Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Avonturen met Anansie de spin (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Avonturen met Anansie de spin
Afbeelding van Avonturen met Anansie de spinToon afbeelding van titelpagina van Avonturen met Anansie de spin

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.19 MB)

Scans (44.70 MB)

ebook (7.78 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rumy Luider-Jeleva



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

sprookje(s)
verhalen
dierenverhaal/-epos


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Avonturen met Anansie de spin

(1982)–J. Koopman–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 28]
[p. 28]

Anansie en de krokodil

Het was avond. ‘Zou je niet eens een verhaaltje bedenken voor de kinderen?’, vroeg oma.

‘Ik weet geen verhaaltje en ik kan er vanavond ook geen bedenken’, zei opa, ‘ik wou dat Anansie kwam, die weet altijd een verhaal’.

‘Daar kunnen de kinderen toch niet op wachten’, vond oma, Anansie is al heel lang niet geweest’.

‘Ik denk dat Anansie in de buurt is’, zei opa, ‘ik ga een beetje in de tuin wandelen’.

Buiten was het heel stil. De maan stond als een zilveren scheepje aan de zwarte hemel. Dit is echt een avond voor Anansie, dacht opa. En zo was het ook. Toen opa op het bankje ging zitten, bij het vogelbadje, zag hij opeens Anansie.

‘Dag Anansie’, zei opa, ‘wat heb ik je lang niet gezien’.

‘Ik heb het erg druk gehad’, zei Anansie.

‘Wat heb je dan allemaal gedaan?’ vroeg opa.

‘Ik heb een krokodil gevangen, helemaal alleen.

‘Dan was het zeker een kleine krokodil’.

‘Nee, het was juist een hele grote krokodil’, zei Anansie, ‘de grootste die ik ooit heb gezien’.

‘Maar zo een krokodil is toch heel sterk’, zei opa, ‘veel sterker dan jij’.

‘Dat is waar, maar ik ben veel slimmer en daarom kon ik hem vangen’.

‘Vertel’, zei opa, ‘misschien is het wel een mooi verhaal voor de kinderen’.

‘Het is ook een mooi verhaal’, zei Anansie, ‘en dan kunnen de kinderen meteen zien hoe slim Anansie is’.

‘Je weet’, begon Anansie, ‘dat ik in een dorp woon, heel

[pagina 29]
[p. 29]

dicht bij een grote rivier. Daar kwamen nooit krokodillen. De vrouwen en kinderen gingen er heen om water te halen en kleren te wassen. Ze hoefden nooit bang te zijn. Maar op een morgen kwam daar opeens een grote krokodil. Niemand wist waar hij vandaan kwam. Met zijn staart sloeg hij een vrouw in het water en nam haar mee. Iedereen rende vol schrik naar huis. Daar vertelden ze wat er gebeurd was. Een paar sterke mannen gingen naar de rivier om te proberen of zij de krokodil konden vangen. Maar hij was zo groot en sterk dat ze bang werden. Dus moesten ze wel naar huis terug om te vertellen dat de krokodil veel te sterk was.

Toen Anansie dat hoorde, zei hij dat hij de krokodil wel zou vangen. Helemaal alleen. Eerst lachten de mannen hem uit, maar later waren ze toch wel blij dat Anansie het wilde proberen. Anansie ging naar de rivier. Het was middag en het was erg warm. Dicht bij de rivier klom hij in een boom om te zien waar de krokodil zijn middagslaapje deed. De krokodil lag te slapen achter een grote steen dicht bij een mango boom. Toen hij dat wist ging hij gauw naar huis. Hij zei, morgenmiddag zal ik de krokodil vangen, maar ik heb een grote mand nodig met lekker eten en een lang, stevig touw. Dat is alles.

De volgende middag ging Anansie met een mand vol heerlijk eten en een lang touw naar de rivier. Hij ging zitten onder de mango boom waar de krokodil hem goed kon horen. Toen begon hij te praten:

Wat zou ik die krokodil graag eens zien. De mensen zeggen dat hij de grootste krokodil is in heel Afrika. Ik zou hem zo graag eens meten om te zien hoe lang hij wel is. Wat zou hij blij zijn als hij wist dat ik zo veel lekker eten voor hem heb meegebracht. De krokodil hoorde dat allemaal. Hij rekte zich eens uit. Hij gaapte nog eens en kwam toen te voorschijn.

[pagina 30]
[p. 30]

‘Zo’, zei hij vriendelijk, ‘heb je eten voor me meegebracht?’

‘Ja, ik ruik het. Het ruikt heel lekker’.

Anansie gaf hem het eten en de krokodil begon te smullen. Gulzig at hij van het eten en af en toe bromde hij: ‘dat is erg lekker, dat is heel erg lekker’.

Terwijl hij at, zei Anansie: ‘wat ben jij een grote krokodil. Ik denk dat je de grootste krokodil bent in heel Afrika. Mag ik je eens meten? Ik wil erg graag weten hoe lang je bent’, ‘Je mag me wel meten’, zei de krokodil, ‘als je me maar niet stoort. Ik wil nog een beetje in de zon uitrusten. Ik heb zo lekker gegeten’, hij likte nog eens zijn lippen af. Toen ging hij in de zon liggen en Anansie nam het touw en deed net of hij de krokodil ging meten. De krokodil was door het eten en door de warmte erg slaperig geworden. Terwijl Anansie hem aan het meten was, viel hij in slaap.



illustratie

Toen Anansie dat zag, bond hij de

[pagina 31]
[p. 31]

krokodil met het touw stevig vast. Nadat hij de krokodil goed had vastgebonden liep hij gauw naar het dorp terug. Daar vertelde hij dat hij de krokodil gevangen had. Bijna niemand wilde hem geloven. ‘Ga maar met me mee’, zei Anansie tegen de mensen dan kunnen jullie de krokodil zien liggen, ik heb hem stevig vastgebonden’.

Eerst durfden de mensen niet goed, maar ze gingen toch met hem mee. En daar, vlak bij de rivier lag de krokodil, stevig vastgebonden met het touw van Anansie. De krokodil sliep nog. Hij had niet eens gemerkt dat hij vastgebonden was. Toen de mensen hem zagen begonnen ze te dansen en te zingen. Door dat lawaai werd de krokodil natuurlijk wakker. Toen pas merkte hij dat Anansie hem had vastgebonden. Hij sloeg met zijn staart en maakte veel lawaai, maar hij kon niet loskomen. Toen smeekte hij de mensen om hem vrij te laten. Hij beloofde dat hij nooit meer mensen zou meenemen. Hij beloofde ook dat hij zou verhuizen naar een andere rivier. Maar de mensen wilden hem niet geloven. Daarom pakten een paar sterke mannen hem beet en smeten hem in de rivier. En de rivier nam hem mee naar de grote wijde zee. En niemand heeft hem ooit weergezien.

‘Dat was heel dapper van je’, zei opa. ‘Hoe durfde je naar die krokodil te gaan. Hij had jou wel kunnen opeten’. ‘Was je niet bang?’

‘Ik heb iets heel bijzonders in dat eten gedaan’, zei Anansie, ‘als krokodillen dat ruiken, willen ze niets anders eten’. Toen keek hij opa met grote zwarte ogen aan en zei: ‘ik ken de krokodillen erg goed, weet je’.

‘Maar nu moet ik weg’, het ritselde even en weg was Anansie. Opa zat alleen bij het vogelbadje en dacht, nu heb ik een verhaal voor de kinderen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken