Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen) (1800)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)
Afbeelding van Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.68 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)

(1800)–Willem Kist–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Vijfde hoofdstuk. Alkmaar.

De Baron nodigde zijne Reisgezellen vroegtijdig tot het ontbijt: hier op bezichtigden zij de zindelijke Stad en den vermaakelijken Hout. barend en van zon verklaarden, dat zij gaarn hun leven hier zonden willen eindigen, de menschen kwamen hun ook veel vriendelijker voor dan op andere Dorpen, welke zij hadden door gereden.

[pagina 22]
[p. 22]

De vrouwen in 't bijzonder, merkte de Secretaris op, zijn hier zoo schuuw, zoo schigtig niet, het schijnt zelfs, dat zij door haare minzaamheid, de stijfheid en onwelleevendheid der overige Noordhollandsche vrouwen willen vergoeden, en haare kapsels zijn waarlijk aanloklijk; doch het koomt mij, onder verbetering voor, dat haare houding wat stijf en gedraajd is. van zon zeide, dat 'er niets natuurlijker was dan dit, dewijl het postuur der meeste vrouwen van haare eerste jeugd af aan bedorven werd door onbuigzaame rijglijven welke zeer veelen, voornamentlijk op de Dorpen, maar eens in de week uittrokken.: wanneer ik mij, dus ging hij voort, ooit met eene Noordhollandsche vrouw door den echt mogt verbinden zal het een afzonderlijk artikel in de huwlijksche voorwaarde beslaan, om elken avond, dat walvischbeenen harnas aan de zijde van het Ledikant ter neder te leggen. Dit gezegde behaagde den Secretaris boven maate, hij lagchte daar over herhaalde reizen, en van dit oogenblik af aan gevoelde, hij achting voor zijn reisgenoot. De Baron was knorrig, sprak weinig, de Stad was klein, dood stil, in eenen kwijnenden staat, de boomen stonden in den Hout niet voordeelig; de mannen waren eigenzinnig, de vrouwen bleek; dit laatste stemde van zon omtrent veelen toe; de levenswijze, zeide hij, der Noordhollandsche vrouwen is hier van de oorzaak, zij eeten veel meelspijzen, gebak en koek, zij drinken onophoudelijk coffij en thee; zij zitten gestaadig op brandende

[pagina 23]
[p. 23]

stooven met zwavelachtige turf opgevuld; zelden koomen zij in de lucht, die voor het menschdom even zoo onontbeerlijk is als voor de planten; zij hebben geen beweeging, zonder welke niemand op den duur gezond kan blijven: deze onmatigheid, en afwijking van de Natuur, heeft gewoonlijk nog treuriger gezellinnen, die het gansche gestel ondermijnen, eene meenigte namentlijk van vrouwelijke kwaalen. Hij zou hier nog iets van grooter aanbelang bijgevoegd hebben, doch hij bespeurde, dat hij reeds tot aan het Logement genaderd was, alwaar zij met goed gezelschap den middag en avond doorbragten; voornamentlijk had de Baron veel op met een Officier, een groot liefhebber van de jagt, die de Reizigers in 't bijzonder aanraadde, het vermaard Kasteel van bergen te gaan bezichtigen, en zoo zij nog nooit den Oceäan gezien hadden, denzelven van de hooge duinen bij petten te beschouwen. De Baron en barend brandden reeds van nieuwsgierigheid om zijn raad op te volgen.

Na den maaltijd rookte de Edelman met den Officier een smaaklijk pijpje, hij vroeg hem onder anderen naar zijn naam en rang. De eerste vraag, antwoordde de Officier, kan ik bereidwillig beantwoorden, ik ben carel van drontheim; maar wat de tweede aangaat, ik schaame mij bijna te zeggen, dat ik, na meer dan veertig jaaren het Land getrouw gediend te hebben, geen hooger rang dan dien van Capitein-Lieutenant bekleede. Zoo gij geduld hebt, mijn Heer! naar

[pagina 24]
[p. 24]

eenige van mijne lotgevallen te hooren, zal ik ze u mededeelen: de Baron betuigde, dat dit hem zeer aangenaam zijn zoude, en na eene versche pijp aangestoken, een glas Bourgonje wijn gedronken, en zijn stoel wat aangeschoven te hebben, luisterde hij met den grootsten aandacht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken