c).Ga naar eind5 Het commentaar luidt: ‘Daermen kiesen mach voor beste uyt twee ofte meer dingen, daer valt terstondt bekommeringh in 't oordeel ... soo sietmen dat die te keurboom

illustratie
16c Embleem uit: Roemer Visscher, Sinnepoppen, Amsterdam 1614


gaen mach, dicwils tot vuylboom komt’. Waarmee de schrijver wil zeggen dat men bij het kiezen altijd terdege op zijn hoede moet zijn, wil de keus niet verkeerd uitvallen.

Dou heeft het niet bij een dergelijke, voor de 17de eeuw althans, rechtlijnige behandeling van het thema bedrog gelaten. Door middel van geleerd commentaar plaatste hij het motief van de keuze tussen echt en onecht in een breder kader. Hij geeft in dit schilderij verwijzingen naar een uit de oudheid stammende indeling der levenshoudingen in drie categorieën: het beschouwelijke leven, het actieve leven en het sensuele leven. In de 17de eeuw beschouwde men het sensuele als de laagste van deze drie, waartoe dan ook vooral het lagere volk zou worden verleid. Ieder deed echter beter aan deze verleiding weerstand te bieden en doelbewust te kiezen voor het actieve, of beter nog, het beschouwelijke leven.Ga naar eind6

In de kwakzalver nu, die het volk tracht te bedotten, zien we de bedrieglijke aantrekkingskracht van het zinnelijke leven weerspiegeld. Deze bedrieglijkheid en schijn worden verder beklemtoond door het beeld van de vrouw die het achterste van een kind schoonveegt. Dou ontleende dit waarschijnlijk aan Johan de Brune die een prent met een dergelijke voorstelling voorzag van het motto: ‘Dit lijf, wat ist als stanck en mist [mest]?’, aldus de keerzijde van de zinnelijke verlokkingen belichtend (afb. 16d).Ga naar eind7

Tegenover de kwakzalver staan de boer met zijn oogst en de kunstenaar met zijn schildersgerei, die beiden een betere levenshouding vertegenwoordigen. In de Nederlandse 17de eeuwse kunst kan de landbouwer representant zijn van het actieve leven, terwijl de kun-

illustratie
16d Embleem uit: Johan de Brune, Emblemata of zinne-werck ..., Amsterdam 1624


[pagina 89]
[p. 89]

stenaar, vooral na 1650, als exemplarisch kan gelden voor de beschouwelijke levenswijze.Ga naar eind8

De aanwezigheid van de schilder heeft echter nog een tweede functie: hij verhoudt zich tot de kwak als de gare pannekoek tot het ongare beslag en als de bloeiende boom tegenover de kale. In tegenstelling tot de kwakzalver immers beoefent Dou zijn kunst ‘op redelijke gronden’, zoals de 17de eeuwer dat uitdrukte. Zijn zorgvuldig schilderwerk is dus geen domme naäperij (vandaar dat aapje) maar redelijk, vanwege de zedelijke boodschap die hij zijn werk meegaf. De vergelijking die Dou hier maakt tussen de goede kunstenaar en de kwakzalver (de slechte kunstenaar, de oplichter) komen we ook tegen bij 17de eeuwse schrijvers als Karel van Mander en Franciscus Junius. ‘Soo achten wy't’, schrijft Junius, ‘meestwaerschijnlick te sijn dat diegene de Konst op 't aller volmaeckste sullen oefenen, dewelcke in 't eerst groter sorghe draeghen om wel dan om rasch te schilderen: d'onverduldighlick haestighe luyden daerentegen, ... sy nu gheen andere vrucht van haer Quacksalverlijck stoffen en pochen ghenieten dan het ydele Lof-tuyten van de lichtvaerdighe onverstandighe menighte’.Ga naar eind9

Er schuilt een zekere ironie in het feit dat Dou's complexe en geleerde verhandeling over het bedrog en de valse schijn, door hem blijkbaar zo bedrieglijk werd gehuld in misleidende genre-kledij, dat ze latere interpretatoren totaal is ontgaan. Reeds in 1719 schreef de erudiete schilder en kunstenaarsbiograaf Arnold Houbraken dat de geest van Dou ‘zig in de laagte gehouden (had)’, waaruit blijkt dat Dou's eigenlijke pretenties hem verborgen bleven.Ga naar eind10

eind1
Voor het gehele stuk is geraadpleegd: J.A. Emmens, ‘De kwakzalver van Gerard Dou’, Openbaar Kunstbezit 15 (1971), 4; en De Jongh 1967, 70-74.
eind2
J.S. Kunstreich, Der ‘Geistreiche Willem’. Studien zu Willem Buytewech, 1591-1624, Kiel 1959, 61-62.
eind3
Roemer Visscher, 46.
eind4
J. van der Veen, Zinne-beelden oft Adams appel, Amsterdam 1642, 104.
eind5
Roemer Visscher, 11.
eind6
Aristoteles, Ethica Nicomachea X, hfdst. VIII; Robert Joly, Le thème philosophique des genres de vie dans l'antiquité classique, Brussel 1956; Paul Oskar Kristeller, Renaissance thought. The classic, scholastic and humanist strains, New York 1961, 24-47; en J.A. Emmens, Rembrandt en de regels van de kunst, Utrecht 1968, 172 e.v.
eind7
De Brune, 17.
eind8
Emmens, a.w. (zie noot 1).
eind9
Franciscus Junius, De Schilder-konst der Oude II, Middelburg 1641, 184.
eind10
Houbraken II, 6.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jan Baptist Bedaux

  • P.A. Hecht

  • Jeroen Stumpel

  • Rik Vos

  • Jochen Becker