Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het kleine bijenboek (1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het kleine bijenboek
Afbeelding van Het kleine bijenboekToon afbeelding van titelpagina van Het kleine bijenboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.43 MB)

Scans (20.45 MB)

ebook (4.00 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het kleine bijenboek

(1950)–Joh. A. Joustra–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 59]
[p. 59]

Hoofdstuk XI.
We gaan naar de heide.

Hebben we besloten de bijen naar de heide te brengen, dan zoeken we eerst een goed plaatsje uit. Zulk een plaatsje moet rijk zijn aan jonge heide, dus een grote oppervlakte beslaan.

De volken welke we er naar toe brengen, moeten zeer veel vliegbijen hebben en de broedkamer, liefst alle raten, vol broed bevatten.

Is dat niet het geval, dan is het goed, om van de andere volken zoveel raten met broed af te nemen en die bij de volken welke op reis gaan te hangen nadat we eerst de bijen er hebben afgestoten of afgeveegd.



illustratie

De volken welke we dan thuis houden kunnen we nog eens extra aanzetten, opdat zij ook sterk de winter kunnen ingaan, maar daarover later.

Het reizen met de bijen vereist enige voorzorgen.

Is aan de eis: goede sterke en moêrgoede volken voldaan, dan worden de volken zodanig verpakt, dat de bijen onderweg geen hinder veroorzaken.

Alle losse delen van de buitenkast moeten dus goed aan elkaar bevestigd worden, hetzij door binden met een sterk touw, hetzij door ze aan elkaar vast te schroeven met schroefijzers. Vraag Uw leverancier er maar eens naar.

Vroeger reisden de imkers met hun bijen op een platte boerenwagen, tegenwoordig maken ze nagenoeg allen gebruik van een vrachtauto.

[pagina 60]
[p. 60]


illustratie
Reizen per auto-tractie: een genot voor imker en bijen


Deze is voor het reizen met de bijen uitermate geschikt en bij het gebruik ervan is het niet meer nodig in het holst van de nacht of tegen de avond op reis te gaan om 's morgens voordat de zon opgaat op de plaats van bestemming aan te komen.

Imkers zijn geen langslapers en als we bij het ochtendgloren onze bijenvolken op de auto laden, kunnen we meestal wel, voordat de zon schijnt, de bijen op de plaats van bestemming hebben staan.

Zet de kasten met de vlieggaten naar de chauffeur gekeerd; korven, waaronder een z.g. bijendoek is bevestigd, kan men op hun kop plaatsen of liggend vervoeren met de vlieggaten naar boven, doch zó, dat de kop of de doeken naar voren of naar achteren gekeerd zijn.

Zorg er tevens voor, dat korven of kasten gedurende de reis niet kunnen schommelen of zich afzonderlijk kunnen verplaatsen. Zet alles dus stijf tegen elkaar aan en bind over het geheel een sterk touw.

Maar als beginnend imker zult ge met zoveel volken alleen wel niet op reis gaan en ge gaat misschien wel in gezelschap van meer ervaren collega's.

Op de plaats aangekomen, zet ge Uw volken zoveel mogelijk Z.-O. en ge zorgt ervoor, dat de vliegplanken gedurende de tijd

[pagina 61]
[p. 61]

dat de bijen uit kamperen zijn, niet dicht kunnen slaan. Ge kunt daartoe een paar dunne stokjes aan de zijkanten in het vlieggat steken. Er moet natuurlijk ook enige ruimte vóór de kasten zijn, welke niet begroeid is; een meter is genoeg.

Zorg ook voor drinkwater als dit niet in de onmiddellijke omgeving in plas of sloot te vinden is.

Kunt ge de bijen op het erf van een of andere heidebewoner plaatsen, zodat er althans enig toezicht is. des te beter.

Het zal ook goed zijn, dat we de daken aan de kasten bevestigen, hetzij door de reisstangen, hetzij door een windhaakje of door touwen; ze kunnen er dan niet afwaaien.

Op de korven kunnen we het best een heiplag leggen met de heikant naar beneden. De korf is dan enigszins tegen regen beschut.

Mocht het gedurende de heidetijd zeer regenachtig blijven, dan zult ge U nu en dan moeten overtuigen, of de volken geen voedselgebrek krijgen.

We kunnen de bijen helpen door ze wat droge suiker (welke iets vochtig is) of borstplaat te geven. Ook de borstplaat moet iets vochtig zijn.

Zorg er voor, dat ge niet te lang op de heide blijft. Uiterlijk 10 September gaat ge weer naar huis, ook al is de heide dan nog niet afgebloeid.

Het eind van het lied.

Als we van de heide thuiskomen, worden de honingkamers afgenomen zodra de bijen tot rust gekomen zijn, dus b.v. een dag na thuiskomst. De bijen worden uit de honingkamer verwijderd, door afstoten of afvegen met een vochtige bijenborstel of ganzenveer, zoals we dat al eens eerder hebben gedaan. Het afstoten en afvegen zal nu echter wat minder vlot gaan; de bijen zijn gewoonlijk in deze tijd van het jaar wat trager.

Hebben de bijen zich weer goed ingevlogen, dan moet ge van de broedkamer raat voor raat uit het volk nemen en Uw bevindingen aantekenen. Oude slechte raten waar geen broed op zit neemt ge weg, of schuift ge aan de kant van de kast, Mooie raten laat ge in het midden; laat echter alle raten met broed naast elkaar hangen.

[pagina 62]
[p. 62]

Ge kunt slechte raten nu nog wel verwisselen met kunstraat, welke ge dan rechts en links van de raten met broed hangt.

Ge weet het nog niet, maar ge zijt thans bezig met het meesterstuk van de bijenteelt, n.l. het inwinteren. Dat moet uiterst secuur geschieden en ge moet dit inwinteren eigenlijk beschouwen als het leggen van de grondslag voor het volgend jaar. Op de pagina's 23 en 24 hebben we er al iets over gezegd.

Aangenomen, dat Uw volk een jonge levenskrachtige moêr heeft met een goed aaneengesloten broednest, dan hebben we al een goede basis. Bevat het volk dan nog veel jonge bijen, is het sterk, m.a.w. bezet het een raat of 8, dan hebt ge een behoorlijk volk om de winter mee in te gaan.

Maar tevreden zijn we nog niet. Hoe sterker Uw volk is, hoe meer jonge bijen het heeft, des te groter kans bestaat er, dat het volk gezond en sterk de winter uitkomt. We gaan dus weer opnieuw bijen fokken.

Ge doet dus precies, zoals we dit hebben gezegd bij de voorjaarsbehandeling met aanvankelijk kleine porties voer. In deze tijd van het jaar geven vele najaarsbloemen nog wel voldoende stuifmeel; waar dit niet het geval is, zullen we surrogaat moeten gebruiken, Sojameel b.v.

Als we zo dagelijks of om de andere dag de bijen aan de gang houden, dan bekomen we nog een aardig broednest.

Hebben we dit voederen een paar weken voortgezet, dan geven we ons volk zijn gehele wintervoorraad door b.v. per dag 2 liter suikerstroop (2 suiker, 1 water) toe te dienen.

Een kastvolk moet ongeveer 20 pond voedsel hebben, een korfvolk moet 30 pond wegen willen we ons veilig voelen voor een lange winter. Beter iets meer, dan minder, doch overdrijf niet.

Bij de inwintering geldt het: voer vroeg in het najaar en verander na het voederen niets meer aan het winternest.

Willen de bijen het voedsel niet meer ophalen, dan hapert er iets aan. 't Kan in de natuur te koud zijn, maar ook kan het volk ongeschikt blijken.

Hebben de volken te weinig wintervoedsel en willen ze niets meer tot zich nemen, dan kunt ge ook nog een borstplaat boven op de raampjes van de kast leggen, waarvoor het recept aan het slot van dit boekje wordt gegeven.

[pagina 63]
[p. 63]

Zijt ge met het inwinteren klaar, dan ruimt ge alles, schoongemaakt, op. De bijen zullen nog wel eens uitvliegen, maar ge bemerkt spoedig, dat zij hun winterrust ingaan. Leg op de ramen, als het echt winter gaat worden, een extra kleedje, maar dek de ramen niet hermetisch af met voorwerpen, die geen lucht doorlaten. Het verdient aanbeveling enige latjes tussen de ramen en het dekkleed te leggen.

Ge kunt nu alles zo laten staan en gedurende de winter bezoekt ge een keer in de week de volken en mocht er iets aan haperen, dan brengt ge dit weer in orde. Aan de volken zelf doet ge echter niets en in geen geval neemt ge de dekkleedjes af om eens te zien of de volken nog wel leven. Alles gaat wel goed...... als ge er maar afblijft. Bedenk, dat hoe rustiger de volken blijven, hoe beter het is.

Ook na een storm begeeft ge U eens naar de bijenstand; het kan nodig zijn. Verder hebt ge niets anders te doen, dan er voor te waken, dat de volken niet verontrust worden. Muizen, mezen en soms ook wel katten kunnen de winterrust van Uw volken terdege storen en ge zorgt ervoor, dat ze niet bij Uw bijen kunnen komen. Muizen vangt ge weg of ge legt wat muizentarwe in de nabijheid, mezen kunt ge het best weglokken door in Uw tuin wat vetbollen, apenootjes e.d. op te hangen. Katten jaagt ge weg, of ge legt prikkeldraad op en om de kasten.

De wintertijd is voor de bijenhouders geen prettige tijd. Bijen ziet ge niet meer vliegen en er is een stilte als van het graf.

Mocht er veel sneeuw komen, dan veegt ge in ieder geval de sneeuw in de omgeving van Uw bijenwoningen weg en ook van de daken der kasten, als ge deze vrij hebt opgesteld.

Besteed de lange winter door veel over de bijen te lezen, spreek met collega's, bezoek vergaderingen en verzuim niet lezingen bij te wonen. Ge kunt er heel wat kennis opdoen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken