Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen) (1800)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)
Afbeelding van Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.68 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)

(1800)–Willem Kist–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 124]
[p. 124]

Zevende hoofdstuk. De estaminet's, of bierhuizen.

Den volgenden dag werd voor een gedeelte door gebragt met wandelen, ook met het koopen van eenige kleinigheden, welke de Reizigers zelfs nodig hadden, of tot geschenkjes voor hunne vrienden en vriendinnen bestemden. De Baron verwonderde zich boven maate, dat hij in alle winkels geen man zag, en dat de Vrouwen niet alleen de zorg over de huishouding, maar zelfs over den Winkel op zich scheenen genomen te hebben. Dit is ook de reden, zeide de onbekende Heer, dat zij veel meer beschaafd, lieftaaliger, en vriendelijker zijn dan de mannen; de Vrouwen kan men hier te regt met een stuk geld vergelijken, waarop de stempel door geduurige verkeering en gesprekken met menschen van allerlei rang is afgeschaafd en glimmend geworden.

De mannen, om welken de ruuwe schors nog zit, hebben in hunne wooningen bij hunne vrouwen en kinderen ook weinig gezach: den meesten tijd van hun leven brengen zij ongekleed in eene donkere achterkamer door, alwaar zij of stilzwijgend zitten te werken, of iets van weinig aanbelang verrichten: koomt hij uit dit zijn afgeperkt verblijf eens bij toeval ten voorschijn, wandelt hij eens door

[pagina 125]
[p. 125]

den winkel, of in de galderijen, dan slaat men op hem even zoo weinig acht, als op een wel doorvoed huisdier, het welk met logge schreden door alle de vertrekken van het huis rond dwaalt.

De Natuur tracht zich echter altoos, zoodra men maar onderneemt haar geweld aan te doen, schadenloos te stellen; dien zelfden onderworpen zwijgenden man zoudt gij niet meer kennen als gij hem des avonds in zijne zoogenaamde Estaminé ontmoette; geduurende eenige uuren, welke men daar al drinkende doorbrengt, spreeken alle de mannen te gelijk, zonder dat men kan bemerken, dat het hun eenigsins schijnt te hinderen, dat niemand naar, hunne gesprekken luistert.

De Baron betuigde zijn verlangen om zulk een gezelschap eens bij te woonen, zij bepaalden dus des avonds ten zeven uuren derwaarts te gaan, en uit nieuwsgierigheid eenige oogenblikken aldaar te vertoeven. Op den bestemden tijd gingen zij naar een der meest bezochtste Estaminet's. Hier was eene groote Zaal; langs de muuren stonden lange glibberige tafels en banken, welke alle zoodanig bezet, waren, dat 'er naauwlijks eene kleine zitplaats in het midden der zaal voor de Reizigers overbleef. Voor elk der aanwezigen stond eene bruine kan met Leuvens of andere schuimende bieren gevuld, welke elk oogenblik aan den mond werd gezet, zonder dat zij zich om een bierglas bekommerden.

De Reizigers stonden verbaasd, toen zij dit he-

[pagina 126]
[p. 126]

vig en onophoudelijk gevloek, geraas, getier, gesnap en geweld, dat hier gemaakt werd, hoorden, zij luisterden met den grootsten aandacht, of zij van alle die gesprekken iets konden verstaan, maar dit was volstrekt onmogelijk; zij letteden aandachtig op, of de spreekers naar elkander lusterden, maar dit bespeurde men niet, elk hield een afzonderlijk gesprek, en wel met zulk eenen ijver, met zulke gebaarden, vjoeken en bevestigingen als of 'er meer dan tien geweest waren, die hunne gezegden trachten te wederleggen: hoe meer zij in ijver begonnen te blaaken, des te meer zetteden zij de kan, die elk half uur weder gevuld werd, aan hunne dorstige lippen. Barend had opgemerkt, dat een dikbuikig Heer, wiens aangezicht beplant was met zeer groote karbonkels, in den tijd van een groot half uur drie kannen had uitgedronken, of liever zonder te slikken in zijn keel had geworpen, welke wijze van drinken onder deze soort van menschen voor eene groote heldendaad gehouden wordt; de onbekende Heer verzekerde mede, dat die geene, welke sedert een vierde gedeelte van een eeuw voor groote drinkers bekend stonden, hier met achting en eerbied wierden behandeld, en dat aan hun boven aan de tafel eene vaste plaats was aangewezen.

'Er is dunkt mij, in 't gelaat van alle deze mannen iets, zeide de Baron, het geen ik niet kan uitdrukken, en schoon zij allen, even als andere menschen, in hun aangezicht verschillen, hebben

[pagina 127]
[p. 127]

zij echter eenige overëenstemming. Dit is niets anders, antwoordde van zon, dan de uitwerksels van het bovenmaatig bier drinken; alle deze mannen, slechts drie of vier uitgezonderd, die misschien, even als wij, vreemdelingen zijn, en uit nieuwsgierigheid hier koomen, hebben iets doms op het gelaat, en iets dofs in hunne oogen; de geduurige dampen, en uitwasemingen van krachtige bieren moeten ook noodzakelijk op de hersenen, en dus op de scherpzinnigheid en vlugheid van den geest invloed hebben; wanneer het hersen, en in 't algemeen het zenuwgestel verzwakt wordt, kan het niet anders zijn, of de ziel wordt daar door mede aangedaan. Terwijl van zon nog sprak, en hier nog meer wilde bijvoegen, kwam 'er wederom zoo groot een aantal andere menschen al schreeuwende binnen loopen, dat 'er geen plaats meer overig bleef om te staan veel min om te zitten; men besloot dus hunne plaatsen aan de nieuw aangekoomene aantebieden en te vertrekken. Onder het souper beraamde men een plan om verder te reizen; voor eerst stelde men vast des anderen daags naar Brussel te vertrekken, zich aldaar eenige dagen optehouden en van hun verblijf aan het huis de stronk kennis te geeven: de Baron wilde zulks volstrekt, dewijl hij van alle menschen, welke hij tot nog toe ontmoet had, niet anders dan met den grootsten lof van die Stad en inwooners had hooren spreeken: barend had ook eene sterke begeerte om derwaarts te vertrekken, om eens de

[pagina 128]
[p. 128]

geboorte plaats te zien van zijne ontrouwe beminde, en zoo het mogelijk was om nog iets van haar, of van haare bloedverwanten, zoo dezelve nog in leven waren, te verneemen. Zij vertrokken des anderen daags naar Mechelen, en na deze Stad bezichtigd te hebben, naar Brussel, alwaar zij tegen den middag behouden aankwamen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken