Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen) (1800)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)
Afbeelding van Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.68 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)

(1800)–Willem Kist–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Zes-en-twintigste hoofdstuk. De buitenplaats.

Zoo dra de Secretaris te huis kwam, werd hem een brief overhandigd van den Baron van dezen inhoud:

Aan mijnen Secretaris van Ambassade

barend van poedelen.

Ik worde hier overlaaden met beleefdheden, en, hoe zeer ik ook had voorgenomen om van dezen avond te rug te keeren, is mij zulks onmogelijk, men wil mij niet laaten gaan. Om dus niet on welleevend te schijnen, en te toonen, dat een Edelman zijn waereld verstaat, zal ik tegen den stroom niet oproejen.

Ik stond versteld, even als een haas die aangeschooten is, toen ik gisteren op deze buitenplaats aankwam; 'er is hier meer pracht en kost-

[pagina 234]
[p. 234]

baarheid dan in alle onze Adelijke Kasteelen. te samen: de wooningen zijn, op mijn eer, hier niet minder fraai dan in de Stad: de zoogenaame boschen en bergen behaagen mij minder, dit is te kunstig, niet natuurlijk: ik heb hier een berg gezien, welke den eigenaar aan zand en opkruien meer gekost heeft, dan bij ons eene prachtige boerenwooning met alle haare schuuren; hij zou het echter nooit weêr doen, dewijl het vermaak oin van eenen vlakken grond bergen te maaken geensins tegen de groote kosten kan opweegen. De verscheidenheid is hier in de daad aartig. Ten Oosten van het Hof ziet men eene Chineesche tent en brug, ten Westen eenen Engelschen tuin, ten Noorden eene Fransche koepel, en ten Zuiden eenen Griekschen Meander; zoo noemt men hier eene soort van kronkelende beek, schoon het water stinkt als een bok, zoo groen ziet als gras, en 'er even zoo min stroom of beweeging in is als in een waterpot.

Alles wat men hier bijna ziet, is bedrog; ik zag onder anderen eene ruïne van een oud Klooster, ik stapte 'er met reuzen stappen naar toe, maar wat denkt gij dat het was? geschilderde planken, of ik mag sterven. - Aan den anderen kant stond ik voor een stapel takkenboschen, ik dacht bij mij zelven hoe netjes is dat hout geschaard, en juist zoo als ik het dacht, sprongen 'er twee deuren tegen mijn neus aan - en wat was het van binnen? een prachtig tuinhuisje, waarin allerhande ververschingen stonden - ik

[pagina 235]
[p. 235]

keek als iemand die van het weêr geslaagen is, zonder geluid te kunnen geeven, de Vrouwen lachten mij uit, de Heeren niet minder.

In het midden van den tuin ben ik insgelijks bedrogen: - ik zag een jagthond in't gras staan, en niet ver van daar een jager met een geweer in de hand, loerende op een haas - mijn hart vloog vier voeten op, en in twee sprongen stond ik 'er bij - maar weder bedrog, de hond van hout, de jager van stroo. - Het is toch wonderlijk! schept men hier dan meer vermaak om een christen mensch te bedriegen, dan om hem psaiziep te doen?

Het is mede niet onaartig de broeibakken te zien, ik ben geen Edelman als ik in een dier badstooven niet meer gezweet heb in één kwartier, dan op de jagt in de hondsdagen in drie uuren. De Natuur wordt hier verkracht, als men schaasen gereeden heeft, eet men persiken, kersen en druiven, even als bij ons in den Oogst. Een tuinman, mijn vriend! die het eerst in een saisoen een kers uitbroeit, is meer in aanzien dan willebrordus, die zoo als ik hier heb hooren verhaalen, in ons land het eerst het Evangelium heeft verkondigd.

De groentens, welke wij met dankbaarheid plukken in Meij en Junij, heeft men hier reeds in December op de tafel. Men is hier met een woord met alles vooruit, alles koomt hier vroeger ten voorschijn, behalven uit het bed. - Gisteren stak eene bleek geele jonge Juffrouw, die

[pagina 236]
[p. 236]

hier ook gelogeerd is, en altijd Fransch spreekt, als 'er geen Franschen bij tegenwoordig zijn, ten half elf voor het eerst haar getaand hoofd buiten de gordijnen; toen zij ten half twaalf een kopje thee dronk, en een Fransche Roman zat te leezen, geeuwde zij nog, of ik mag sterven. In andere gevallen zijn zij weder verre ten achteren, ten vier uuren na den middag begint men hier te eeten, en des avonds ten elf uuren; gij kunt nagaan hoedanig mijn maag begint te woeden, als de klok twee uuren slaat. - Ik ben reeds afgemat van 't schrijven, draag intusschen zorg, dat ook deze brief in het dag-journaal wordt ingevlochten, blijve

 

Uwe gedienstige

Baron govert hendrik godefroi van blankenheim tot den stronk.

 

P.S. Ik heb nog vergeeten te vertellen, dat ik eene Heremitagie gezien heb - dit is een huisje van riet even als de nieuwerwetse varkenshokken, daar binnen in zit een houte beeld met een kruis, een gebeden boek, en een oude stroopkan. Wat het eigentlijk beteekene, ben ik vergeeten, het is, geloof ik, een oud gebruik, misschien een afbeelding van noach zoo als hij in de Ark zat; dit is tegenwoordig zoodanig in de smaak, dat 'er rondom de Stad geen tuin is van honderd voeten in het vierkant, zonder eene Heremitage.

 

Vale.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken