Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het kleine bijenboek (1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het kleine bijenboek
Afbeelding van Het kleine bijenboekToon afbeelding van titelpagina van Het kleine bijenboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.43 MB)

Scans (20.45 MB)

ebook (4.00 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het kleine bijenboek

(1950)–Joh. A. Joustra–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]

Hoofdstuk XIII.
Drachtplanten en -bomen.

Niet elke plant en niet elke boom is voor de bijen geschikt en eigenlijk is de ‘bijenweide’ maar erg klein. Daarom zoeken veel imkers de drachtstreken op, al houden ze eigenlijk hun bijen veel liever thuis.

In het voorjaar is een allereerste eis, dat de bijen stuifmeel kunnen bekomen. Ze halen dit van sommige bloemen en brengen dit aan hun achterpootjes mee naar huis.

Heel vroeg in het voorjaar bloeit de hazelaar, maar die is vaak zo vroeg, dat de bijen van de rijke voorraad stuifmeel al heel weinig kunnen genieten. Als U wat stuifmeelkatjes in een zak afschudt, dan kunt ge de bijen er daar later een groot plezier mee doen. Ook de wilg geeft zeer veel stuifmeel en ook wel nectar. Dikwijls is de temperatuur dan al van die aard, dat de bijen drukke vluchten er naar maken en volop met honing en stuifmeel thuiskomen. De esdoorn honingt ook al vroeg en dan, ongeveer half April, beginnen de kersen al te bloeien en tegen het einde daarvan paardebloem, peren en appels. Dan is het feest voor de bijen; ze kennen geen rust en het is één zoemen, ál zoemen.

Dan volgt het koolzaad en daarop halen de bijen bij goed weer soms hele honingkamers vol en het is nu of er geen eind aan al die drachtbronnen komt. Tot ongeveer half Juli is er een schier onafgebroken halen, halen, halen.

Als het erg warm weer is halen ze daarna ook nog op de witte klaver en eind Juni, begin Juli bij zwoel-vochtig weer ook op de linde.

Er zijn eigenlijk veel meer drachtbronnen, hoewel niet overal bijeen. Vele imkers zoeken ze op, als er in eigen streek niets of weinig te vinden is.

Na de lindebloei is er bijna overal een drachtpauze totdat zo ongeveer 10 Augustus de heide gaat bloeien; deze duurt tot

[pagina 67]
[p. 67]

ongeveer 15 September en bij gunstige omstandigheden kunnen de bijen op die millioenen paarse bloempjes veel halen.

We laten hieronder de bloeitijden van de voornaamste honing- en stuifmeelgewassen volgen. Ge moet echter bedenken, dat het ene jaar nog wel eens verschilt bij het andere en de bloei in het Noorden van het land dikwijls veertien dagen later is, dan in het Zuiden. Kruisbessen b.v. beginnen in het Noorden pas te bloeien, als in het Zuiden de vrucht al gezet is.

Reist ge in het vroege voorjaar per auto van het Noorden naar b.v. Zuid-Limburg, dan zult ge dit terdege kunnen ervaren; van een winterse doodsheid komt ge in een zomers lusthof.

Drachtplant: Bloeit: Geeft:
Wilg Maart honing en stuifmeel
Esdoorn April-Mei honing
Hulst April stuifmeel
Kersen April-Mei honing en stuifmeel
Peren April-Mei honing en stuifmeel
Appels April-Mei honing en stuifmeel
Paardebloem April-Mei honing en stuifmeel
Koolzaad April-Mei honing en stuifmeel
Kastanje April-Mei honing en stuifmeel
Acacia Juni honing en stuifmeel
Vuilboom Juni-Juli honing en stuifmeel
Blauwe korenbloem Juni-Juli honing en stuifmeel
Witte klaver Juni-September honing en stuifmeel
Framboos Juni-Juli honing en stuifmeel
Dopheide Juni-Juli honing en stuifmeel
Linde Juni-Juli honing en stuifmeel
Struikheide Augustus-September honing en stuifmeel
Zeeaster Augustus-October honing en stuifmeel

Cursief gedrukt: veel; vet gedrukt: zeer veel.

 

Op vele andere planten wordt nog wel honing en/of stuifmeel gehaald, doch deze zijn of gering in aantal, of slechts zeer verspreid te vinden. In het algemeen kunnen ze dienen om kleine drachtpauzen te vullen.

[pagina 68]
[p. 68]

Radijs en wortelzaad - zeer goede honinggevende gewassen - komen slechts in enkele streken voor; dit is ook het geval met sommige voedergewassen zoals Phacelia tanacetifolia, boterzaad e.d.

Een voornaam element is de grondslag waarop deze gewassen staan. Behalve specifieke zandgewassen, zoals b.v. de heide, honingen de meeste gewassen het best op kleigrond en in het algemeen op gronden met een hoog vochtgehalte. De vochtigheidsgraad van de grond bepaalt in vele gevallen de dracht, doch ook het weer is van veel invloed.

Broeiend warm weer met bedekte lucht doet b.v. de linde goed honingen en de witte klaver voelt zich het best in haar element, indien het zonnetje tijdens de bloei flink brandt. De z.g. hittegolven zijn bij de imkers beroemd geworden in streken waar de vochtigheidsgraad van de grond voldoende is.

Dat alleen sterke volken opbrengst kunnen geven op het juiste ogenblik, behoeft niet meer gezegd te worden.

Als de voornaamste drachten zijn afgelopen, dan hebben de bijen nog veel voordeel aan de herfstplanten, minder voor de honing, dan wel voor het stuifmeel. Hoe meer stuifmeel de bijen in het najaar kunnen bemachtigen, des te beter. Zij vormen een noodzakelijk deel van het inwinteringsvoedsel.

Veel tuinplanten, zoals herfstasters, heleniums e.d. verschaffen de bijen dit bijenbrood dikwijls in voldoende mate; alles hangt echter af van het weer tijdens de bloei.

De neiging van veel beginners om in hun tuintje honinggevende gewassen te zaaien is slechts van belang, indien dit in ruime mate door vele tuintjesbezitters geschiedt. Veel resultaat behoeft men er echter niet van te verwachten, soms leiden ze de bijen nog af van veel gunstiger honinggevende planten.

Kunt ge echter gemeentebesturen, polderbesturen, directies van parken, gestichten e.d. bewegen om bij eventuele aanplant rekening te houden met de bijenteelt, dan doet ge een zeer goed werk.

[pagina 69]
[p. 69]


illustratie



illustratie
Twee goede honinggevende gewassen
Links: Witte klaver (zomerhoning)
Rechts: Struikheide (najaarshoning)



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken