Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige historie (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige historie
Afbeelding van De heilige historieToon afbeelding van titelpagina van De heilige historie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.81 MB)

Scans (8.71 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.H. Isings jr.



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige historie

(1921)–Jacobus Cornelis de Koning–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

82.
Bij den heere is uitkomst!

Koning Joram bevindt zich op den hoogen, breeden muur, die Samaria aan alle zijden omringt. Met scherpen blik kijkt hij rond. Aan allen kant heeft een vijandelijk leger de stad ingesloten. Van den muur af kan hij hun tenten, hun wagens en paarden zien. Nu gaat hij rond, om zijn mannen moed in te spreken, en hen aan te sporen vol te houden.

Het zijn de Syriërs met hun koning Benhadad. Ze zijn vastbesloten Samaria te dwingen tot overgave. Hun geweldig groot leger ligt als een onverbreekbare ring om de stad. Niemand kan Samaria in of uit. Hoe droevig is het nu in de stad gesteld: honger en gebrek kwellen de inwoners. Er is geen brood meer, geen vleesch, niets! Onreine dieren worden met graagte gegeten ... ten minste, als men geld genoeg heeft om te betalen. Alleen de rijken kunnen nog iets bekomen, al is het vaak slechts walgelijke spijs. En de armeren?.....

Opeens staat de koning stil. Wie roept daar? Een arme, uitgehongerde vrouw. ‘Help mij, heer koning!’ smeekt ze. ‘Wat is u?’ antwoordt Joram.

En nu hoort hij een ijselijk verhaal. Deze vrouw en haar geburin hadden elk een kind, een zoon. Krankzinnig van den honger, hadden ze afgesproken hun zoon te dooden en ... op te eten!

Den eenen dag den zoon der eene vrouw, den anderen dag dien der geburin. Het vreeselijke was werkelijk geschied. Deze vrouw had haar zoon geslacht, gekookt... samen hadden ze den gruwelijken maaltijd gedeeld!

Maar nu de beurt aan de andere vrouw kwam, had deze geweigerd; ze had haar zoon verborgen. ‘Zeg haar nu, o koning! dat ze óók háár zoon moet slachten.....’

Dat is te erg! Joram scheurt zijn kleederen, ten teeken van bitteren rouw. Ach, waarom heeft hij dan maar liever Samaria niet overgegeven. Waarom heeft hij geluisterd naar Elisa, den profeet? Die heeft verlossing beloofd van den vijand en van den honger; indien slechts het volk zich in berouw zou buigen voor God den Heere ... En Joram? Heeft hij zich verootmoedigd?

[pagina 160]
[p. 160]

Slechts half. Hij heeft wel een boetekleed aangetrokken, maar ... ònder zijn opperkleed; maar ... er woont geen oprècht berouw in zijn hart! En nu, nu hij dat vreeselijke verhaal van deze vrouw heeft aangehoord, ontsteekt hij in woede tegen den profeet des Heeren. Waarom zou hij op den Heere wachten? Bij Hèm is óók geen redding. En Elisa zal sterven! Hij is de oorzaak van al deze ellende.....

Dwaze koning! Die oorzaak ligt bij hem-zèlf en bij het volk.

De bode, door Joram vooruitgezonden, om Elisa te dooden, wordt door Elisa's vrienden tegengehouden bij de deur. Daar komt de koning zelf. Dadelijk wordt hem open gedaan. ‘Nu is geen redding meer mogelijk,’ jammert hij. ‘Gij, Elisa, hebt mij bedrogen! God kan niet meer redden!’

‘Hoor des Heeren woord!’ zoo spreekt Elisa plechtig. Zou God niet kunnen verlossen? Morgen reeds zal alle ellende geleden zijn. Dan zal een maat meelbloem verkocht worden voor een sikkel en twee maten gerst voor een sikkel... in de poort van Samaria!

Maar een hoofdman, die den koning vergezelt, zegt spottend: Onmogelijk! Dan zou de Heere wel vensteren in den hemel moeten maken, om daaruit het meel en de gerst te laten neerregenen!

Elisa ziet hem aan. En diep-ernstig klinkt het den gruwelijken spotter in de ooren: ‘Zie, gij zult het met uw oogen zien, doch... daarvan niet eten!’

't Wordt nacht. De duisternis begint te vallen. Zie, daar staan, niet ver van Samaria's poort, vier mannen. Zijn het vijanden, spionnen? Ach neen, vier ellendigen zijn het: vier melaatschen. En niet alleen hun vreeselijke kwaal kwelt hen: zij voelen ook den honger knagen in hun ingewand. Daar is ook voor hen geen voedsel; niets. In de stad komen mogen ze niet; ze zijn immers onrein! En al kwamen zij binnen, zou het niet zijn, om er te sterven als de anderen? ‘Laat ons naar het Syrische leger gaan,’ overleggen ze. ‘Dooden ons de Syriërs, welnu, dan dooden ze ons maar. En laten ze ons leven, geven ze ons te eten, dan zullen we toch van den honger niet behoeven te sterven!’

Ze beginnen hun gevaarlijken tocht. Hij kan hun het leven kosten, maar ze zullen het er op wagen. Eindelijk bereiken ze de eerste tenten van het leger. Voorzichtig sluipen ze nader. Hoe? Roept geen schildwacht hen aan? Slaapt nu àlles in 't Syrische leger? ... Ze begeven zich tusschen de tenten.... niemand is er! Ze wagen het een tentgordijn op te lichten, naar binnen te kijken ... niemand! Nergens ook maar één Syriër meer. Ze grijpen moed; ze treden binnen: kunnen ze hun oogen gelooven? Daar is spijs en drank in vollen overvloed!

Ze vallen er op aan; ze eten; ze drinken, tot ze verzadigd zijn. En dan ... o, al etende lieten ze hun oogen eens rondgaan: daar is zilver, daar schittert

[pagina 161]
[p. 161]

goud, daar liggen prachtige kleederen. Hun hebzucht wordt wakker. Wat hebben ze eigenlijk aan al dat schoons, zij, ellendige melaatschen? En toch nemen ze, wat ze vinden en verbergen het in een schuilhoek.

‘Dit moeten we in de stad boodschappen,’ zeggen ze nu tot elkaar. Ze gaan, wekken de wacht en vertellen, dat het Syrisch leger is verdwenen, dat daar ginds brood is en meel en gerst, volop!

Koning Joram wil het eerst niet gelooven. ‘Een list van de Syriërs, anders niet,’ roept hij uit. ‘Ze willen ons uit de stad lokken, en dan zullen ze ons uit een hinderlaag plotseling overvallen!’

Maar eindelijk besluit hij toch, op raad van zijn knechten, eenige soldaten op verkenning uit te zenden. Die rijden heen en vinden het, zooals de melaatschen hadden gezegd. Het Syrisch leger is opgebroken; overhaast gevlucht! De gansche weg naar den Jordaan toe is bezaaid met weggeworpen kleederen, gereedschap en wapens!

God heeft verlossing gezonden. Hij heeft den Syriërs een gerucht doen hooren, alsof een reusachtig groot leger naderde: ratelende strijdwagens en dreunend paardengestamp. Door plotselingen schrik aangegrepen, waren de Syriërs gevlucht! En toch was geen vijand in de buurt!

Spoedig is de blijde maar in Samaria bekend. Ieder snelt naar het verlaten legerkamp, om voedsel. In de poort moet de hoofdman de orde bewaren, de spotter met Gods Almacht. Bij het geweldig gedrang, dat ontstaat, raakt hij onder den voet. Tevergeefs tracht hij weer overeind te komen. De opdringende menigte vertreedt hem. Straks haalt men zijn lijk van tusschen het volk uit. Hij heeft met zijn oogen gezien, hoe Gods woord bewaarheid werd; hoe twee maten gerst voor een sikkel, en een maat meelbloem voor een sikkel werd verkocht; maar ... hij heeft er niet van gegeten. God laat zich niet bespotten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken