Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De geest in Limburg. Met een inleiding van de Limburgsche Liga (1926)

Informatie terzijde

Titelpagina van De geest in Limburg. Met een inleiding van de Limburgsche Liga
Afbeelding van De geest in Limburg. Met een inleiding van de Limburgsche LigaToon afbeelding van titelpagina van De geest in Limburg. Met een inleiding van de Limburgsche Liga

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.31 MB)

ebook (3.03 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

artikel
non-fictie/culturele antropologie-volkenkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De geest in Limburg. Met een inleiding van de Limburgsche Liga

(1926)–Mathias Kemp–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

V.
Andere Tegenstellingen.

Verschil in godsdienst beteekent in wezen meer dan de zin aanduidt. Daaruit vloeit in streken, die onder religieus opzicht een gaaf geheel vormen, onderscheid in mentaliteit en levenshouding voort.

Elkanders godsdienstige overtuiging respecteeren gaat wellicht gemakkelijker dan elkanders aard te waardeeren of zelfs te verdragen. G. Nypels, van het Alg. Handelsblad, die dat ook wel weten kan, wees er reeds op in zijn orgaan: De houding van vele andersdenkende ambtenaren uit het Noorden naar het Zuiden gezonden, is er niet naar om sympathie te winnen.

Wellicht is het zoo kwaad niet bedoeld, doch vaak krijgt men den indruk dat de heeren zich voelen in een kolonie, in een wingewest. Met een verveeld en minachtend air staam ze achter hun loketten of zitten ze in hun kantoorzetels het publiek te behandelen en kankeren niet zelden hoorbaar voor ieder over taal en zeden. De hoogere bazen permitteeren zich nog wel eens krassere uitingen. Dezer dagen kwam ons tenminste een haast wraakroepend geval ten oore. Men voelt zich op voor anderen hinderlijke wijze superieur, doch vergeet dit te bewijzen, vergeet dat men zich bevindt tusschen een volk met een veel oudere cultuur.

Niet allen zijn zoo. Er zijn er ook die dwepen met de streek en de bevolking ‘alleraardigst’ vinden. Daaronder zijn er, die ons bijna te goed voor deze aarde achten, veel te vriendelijk van karakter b.v. om grenskommies te worden. ‘Dat moeten jullie laten aan de Friezen, dat zijn

[pagina 18]
[p. 18]

stuursche kerels die niet praten’. De een vindt ons niet goed genoeg, de ander weer te goed. Beiden staan praktisch onze ontwikkeling in den weg, al prefereeren we natuurlijk iemand die ons te veel deugden toekent.

De luidruchtige, beweeglijke, feestlievende en spotzuchtige aard van den Limburger contrasteert sterk met het karakter-gemiddelde in het Noorden. In menig opzicht is de Zuiderling ruimer van opvatting, veel minder ceremonieel aangelegd en nog minder gesteld op goedkoope of dure deftigheid. Duitsche geleerden hebben gemeend deze eigenaardigheid op rekening te kunnen stellen van de Keltische afstamming, waardoor natuurlijk flinke Germaansche en Gallische strepen loopen.

Dit belet geenszins het vele groote en goede te waardeeren dat Holland biedt. Geen ernstig Limburger onderschat de hooge beteekenis van het land, dat een Rembrandt, een Vondel, een Hugo de Groot en in onze dagen een Toorop en tal van wereldvermaarde geleerden, Nobelprijsdragers, tot zijn zonen rekent. Het heldere, degelijke en energieke in het Hollandsch karakter wordt heusch wel gekend. En hoort ge eens een spotwoord, vergeet niet dat alle Limburgsche steden en dorpen elkander onderling en in alle gemoedelijkheid wat hoonen, gelijk in Holland ‘Hagenaar en Amsterdammer’ trouwens óók doen.

Dan zijn er nog economische tegenstellingen. Beneden den Moerdijk bevindt zich het industriegebied, boven den Moerdijk heerscht de handel. De belangen van beide takken van bedrijvigheid blijken vaak met elkaar in strijd. De passieve houding onzer wetgeving tegen dumping, valutaen armoedeconcurrentie maakt het ondernemers en arbeiders in het industrieele Zuiden moeilijk. Dat met de belangen der groote havens meer rekening gehouden wordt dan met de industrie, moge begrijpelijk zijn, even vanzelfsprekend is, dat er geworsteld wordt om bevrijding uit een verlammende situatie.

Wanneer het Julianakanaal plechtig zal zijn geopend,

[pagina 19]
[p. 19]

wanneer de gekanaliseerde Maas tot Roermond zal zijn verbonden met het lateraal kanaal Maasbracht - Maástricht is een deel van den achterstand in Limburg ingehaald. Doch daar resten nog de Spoorwegen, waartegen in onze dagen de protesten uit de Limburgsche mijnstreek niet van de lucht Zijn. Ons mijngebied ziet een lange en gevaarlijke crisis in 't vooruitzicht, omdat het afhankelijk is van de N.S. die het Nederlandsche kolentransport blijkbaar als sluitpost hunner begrooting beschouwen, duur houden dus, die met hand en tand de ons toekomende waterwegen tegenwerken, die - het ergerlijkst van al - voor de Duitsche kolen telkens lager tarieven bedingen, dan voor de Nederlandsche. In een motie der georganiseerde R.K. arbeiders werd dan ook zoo volkomen terecht betoogd, dat de ontwikkeling van ons mijngebied niet geknot mocht worden omdat die streek tot het vaderland behoort.

Voor dergelijke klanken schijnt men in Utrecht geen ooren te hebben. Maar wij hooren ze wel!

Toen het Rijk nog eens actief werd en ons dure trams bezorgde, bleken ze grootendeels overbodig: de autobus deed dat werk al vlugger en beter.

Tot de nieuwste onrustbarende verschijnselen behoort de Dageraad-actie, die men tot den nasleep van het Hollandsche socialisme in de mijnstreek rekenen kan. Van welk gehalte die actie is, heeft iedereen kunnen vernemen. Dat ieder weldenkend Limburger tegen dat satanisch bedrijf in opstand komt, is zijn goed recht en zelfs een eereplicht.

Doch eenigszins verbitterd wordt opgemerkt: ook dat alweer een geschenk uit het Noorden.

En men bedenkt daarbij, dat volgens veler meening juist onder het aan de Staatsmijnen verbonden intellect zoovele geestverwanten schuilen, tot in de hoogste regionen toe.

Publiek wijst men daaronder zelfs leiders dezer actie aan!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken