och ja, kunnen we ook wel goed met elkaar overweg.’
‘Ik vraag het u omdat ik van plan ben er volgende week voor een dag of vier tussenuit te gaan. Onze beide firma's in Duitsland bezoeken, proberen wat gunstiger condities los te peuteren. Dan moet u het dus zolang met z'n beiden opknappen en dan is het wel van belang dat u elkaar een beetje ligt.’
‘Denkt u dat meneer Buissant u wel zo lang kan vervangen?’
‘In vier dagen valt niet veel te verprutsen, en trouwens: ja, ik geloof dat hij het werk wel aankan.’
‘Mij dus eventueel niet?’
‘“Aankunnen” zal het probleem niet zijn. 'k Weet alleen niet...’ Hij maakte zijn zin niet af, keek naar buiten en deed dat met een strak gezicht.
Dan, nadat hij zijn blik weer op haar had gericht, naar het haar voorkwam nog wel op haar totale persoontje: ‘Die vier dagen beschouw ik min of meer als een proef. Als dan alles goed gaat zal ik een tijdje later nog wel eens wat langer wegblijven.’
Ze knikte, want wat moest ze anders doen. Hem vertellen dat ze al een avond met Buissant had gedanst, dat hij haar al eens een zij het wat vluchtige kus had gegeven? Het zou hem misschien hevig verontrusten, hoewel...
‘Maakt uw zoontje het nog steeds goed?’
Zoveel persoonlijke belangstelling als ze opeens van hem ondervond. Ook al dat kijken naar haar, anders dan hij het doorgaans deed. Zou die gekke opmerking van André...
‘Ja, met Frits is gelukkig alles goed.’
‘Ik mis zijn snoet nog wel eens, sinds die foto niet meer op uw bureau staat. Goed, dat was zomaar een praatje. En nu terzake. Ik zal u eerst twee Duitse brieven opgeven, waarin