Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken. Deel 9 (1871)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken. Deel 9
Afbeelding van Volledige werken. Deel 9Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken. Deel 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.19 MB)

ebook (2.91 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken. Deel 9

(1871)–Pieter Frans van Kerckhoven–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 224]
[p. 224]

V.

Eenige dagen, na die samenspraak met Theodoor, verliet Hubert de stad Luik en ging zijne geboorteplaats terugzien. Het hart poppelde hem van vreugde, toen hij van den heuvel, waarop hij vroeger het vaarwel aan het nederige dorpje had toegeroepen, op nieuw eenen blik, thans eenen blijden blik, op de kalme landstreek mocht laten neêrvallen. Een half uur later lag hij weenend in de armen zijner brave ouders, en verliet hen slechts om een bezoek bij den grijzen zielenherder, de predikant Wacken, te gaan afleggen. Een traan van innig vergenoegen blonk in het oog van den braven grijsaard, toen hij vernam, hoe zijn oude leerling Hubert zich een eerlijk bestaan had weten te verschaffen, welk hij verschuldigd was aan de kunde, vroeger hem door zijnen meester medegedeeld; doch een zucht klom uit zijne borst op, wanneer hij hoorde, hoe Theodoor zich weinig aan de lessen van moreele weerdigheid scheen gelegen te laten en, door verheffingszucht verblind, het geweten kon doen zwijgen, wanneer het er op aankwam zijnen weg in de wereld te vervorderen.

‘Hij zal er komen, vriend Hubert,’ zegde de grijsaard, ‘o, hij zal tot het fortuin opklimmen, wees ervan verzekerd; doch wanneer hij alles zal gewonnen hebben, zal het ten prijze zijner eer, zijner weerdigheid als mensch zijn. God vergeve het hem!’

Nog denzelfden dag legde de predikant met zijnen jongen vriend een bezoek af bij den ontvanger der gemeente, en denzelfden dag ook werd Hubert de hand van Lisa beloofd.

De huwelijksplechtigheid liet zich niet lang wachten, en veertien dagen later verliet Hubert eene tweede maal zijn geboortedorpje; doch hij voerde thans met zich wat hij er, naast zijne ouders, het dierbaarst bezat, zijne geliefde Lisa, wier geluk slechts eenigszins beneveld werd door het tijdelijke vaarwel, dat zij hare ouders moest toeroepen.

Wanneer Hubert te Luik aankwam, vernam hij dat er uitspraak was gedaan in den prijskamp voor het bouwen der kazerne en dat de palm door zijnen vriend Theodoor was weggedragen geworden. Wanneer hij later dezes werk te zien kreeg, herkende hij er, op eenige wijzigingen na, zijn gansch plan in. De voorspraak had het overige gedaan en Theodoor doen zegepralen, welke te meer, ter erkenning van de hooge kunde, waarvan hij blijken had gegeven, door den minister van oorlog tot den graad van kapitein verheven werd.

[pagina 225]
[p. 225]

‘Nu heeft hij nog slechts zijn geloof te verzaken,’ zegde Hubert, ‘om ook de fortuin in zijne armen te zien vliegen’

Die verzaking gebeurde en, drie maanden later, trouwde Theodoor, zooals hij het gezegd had, met de hellicht der fortuin van den heer G..., welke een der aanzienlijkste ijzersmelterijen der provincie Luik bezat en tenzelfden tijd eigenaar was van eene koolmijn en van ettelijke nijverheidsfabrieken.

Hubert vond een middel om de bruiloftsfeest zijns vriends niet bij te wonen. Eene ziekte, waarvan hij nauwelijks was genezen, diende hem tot voorwendsel.

Eene hooge benoeming in de militaire genie, welke eenige maanden later Theodoor te beurt viel, was oorzaak dat hij Luik verlaten moest, en de twee vrienden verloren elkaar uit het oog. Wanneer Theodoor zijnen vriend kwam vaarwel zeggen, had deze laatste, wiens hart slechts voor zachte gevoelens vatbaar was, den moed niet zijnen vriend te doen gevoelen, dat hij hem niet ten volle meer kon eerbiedigen, en dat dus ook de vriendschapsband tusschen beiden gedeeltelijk verbroken was. Theodoor maakte er gebruik van om met hem, door briefwisseling, in betrekking te blijven, en stelde meer dan eens de oude vriendschap ten nutte, om den raad in te roepen van den goeden Hubert, wanneer hij zich door de eene of andere moeilijke onderneming, waarbij zijne kunde te kort schoot, in het nauw zag gesteld. Hubert liet zich door die exploitatie, zooals men het in de groote wereld noemt, niet bedriegen; doch zijne ingeborene goedheid belette hem de oude vriendschap openbaar te verscheuren, en hij bleef dus ongekend medewerken, om den weg van zijnen ouden makker te maken en dezen al hooger en hooger, door geleende kunde, te doen opklimmen. Eene omstandigheid, welke zich later opdeed, belette hem te meer zijnen dienst te weigeren. Ziehier de reden. De ondernemer, bij wien Hubert getrouw in dienst was gebleven, stierf, en met hem hielden zijne uitgestrekte ondernemingen op. De erfgenamen oogsten het uitgestrekte fortuin in en dachten verder niet aan Hubert, die hetzelve had helpen opbouwen.

Hubert had zich wel een klein bezit, door zijn onophoudend werken, verworven; doch hetzelve was niet toereikend om er hem te laten aan denken, voortaan van de vruchten zijns arbeids te leven; te meer daar hij zijn huisgezin, door de blijde geboorte van twee knaapjes en even zooveel meisjes, had zien aangroeien.

[pagina 226]
[p. 226]

Toen Theodoor die omstandigheid vernam, spoorde hij zijn' schoonvader aan, om Hubert, als modelteekenaar, bij zijne fabrieken aan te stellen; en het voorstel werd niet van de hand gewezen, ofschoon Hubert wel voelde welke berekening er onder dit alles schuilde. Hij bleef dus, in de gevallen, aan zijnen ouden makker dienst bewijzen, en voelde zich in zijne nieuwe betrekking gelukkig, daar zijn meester een braaf man was en hem alras zijn volle vertrouwen had geschonken.

Omstreeks dien tijd onderging Theodoor een zwaar, een onherstelbaar verlies, zooals hij zegde. Hij verloor namelijk zijne vrouw, welke hem geene kinderen had geschonken. Eenige maanden later huwde hij met zijne schoonzuster.

‘Nu heeft hij de gansche fortuin getrouwd,’ zegde Hubert tegen Elisa. ‘Hij moge er gelukkig mede zijn.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken