een spotlach waard. De baas die, na wat hij dan ook achter zich had liggen, aan één Lady genoeg had...
Best mogelijk trouwens dat hij maandag nog níet kwam. ‘ ... langer wegblijf dan ik heb aangekondigd, in welk geval...’
‘Huil je een deuntje mee met de ramen?’
Zíj huilen. Dat kon ze immers niet meer?
‘Nee. Hoezo?’
‘Je bent zo stil, je kijkt zo strak. 't Zou kunnen zijn dat je verdriet hebt omdat de baas terugkomt.’
‘Niet zo zeer, nee.’
‘Eerder geneigd tot juichen?’
‘Ook al niet. Geen diepte- en geen hoogtepunt dus.’
‘Ik weet voor het komende weekend een hoogtepunt. Als dat beroerde weer tenminste een beetje meewerkt. Een knus hotelletje in de Eifel. Prachtige omgeving, een prima keuken en lekkere drankjes. Oké?’
Ze had dan toch een keer naar het kerkhof willen gaan, en dat zou er misschien van komen als het ‘beroerde’ weer niet meewerkte. ‘Misschien’, want met regenachtig weer kon een graf je zo benauwen. En op een gegeven ogenblik had het je toch ook niet zoveel meer te zeggen...
‘Lijkt me wel geschikt, ja.’
‘Hij schijnt er geen haast mee te hebben om boven water te komen. Enfin, ik weet ook zonder instructies wel hoe ik een zaakje als dit moet behartigen.’
Op dinsdagmorgen, terwijl ze hun kopje koffie dronken. Met buiten een stralende zon, die ook zaterdag al had geschenen. Die hen dus had begeleid naar het knusse hotelletje in de Eifel, waar ze prima hadden gegeten en lekkere drankjes hadden gedronken. Waar ze natuurlijk ook had-