Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cursus zestiende- en zeventiende- eeuws Nederlands (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cursus zestiende- en zeventiende- eeuws Nederlands
Afbeelding van Cursus zestiende- en zeventiende- eeuws NederlandsToon afbeelding van titelpagina van Cursus zestiende- en zeventiende- eeuws Nederlands

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.76 MB)

XML (0.58 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cursus zestiende- en zeventiende- eeuws Nederlands

(1987)–A. de Korne, T. Rinkel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

13 Brand

Tot het eind van de zeventiende eeuw beschikte men slechts over primitieve middelen om branden te bestrijden: leren brandemmers, korte spuiten, gieters, ladders, brandhaken om gevels en muren omver te halen en grote zeilen om smeulende haarden af te dekken. De gemiddelde brandschade in de stad Amsterdam met haar 40.000 huizen bedroeg in de periode van 1669 tot 1672 f 340.000,- per jaar; daarnaast deden zich veel persoonlijke ongelukken voor.

De stadsbrandmeester Jan van der Heyden (1637-1712) - tevens bekend als schilder van gedetailleerde stadsgezichten - constateerde dat storingen in de watertoevoer het grootste probleem bij het blussen vormden. Zijn eerste verbetering bestond uit een pomp met een waterslang die het water vanuit de grachten in de oude brandspuiten bracht; zijn grote ontdekking was echter de spuitslang (1677).

In zijn Beschryving Der nieuwlijks uitgevonden en geoctrojeerde slang-brandspuiten, en Haare wijze van brand-blussen, Tegenwoordig binnen Amsterdam in gebruik zijnde (1690) toont Van der Heyden aan de hand van een statistiek van veertig branden over een periode van vijf jaar aan dat de gemiddelde

[pagina 135]
[p. 135]

jaarlijkse brandschade als gevolg van zijn uitvinding tot één procent (f 3.650,-) teruggedrongen was.

De brand van het stadhuis van Amsterdam die hieronder beschreven wordt, stamt nog uit de periode voor het gebruik van de oude spuiten.

 

1De oudste brand, daar van ons gedenkt, en die wy zelfs, gelyk 2 ook alle de volgende, hebben gezien, was den brand van 't oude 3 Stadhuis deezer Stad; voorgevallen den 7 July 1652. omtrent 4 2 uuren na middernacht, zonder dat men ooit zeeker heeft konnen 5 verneemen door wat toeval. Dit gebouw had, gelyk de overstaande 6 Figuur aanwyst, een ruime markt voorzich, daar 't water by langs 7 liep, en overzulx zeer gereet te bekomen was: zo was 't ook van 8 achteren, en 't water daar noch ruim zo dicht by; wederzyds waaren 9 ruime straaten, die 't zelve van d' omstaande huizing af scheiden. 10 Den brand begon eeven booven Burgermeesters kaamer omtrent D, en 11 wierd vroeg in 't begin, dat groot voordeel geeft, door wachten 12 die gewoonlyk op 't Stadhuis, en de waag daar tegen overstaande, 13 geplaatst zyn, vernomen, en de meenigte spoedig op de been gebracht. 14 Men had hier van alle zyden ruimte, Menschen, Emmers en Leeren, 15 wyl het te midden van de Stad was, in overvloet; en 't ontbrak 16 aan geen iever van de Burgery, die willig haar devoir deeden 17 om deeze plaats, daar het algemeen aangeleegen was, te redden. 18 De zwaare Ladders wierden daatelyk ten wederzyden van het 19 ontsteeken deel opgerecht, volk daar op geplaatst, en de brand 20 Emmers naar booven op het dak op gegeeven: maarze quaamen 'er 21 niet (gelyk altyd en onvermydelyk gebeurt) voor datze half leedig 22 gestort en uit gelekt waaren. Langs ieder Leer konmen ook niet 23 meer dan eenen Emmer teffens opgeeven: waar toe noch van daar 24 tot aan de waaterkant een dubble rye volk moest gerangeert staan, 25 't welk grooten omslag maakt, als lichtelyk hier over te zien 26 is, en eevenwel geenzins water genoeg aanbracht om iets van belang 27 uit te werken. Het gieten kon meede den brand weinig raaken, 28 en zelfs die de uiterste deelen van de vlam wilde bereiken moest 29 zich te ver bloot en in merkelyk gevaar begeeven. Daar-en-booven 30 de kleine quantiteit, die uit ieder Emmer apart wierd uitgestort, 31 was nootzakelyk door de hette van de vlam ten meestendeele, zo 32 niet geheel, weg gedroogt eer het waater van de volgende Emmer 33 daar weer by quam. 't Was ook niet moogelyk van het dak af de 34 binne kamers, daar den brand van den een in d' ander doordrong, 35 te begieten, veel minder nog van buiten door de vensters, daar 36 het de uitslaande vlam belette, en daar men ook geen Leer, zo 37 ver het binnenwerk ontsteeken was, tegens de muren derfde aan 38 zetten, om niet met een en ander teffens van boven neer te komen. 39 Op deeze wyze gedroeg het zich gemeenelyk by de branden: en hier, 40 daar alle geleegentheeden wenschelyk, 't gebou van steen en geen 41 fel brandende stoffen by waren, branden 't gehele Stadhuis met 42 alles watter aan vast was tot de grond toe af, zonder dat 'er

[pagina 136]
[p. 136]

43 eenig deel van geblust wierd of iets staande bleef als alleen 44 eenig zwaar muurwerk van den tooren, hoewel zo zwak, dewyl al 't 45 houtwerk en de bindzels wech gebrand waren, dat men 't 's anderen-46daags met touwen moest schooren, tot het afgebrooken wierd.

 

Opmerking:

 

voorzich (6): lees voor zich

Brand

Vragen

1 Ontleed het gedeelte daar van ons gedenkt in zinsdelen.
Wat voor soort werkwoord is gedenkt? Vertaal dit gedeelte. Benoem zelfs taalkundig. Vertaling:
2 Wat wordt bedoeld met alle de volgende?
2/3 Benoem den brand ... Stad redekundig.
2 den: is hier sprake van een genus- of casus-n?
3 Wat wordt bedoeld met deezer Stad?
Begrens en benoem de participiumconstructie met voorgevallen. Welke naamval is den 7 July 1652.?
Hoe moet de punt na 1652 in de vertaling weergegeven worden (zie hfdst. 3)?
4 zeeker =
5/6 de overstaande Figuur: ‘de afbeelding hiernaast’.
5/7 Dit gebouw ... was: los de samentrekking op. (Let op de betekenis van bekomen). Wat valt bij deze samentrekking op te merken?
Vertaal dit gedeelte.
7/8 Wat wordt bedoeld met zo was 't ook van achteren?
9 Waarnaar verwijst 't zelve?
Vertaal d' omstaande huizing.
10 Burgermeesters: singularis of pluralis?
Burgermeesters kaamer: bepaald of onbepaald?
omtrent D: een punt dat is aangegeven op de illustratie die bij deze tekst hoort (zie 5/6).
11 wierd: welke tijd?
Wat is het antecedent van dat? Vertaling:
11/3 Geef de binnenbouw van de woordgroep wachten ... zyn.
14 Leeren =
15 het kan op deze plaats zowel een persoonlijk als een onpersoonlijk voornaamwoord zijn. Welke interpretatie verdient de voorkeur?
16 Wat is het antecedent van die? Hoe is de incongruentie in getal tussen die en deeden te verklaren?
devoir =

[pagina 137]
[p. 137]

17 Vertaal daar het algemeen aangeleegen was.
18/9 Vertaal het ontsteeken deel.
18/20 De ... gegeeven: ook hier is sprake van ...
20 Waarnaar verwijst -ze?
'er: verklaar het gebruik van de apostrof.
21 gelyk =
23 teffens =
Benoem waar toe taalkundig. Van wat voor verbinding is hier sprake?
24 Waarom was een dubbele rij mensen noodzakelijk?
25 Wat is het antecedent van 't welk? Vertaal 't welk grooten omslag maakt.
als =
lichtelyk =
Wat wordt bedoeld met hier over?
26 Welke nevenschikking brengt en tot stand?
27 raaken kan hier letterlijk en figuurlijk gebruikt zijn. Waarnaar gaat de voorkeur uit?
28 Vertaal zelfs.
Wat voor woordsoort is die?
Vertaal de uiterste deelen van de vlam.
28/9 zelfs ... begeeven: waarin wijkt de woordvolgorde af met die van nu?
29 merkelyk =
31 Benoem nootzakelyk redekundig. Vertaling:
34 binne kamers =
Benoem daar taalkundig.
35/6 Ontleed de bijzin daar ... belette in zinsdelen.
36/7 zo ver =
39 Vertaal gedroeg het zich gemeenelyk.
de branden: moet het lidwoord de vertaald worden?
40/1 daar ... waren: opnieuw is hier sprake van ...
40 geleegentheeden: welk klankverschijnsel doet zich hier voor? Vertaling:
41 Wat is het onderwerp bij branden? Verklaar de uitgang -n.
43 als =
44 hoewel zo zwak: hier is het participium ... verzwegen. Van wat voor constructie is hier sprake? Welke redekundige functie heeft die constructie?
dewyl =
45 Wat wordt bedoeld met de bindzels?
Waarnaar verwijst 't?
45/6 's anderendaags =
46 schooren =


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Beschryving der nieuwlijks uitgevonden en geoctrojeerde slang-brand-spuiten, en haare wyze van brand-blussen, tegenwoordig binnen Amsterdam in gebruik zijnde


auteurs

  • over Jan van der Heyden